Eilandlicht
In zijn voorhoofd waren diepe rimpels te zien. ‘Het staat me niet aan dat je alleen bent met een volslagen vreemdeling.'
‘Ik red me wel.' Ze pakte haar vaders jas bij de schouders vast. ‘Als u ziek wordt, kunt u niet meer voor mij zorgen.' Door die redenering liet haar vader zich uit zijn jas helpen en protesteerde hij ook niet toen ze hem droge kleren in zijn armen duwde.
‘Bovendien, de man is zwak en buiten bewustzijn. Hij heeft brandwonden, kneuzingen en is halfbevroren.' Ze loodste haar vader naar de deur. ‘Ik zal zijn wonden verzorgen terwijl u zich omkleedt.' Haar vader bleef in de hal staan en keek haar fronsend aan. ‘Goed, maar niet langer dan nodig is. Ik neem het zo dadelijk weer van je over.’
Ze knikte. Haar vader was zo plichtsgetrouw dat ze wist dat hij straks eerst naar het strand zou terugkeren om te kijken of er nog meer overlevenden waren. Ook moest hij de aangespoelde lichamen begraven voordat de wolven en beren die als een lekkere maaltijd zouden beschouwen. Of haar vader het nu leuk vond of niet, het was haar taak om voor hun gast te zorgen. En dat wisten ze allebei. Toch kon ze zijn bezorgdheid wel begrijpen. Als ze ergens zeker van was in haar leven vol onzekerheden, dan was het wel van haar vaders liefde. Ze zou nooit hoeven twijfelen aan zijn diepe liefde voor haar. Ze wist dat hij alles voor haar zou doen.
Ze wist ook waarom hij haar zo voorzichtig behandelde, waarom hij alles deed wat in zijn macht lag om haar te beschermen. Hij wilde alleen maar het leven voor haar zo aangenaam mogelijk maken zolang zij nog de kans had om ervan te genieten.
Snel warmde ze wat water op en pakte uit de medicijnkast spullen uit de kleine voorraad die haar vader nog overhad uit de tijd dat hij als kapitein voor de Britse marine voer. Tegen de tijd dat ze weer bij haar patiënt terug was, had haar vader zich al verkleed en was hij weer naar buiten gegaan, maar niet voordat hij haar op het hart had gedrukt dat ze zijn jachtgeweer binnen handbereik moest houden.
Ze sloeg het berenvel terug en onderzocht de drenkeling voorzichtig. Door het lange verblijf in het koude water was zijn gezicht nog witter dan net en zijn blauwe aders waren daardoor duidelijk zichtbaar. Zijn doorweekte kleren plakten als bloedzuigers aan zijn lichaam.
Ze haastte zich naar het voeteneind van het bed en maakte de veters van zijn schoenen los. Zijn schoenen waren vervaardigd van mooi zwart geitenleer en vertoonden geen enkele slijtage. Zijn sokken waren van zijde. Toen ze zijn armen uit de mouwen van zijn jas probeerde te krijgen, zag ze dat zijn jas van de beste kwaliteit wol was gemaakt, evenals het bijpassende vest en zijn broek. De horlogeketting die met drie strengen aan zijn vest was bevestigd, leek van goud te zijn. Ook de knoopjes van zijn overhemd en zijn manchetknopen leken van goud. ‘Hij is vast een heer van stand,’ fluisterde ze, terwijl ze alle spullen op de ladekast legde.
Daar lagen ze veilig.
Ze liep terug naar het bed en maakte een paar knoopjes van zijn overhemd los, dat bij de boord plooien had en van prachtig borduursel was voorzien.
De adem van de man streek langs haar arm. Ze staakte haar handelingen en keek naar zijn gezicht, met de gladde hoekige lijnen en de hoge jukbeenderen, die hem een aristocratisch uiterlijk gaven. Boven de rand van zijn hemd zag ze een stevig gespierde borst. De man was lang niet zo breedgebouwd als haar vader, maar wel goedgevormd en hij had een bronzen huid. Even voelde ze de neiging om bij hem weg te lopen en de zorg voor hem verder aan haar vader over te laten. Het zou beslist schandelijk zijn als zij, een jonge onschuldige vrouw, hem verder zou ontkleden.
Hij kromp ineen en kreunde zacht. De lijnen in zijn gezicht werden scherper. Het was duidelijk dat hij veel pijn leed. ‘Isabelle Thornton,’ berispte ze zichzelf, ‘dit is niet het moment voor trots.’ Niet wanneer het leven van de man van haar snelheid en verzorging afhing.
Ze knoopte zijn overhemd verder los en trok hem uit. Op zijn armen zag ze nog diverse brandwonden. Om zijn borst zat een geoliede leren buidel gewikkeld. Voorzichtig verwijderde ze de buidel. Hopelijk zaten er identiteitspapieren in, zodat ze zouden weten wie hij was, mocht hij het onverhoopt zelf niet meer kunnen vertellen. Toen ze zijn broek uittrok en zijn lange, stevige benen zag, weigerde ze naar zijn onderkleding te kijken.
De vlammen sloegen haar uit. In de vijf jaar dat haar vader en zij nu op deze afgelegen plek bij de vuurtoren woonden, had ze zelden de kans gehad om met mannen om te gaan, met uitzondering dan van de vissers uit de dorpjes op Thunder Bay Island, dat ten zuiden lag.
‘En dat vind ik helemaal prima,’ fluisterde ze tegen zichzelf, terwijl ze de pot vlierbessenzalf pakte. ‘Ik wil helemaal geen man ontmoeten.’
Tenminste, dat was wat ze zichzelf in het afgelopen jaar steeds had voorgehouden wanneer ze het vreemde verlangen naar de liefde van een man had ervaren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2023
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2023
Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's