Raad van een weduwe – aan het begin van een nieuw schooljaar
Persoonlijk contact
Over een enkele week gaan de schooldeuren weer open. Ze gaan open in een tijd van grote onzekerheid. Dat hebben de afgelopen jaren ons duidelijk laten zien. De directies, ook van onze reformatorische scholen, hebben voor moeilijke keuzes gestaan. De beslissing om over te gaan op onderwijs (gedeeltelijk) op afstand werd met pijn in het hart genomen. Begrijpelijk, want het persoonlijke contact is van onmisbaar belang. Dat geldt voor het overbrengen van kennis, maar zeker ook voor de vorming van onze leerlingen. Bij dat laatste moet niet alleen gedacht worden aan de sociaal-emotionele vorming, maar ook aan een Bijbels genormeerde gewetensvorming, die trouwens niet los van elkaar staan.
Tijdens het onderwijs op afstand is geprobeerd het eigene van onze reformatorische scholen blijvend gestalte te geven. Dat gebeurde onder andere middels digitale Bijbelvertellingen, dag- en weekopeningen en -sluitingen. Vooral tijdens die momenten hebben de leerkrachten het persoonlijk contact gemist en ervaren dat van een ander en vaak minder contact sprake is geweest. De ogen en de houding van de leerlingen laten zien of de woorden ’landen’. Een goede verteller zal de inhoud daarop aanpassen, zal aanvoelen of er op een bepaald moment een voedingsbodem is voor de diepere boodschap van de geschiedenis die wordt verteld.
Basisonderwijs
Anderzijds zijn er ook ouders geweest die het persoonlijk contact met hun kinderen tijdens het onderwijs op afstand als waardevol hebben ervaren en daar op een mooie manier mee zijn omgegaan. Ze hebben des te meer hun verantwoordelijkheid in de opvoeding van hun kind(eren) gevoeld. En dat is een goede zaak. Want de basis van opvoeding en onderwijs wordt thuis gelegd! Het onderwijs op de basisschool is als het goed is voortgezet onderwijs. Het is een voortbouwen op het fundament wat thuis gelegd is. Thuis krijgen de kinderen de basiswaarden mee. De eerste Bijbelvertelling horen de kinderen toch niet pas als ze op school komen? Dan is het menselijkerwijs gesproken al te laat! De doopbelofte geldt primair voor het onderwijs en de opvoeding thuis. Laten de ouders woekeren met de tijd in de eerste levensjaren die de kinderen nog niet naar school hoeven, onder biddend opzien om Gods onverdiende, maar onmisbare zegen. De vorming op school kan nooit de vorming van thuis vervangen. Als de bodem van het hart thuis niet is bewerkt en het zaad thuis niet is gestrooid, dan staan de leerkrachten voor een bijna onmogelijke opgave. Het levensboompje is dan al bijna niet meer bij te buigen.
Onderwijs in onvoorwaardelijke gehoorzaamheid
Een van de belangrijkste waarden waartoe we onze kinderen voor dit leven opvoeden, is de deugd van gehoorzaamheid. Waar gehoorzaamheid ontbreekt, is te vrezen dat het kind opgroeit ’voor galg en rad’. Als ontzag voor gezag ontbreekt, zal dat ook gelden voor het gezag van God en Zijn Woord. Iemand die daarvan was doordrongen, was Mary Winslow (1774-1854). In het boek ’Leven met Christus’ 1 , een titel die het leven van deze vrouw tekent, zijn behartigenswaardige woorden daarover te lezen (pag. 219-220). ’Hoe noodzakelijk is het kinderen op te voeden in de onderwijzing en vreze des Heeren! Wanneer dit niet het geval is zijn ze, zelfs vanuit een werelds standpunt, evenals anderen menigmaal diep ongelukkig. Er zijn geen gelukkiger kinderen dan die vroegtijdig onderwezen zijn onvoorwaardelijk en onmiddellijk gehoorzaam te zijn aan de wensen, opdrachten of geboden van ouders.’
Mary Winslow was ervan overtuigd dat wanneer ouders dulden ’dat hun kinderen hen ongehoorzaam zijn, zij hen absoluut leren te zondigen tegen God door een van Zijn geboden te verbreken en nog wel een gebod waaraan een lang leven is verbonden. (…) Er bestaat groot gevaar om een kind, vanuit het vriendelijk voornemen dit ter wille te zijn, toe te staan tegen onze eigen bevelen in te handelen. Indien u een kind hebt opgedragen iets te doen, sta er dan, hoe on plezierig dit voor u of uw kind mag zijn, met beslistheid op dat het u onmiddellijk en volledig gehoorzaamt. Er dient geen tegenwerping of uitstel te worden toegestaan. Stipte gehoorzaamheid is even prijzenswaardig in een kind als de handhaving ervan betamelijk is in een ouder. De besliste en vriendelijke eis van het ouderlijk gezag dwingt respect af en verwerkt zelfs eerbied en liefde in het kind ten opzichte van de ouders. Zo dan, indien u begeert dat uw kinderen met diepe achting en genegenheid voor u zouden opgroeien, sta dan op deze kinderplicht – de plicht van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid – en begin er vroegtijdig mee. Op een rechte wijze te beginnen betekent op een rechte wijze te eindigen.’
Aan dit voor ons allen beschamend onderwijs voegen we toe dat Mary Winslow zeker geen harde opvoeding heeft bedoeld, waarbij kinderen een weerzin zouden krijgen tegen een leven in gehoorzaamheid en naar Gods Woord. Daar heeft Paulus voor gewaarschuwd: En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren (Éf. 6:4). Uit haar levensbeschrijving met uittreksels uit brieven aan en van haar kinderen blijkt dat haar opvoeding zeer liefdevol was.
Onbekwaam
Het leven van Mary Winslow was veelbewogen. Ze voelde zich na de boodschap van het sterven van haar man, waarna ze achterbleef met tien kinderen, een hulpeloze weduwe en dacht weg te zinken in totale onbekwaamheid vanwege de geweldige overtuiging van haar zwakheid. Maar ze mocht later ervaren wat de Heere haar na een nacht van strijd beloofde: ’Ik zal een Vader voor uw vaderloze kinderen zijn’. Ondanks dat ze haar onbekwaamheid voelde, wist ze ook wat haar plicht was – en daarmee ook de plicht van iedere ouder. Dat bracht haar tot de volgende waarschuwing: ’En hoezeer zullen zij rekenschap moeten afleggen, die hun kinderen slechts hebben opgevoed om hun vertrouwen alleen maar te stellen op een wereld die voorbij gaat en die hen overbrengt naar een andere’ 2 . Waarop ze vervolgt: ’Godvrezende ouders kunnen hun kinderen niet bekeren, dat kan God alleen. Maar zij kunnen ze tot Jezus leiden en hen opvoeden in de vreze des Heeren. En als zij dit gedaan hebben, dan hebben zij alles gedaan wat zij kunnen. Want de Heilige Geest alleen kan het hart veranderen en om die Geest moeten wij bidden, totdat we hen veilig zien in de ark. Elk ogenblik dat zij daarbuiten zijn is van gevaren vervuld. Zij moeten wederom geboren worden. Christus heeft het gezegd. Dat is geen verandering van gevoelen, noch een uitwendige levensverbetering. Het is een nieuw hart, dat wordt ingeplant door de Heilige Geest. En als zij dat bezitten zullen zij het weten’.
De Heere schenke voor het komende cursusjaar het gebed om die Geest en de vervulling daarvan, voor de opvoeding thuis en op school!
Noten
1. Mary Winslow, Leven met Christus, Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 1997.
2. Mary Winslow, Leven en sterven met Christus, Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 1999 (pag. 211).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's