Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geluk!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geluk!

(20)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op een wenk van Trix gaat Bernardus met haar mee. Hij komt in een grote gang. Een staartlclok tikt hoorbaar. Trix zoekt aan de kapstok naar kleren. Ze zegt niets. Hij staat te kijken, hoe zij zich correct aankleedt. Bij de buitendeur komt ze naast hem staan en hij merkt, dat die hele lange Trix toch nog kleiner is dan hij en Bernardus moet daar even om lachen.

— Lach je me uit? Dan ga ik niet mee ..

— Goed, dan blijven we hier. — Waarom lach je?

— Waarom lach je? — Ik dacht dat jij zo lang was, je

— Ik dacht dat jij zo lang was, je lijkt zo lang, maar je bent kleiner dan ik.

Kleiner? Vast niet!

En dan gaan ze met de ruggen tegen elkaar staan om te meten wie 't langst is. Maar er is niemand die het geval controleert. Even drukken ze hun achterhoofden tegen elkaar. Dan zegt Bernardus:

— Ik kan het zo niet zien! Laten we 't andersom proberen.

Zij draait zich om — hij draait zich om, en zo staan ze oog in oog. Ogen op dezelfde hoogte. — Kom mee! zegt Trix. Zij houdt dit

— Kom mee! zegt Trix. Zij houdt dit niet uit. Buiten is het koel. Trix loopt dicht

Buiten is het koel. Trix loopt dicht naast hem. Ze hebben geen woorden. En lopen maar weg Er lopen meer mensen. Er zijn huizen. Er is een trottoir. Soms noemt Trix een straat en hij zegt: „O "

Als ze bijna weer thuis zijn, zegt zij:

— 'k Dacht dat jij eens wou praten .. — Ja, maar hoe kun je nu praten, zo

— Ja, maar hoe kun je nu praten, zo in de stad.

Zij moet daarom lachen en haalt een sleutel van de voordeur te voorschijn. En dan staan ze weer in die gang. — Jij bent kleiner dan ik, zegt Ber

— Jij bent kleiner dan ik, zegt Bernardus. — Ga je mee om thee?

— Ga je mee om thee?

Bernardus loopt voor haar uit de trap op en dan opent zij de deur van de huiskamer. Even knippert hij met de ogen van 't witte licht. Hij ziet een vrouw, die alleen zit te lezen.

— Dat 's mijn moeder — Bernardus de koopman.

Hij komt te zitten in een warme fauteuil. Sigaren staan naast ham. Hij krijgt thee van Trix en drinkt en rookt. Bernardus neemt de kamer eens op, 't is er deftig. En hij weet niet wat hij zeggen moet. Gelukkig dat de moeder van Trix hem het een en ander vraagt over zijn woonplaats, zijn ouders, of hij al getrouwd is en zulk soort dingen. Dit gaat zo een beetje vervelend door

Dit gaat zo een beetje vervelend door tot de vader boven komt en zegt, dat hij zijn klanten naar bed heeft en de zaak ge'sloten. 's Is morgen vroeg dag .. Ja, ja, dat ligt hem voor in de mond. De marktdag brengt hem zijn winst aan. Toch gaat hij nog zitten. Maar lang zit hij niet, want het is morgen vroeg dag. En hij neemt zijn vrouw mee. Bernardus zit daar of hij in die stoel vastgeplakt is. Hij laat dit alles over zich komen en weet zich geen houding te geven. Nog even kijkt de vader om de hoek van de deur en zegt: — Trix, denk er aan dat 't morgen

— Trix, denk er aan dat 't morgen vroeg dag is! Welterusten, hoor! Uitwellingerga, welterusten! De deur wordt gesloten en Bernardus

De deur wordt gesloten en Bernardus staat op, hij doet ook of hij naar bed zal gaan, omdat het morgen vroeg dag is. Maar Trix wijst hem in zijn stoel terug. Hij moet nog even blijven. Dan brengt ze een klein stoeltje naast zijn fauteuil, gaat daarin zitten en vraagt of hij nu vertellen kan.

— 't Is alles zo wonderlijk vreemd, zegt Bernardus en legt een hand op haar schouder. Maar dan vertelt hij haar toch van zijn moeder, van de oude koopman Simons en dl«Mt ovarlljden, van het spulletje waar ze wonen. Hij vertelt maar door en zijn hand ligt op de schouder van Trix. En als hij dan wat uitgepraat is, komt het er uit: — Trix, ik voel me zo thuis bij je en

— Trix, ik voel me zo thuis bij je en toch zo vreemd. Ik heb veel aan je gedacht.

— En ik aan jou!

— Vertel dan eens.

Haar vingers tasten naar een naald met draad, zij peutert maar door en dan vertelt zij van haar leven. Ze voelt zich niet best thuis In de zaak. 't Is alles, zo, zo ruw, zo

En dan weet ze 't niet meer te zeggen. Maar dat drinken staat haar zo tegen. Bernardus moet dat niet doen. Nu ja, een enkel glaasje als het niet anders kan. Zij is wel eens bezorgd over hem, zegt ze. 't Is goed dat hij flink is en zich kan redden, maar ze heeft hem voor zijn eten zien bidden en dét is het nu, dat wil ze graag vasthouden, want zij houdt van muziek en in de goede muziek zit iets fijns, iets van overgave, iets .. iets dat je aangrijpt, hoe zal ze het zeggen; iets dat je beter maakt en opheft en zij wil zo graag goed, zij wil zo graag kunnen bidden en samen grijpen naar de genade die er is.

Zowat anderhalf uur hebben ze samen gezeten, dan wordt er zachtjes op de deur geklopt en klinkt Boelens' stem: — 's Is morgen vroeg dag, Trix!

— 's Is morgen vroeg dag, Trix!

— Ja vader!

Dan staan ze we«r naast elkaar, even f root —

— Volgende week weer? vraagt Bernardus.

— Hier of buiten?

— Buiten. — Goed.

— Goed. Dan buigt ze haar hoofd en hij ruikt

Dan buigt ze haar hoofd en hij ruikt haar haar. Heel voorzichtig omarmt hij iets dat broos is en kostbaar, slaat hij een arm om haar heen.

TWAALFDE HOOFDSTUK

Enkele weken doet Bernardus Uitwellingerga nu al slechte zaken. Het vee is vrij duur, en als het vee duur is, willen de boeren veel geld hebben. Bernardus heeft al wel begrepen, en ook de oude Simons heeft hem dat geleerd, dat je beter zaken kunt doen met slappe handel en gewone prijzen. Dan is er iets meer avontuur. Maar eigenlijk is het dat niet. Neen, het zit zo: Dat meisje zit hem in de maag; hij is helemaal in de bonen. In de stad zeggen ze, dat zo iemand verliefd is. Hij ziet alle dingen mooier. Hij kijkt naar de zon en niet naar de maan. Het landschap te zien en in zich op te nemen, maakt hem bijna dronken — en hij ziet de beesten aan, dat ze mooi zijn. Het vernielende, het rotte, het gebrekkige — hij heeft er geen oog meer voor, 't is of hij alles door een andere bril beziet. Kleuren en lijnen betoveren hem en zijn og»n zijn begooeheld. Nu ja, het scheelt geen koe, als hij de dieren taxeert, daar is hij te geroutineerd voor. Maar hü is juist even te hoog met zijn inkopen Juist even te hoog, en dan is niet alleen de winst weg, óók de onkosten van transport moet hij betalen. Bovendien neemt hij soms zijn verlies.

En op een avond vóór de markt, als hij weer bij Boelens logeren zal en een wandeling in alle eer en deugd met Trix gemaakt heeft, en die beiden weer a de huiskamer een avondje samen zijn - en wanneer de vader van Trix op de deur geklopt heeft en gewaarschuwd „dat het morgen vroeg dag is", dan weet Bernardus waar het schort en hu zegt:

— Jij hebt me best geld gekost! — Ik jou geld gekost?

— Ik jou geld gekost?

En dan gebeurt het. Zonder heftige tonelen hebben ze tot nu toe hun avonden doorgebracht, zijn alleen maar biJ elkaar geweest en besloten hun samenzijn met een bijna schuchter kusje, een model verkering voor allervoorzichtigste en allercórrectste burgertjes Maar vanavond breekt er zich iets baan bij Bernardus, hij heeft zich zelf «" zijn bespottelijkheid gezien: een nuchter veehandelaar, die tot over de oren verliefd is en die landschap en vee dweperig mooi vindt, die zelfs een keer zijn moeder een zoen heeft gegeven..

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 februari 1958

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Geluk!

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 februari 1958

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's