Israëls jubel
Op 26 april vierden de Joden de 75 e verjaardag van de staat Israël. De band tussen het Joodse volk en het beloofde land is 4000 jaar oud.
De HEERE beloofde aan Abraham dit land: ‘Want al dit land, dat gij ziet, dat zal Ik u geven, en uw zaad, tot in eeuwigheid’ (Gen. 13:15). Mozes mocht de vervulling bezingen: ‘Hij heeft ons dit land gegeven, een land vloeiende van melk en honig’ (Deut. 26:9). Zijn wij met Israël verblijd dat zij weer wonen in hun land?
Het was overigens niet zozeer de Bijbel als wel de Verlichting die de Joden uit hun getto’s deed terugkeren. Het Joodse volk werd modern. Zij wilden gerespecteerd zijn zoals de andere volken, liefst in hun eigen land. Theodor Herzl stichtte de beweging van het Zionisme, die dit verlangen formaliseerde. Voor het zover was, rolden er nieuwe golven van antisemitisme over hen heen, met het Duitse nationaalsocialisme als absoluut dieptepunt. Het zionistisch verlangen naar een eigen land kreeg door deze Jodenhaat een nieuwe impuls.
Herzl
Theodor Herzl was een Weense journalist, een man met felle ogen en een zwarte baard. Hij besefte dat zonder een eigen staat de Jood nooit gerespecteerd zou worden. Zijn verlangen werd officieel op het eerste Zionistische Congres in 1897. Toen Herzl in 1904 op 44-jarige leeftijd stierf, beheersten de Turken nog steeds Palestina, maar het vuur was gaan branden. Als dank voor de Joodse steun tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de geallieerde mogendheden erkende Groot-Brittannië het Joodse recht op een thuisland in Palestina.
Onder Brits toezicht stroomden vele Joden terug naar hun land. Dit tot grote verontrusting van de lokale Arabieren, die nu ook interesse kregen voor de grote wereldpolitiek. Op 29 november 1947 stemden de Verenigde Naties in met een thuisland voor de Joden. Zowel de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten gaven hun akkoord. Wereldwijd waren de meeste landen nog steeds geschokt vanwege alle nazigruwelen. Toch bracht deze beslissing gelijk al de vonk van een nieuw conflict met zich mee. De Joden hadden recht op land, maar de Palestijnse Arabieren niet minder. De Joden aanvaardden het compromis als eerste begin. Beter een half brood dan geen brood, zei Ben-Gurion. De Arabieren verwierpen het besluit. Het eerste conflict brak uit met meer dan duizend slachtoffers aan Joodse zijde.
Op 14 mei 1948 las David Ben-Gurion, na ruim 2500 jaar diaspora, de onafhankelijkheidsverklaring voor. In de toespraak verwees hij naar de Bijbelse wortels van het Joodse land.
Van alle kanten vielen vijanden het land binnen. Israël stond als een onbewapende David tegenover een machtige Goliath. Vanwege de vijandigheid van de Arabieren kwam er een ware exodus op gang van 850.000 Joden uit de omringende Arabische landen. Hierdoor stabiliseerde de jonge staat Israël.
Vele conflicten volgden waaronder de Zesdaagse Oorlog (1967) en de Jom Kipoer-oorlog (1973). Sinds deze laatste oorlog heeft geen enkel Arabisch leger Israël meer aangevallen. Er zijn zelfs vredesverdragen getekend, zoals met Egypte en Jordanië. Na 75 jaar is Israël een welvarend land met een eigen identiteit en taal. Gefeliciteerd!
Jubeljaar
De belangrijkste jubel ontbreekt nog. De Bijbelse jubel. In Leviticus 25 vinden we de eerste verwijzing naar het jubeljaar. Als herinnering aan de bevrijding uit de slavernij van Egypte zou elke vijftig jaar een jubeljaar zijn. Velen interpreteren het jubeljaar als een sociaaleconomisch herstel van verloren bezit. Maar het jubeljaar heeft een veel hoger doel, namelijk om niet onrustig te zijn over aardse beslommeringen, maar om rust te vinden in God. ‘Een sabbat den HEERE’ (Lev. 25:2). En die rust is er ook voor Israël alleen in de grote Silo, de Rustaanbrenger. In Hem is de rust van het jubeljaar vervuld. ‘Om te prediken het aangename jaar des Heeren’ (Luk. 4:19).
Jubileren is niet bejubelen wat wij hebben opgebouwd. Maar juist andersom te belijden wat er in de voorbije jaren aan Israëls kant ontspoord is en naar Gods liefdeswet moet worden hersteld. Door menselijke hebzucht zijn familiebezittingen teloorgegaan. Deze zelfzucht wordt in elk jubeljaar opnieuw aan het licht gebracht. De wet in stenen tafelen bleek niet bij machte het volk tot God te bekeren. In het jubeljaar blikte men ook vooruit naar het jubeljaar van Hem Die komen zou om de schuld te verzoenen en de wet te schrijven in de harten (Rom. 2:15). Die jubel wensen we het Joodse volk van harte toe.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 2023
De Saambinder | 20 Pagina's
