
12. Een nieuwe beproeving
We lezen in vers 30: En hij ging in een kamer en weende aldaar. Het werd hem allemaal even te machtig! Maar Jozef begreep dat hij niet te lang weg kon blijven. Daarom waste hij vlug zijn gezicht af, keerde naar zijn broers terug en weldra zaten ze samen aan de m ...

13. Jozef maakt zich aan zijn broers bekend
Wat moet dat voor hem en zijn broers geweest zijn toen hij die woorden uitsprak. Geen wonder dat zijn broers het met grote verslagenheid en vrees aanhoorden. Daar stonden ze oog in oog met hem die ze destijds mishandeld en verkocht hadden! Roerloos en sprakeloos bleven ze als aan de gr ...

14. Jozef leeft nog
Jozef deed wat Farao zei en zijn broers kregen op weg naar huis wagens en eten voor onderweg mee. Ook kregen zij deftige kleren, terwijl Benjamin extra kleren meekreeg en bovendien driehonderd zilverlingen. Verder kregen ze de raad van Jozef om niet meer met elkaar ruzie te maken over ...

11. De tweede reis naar Egypte
Op een dag sprak vader Jakob: ‘Ga weer naar Egypte en koop ons een weinig spijze’ (Gen. 43:2). Over het meegeven van Benjamin sprak hij met geen woord. Toen antwoordde Juda: ‘Vader, de onderkoning heeft ons op het hart gedrukt om Benjamin mee te brengen. Zonder ...

15. Jakob in Egypte
In Egypte aangekomen, zond Jakob Juda vooruit naar Jozef om hem te vragen waar zij moesten wonen. Weliswaar had vader Jakob al vernomen dat zij in de streek Gosen zouden moeten wonen, maar hij wilde precies de plaats weten. Toen Jozef vernam dat zijn vader op weg was naar Gosen, spande ...

18. En Jozef stierf (slot)
Kort na zijn sterven begonnen de broers erg ongerust te worden. Zij vroegen zich met bezorgdheid af: Vader Jakob leeft niet meer, zal Jozef nu alsnog wraak op ons gaan nemen voor het feit dat wij hem eertijds als slaaf naar Egypte verkochten? Zal hij ons voor die misdaad alsnog straffe ...

16. Jakobs laatste levensjaren
Laten we vooral niet vergeten dat zich onder dat volk ware Israëlieten (kinderen van de Heere) bevonden en zo bevestigde de Heere het Woord uit Ps. 33:18 en 19: Zie, des HEEREN oog is over degenen die Hem vrezen, op degenen die op Zijn goedertierenheid hopen; Om ...

17. Jakobs zegen en levenseinde
Geknield aan zijn bed wachtten Manasse en Efraïm tot de geest van de oude man wat terugkeerde. Daarna omhelsde hij zijn beide kleinkinderen en kuste hen. Zijn geest werd door Gods Geest verlicht en zegenend legde hij zijn handen op de hoofden van de beide kleinkinderen. Maar wat vreemd ...