Het wonder van Colijnsplaat
Wie bij het vroegere kerkje van Colijnsplaat de straat uitloopt, staat al bijna aan de haven. Daar herinnert een monument aan de watersnood van 1953.
Bij de vloedplanken hield een groep mannen enige tijd een wankelende steunbeer tegen, totdat plotseling een losgeslagen binnenschip als golfbreker voor de planken terechtkwam. Het dorp bleef droog, maar het was kantje boord. Het werd het wonder van Colijnsplaat genoemd.
In die jaren (1952-1955) kwam ds. F.J. Dieleman om de twee weken in Colijnsplaat om catechisatie te geven en daarna een weekdienst te vervullen. Op een keer gaf hij alle catechisanten bij het weggaan een hand. Dat deed hij anders nooit. De week erna is hij verongelukt. Daarna kwam ds. A.F. Honkoop steeds naar Colijnsplaat om te catechiseren en te preken.
Niet geslapen
In 1960 ging student G. Schipaanboord voor. Zijn zoon vertelde later: ‘Een van de laatste zondagen toen zijn vrouw nog leefde, moest hij naar Colijnsplaat. Een reis om de wereld: om twaalf uur met de fiets (koffertje achterop) naar station Leiden, overstappen in Rotterdam, in Goes met een bus naar Katseveer, vervolgens met de pont en ten slotte weer een bus om naar zijn logeeradres te komen. Daar kwam hij dan om half acht aan.
Toen hij die zaterdagavond in Colijnsplaat zijn onderdak had gekregen, stortte hij zijn hart uit bij zijn gastvrouw toen zij vroeg hoe het met hem en zijn gezin ging. Een zeer ernstig zieke vrouw en een groot gezin thuis moeten achterlaten, het viel hem zwaar. De volgende ochtend voor de kerkdienst vroeg zij of hij goed geslapen had. ‘Ach, dat ging nog wel. U toch ook wel?’ Nee, die vrouw vertelde dat ze de hele nacht met mevrouw Schipaanboord had liggen worstelen aan de troon der genade. Dat was nog tot bemoediging’.
Vier sterfgevallen
Ds. A.F. Honkoop wees tijdens de ledenvergadering op 18 januari 1962 op het ongewoon grote aantal leden dat was overleden: ‘Als we dan zien dat er in het afgelopen jaar vier personen uit deze gemeente zijn weggenomen en dat er ook van Gods volk onder geweest zijn, brengt het ons nog weleens in het verborgene? Dat we dan het oog op de Heere mochten slaan, dat er nog eens bidders gemaakt mochten worden’. Op 4 februari 1964 werden H.J. Mol en M. Nijsse tot diaken gekozen. Om de twee weken lazen ze een preek. Ouderling C. Nijsse deed dan ‘voor het borretje’ (de katheder) het grote gebed.
Mol was bij zijn huwelijk in 1961 van ’s-Gravenpolder naar Colijnsplaat verhuisd om er een Spar-supermarkt te beginnen. ‘Ik zag er enorm tegenop om een dienst te leiden, maar als ik eenmaal op de preekstoel stond, ging het wel’, zegt de nu 82-jarige Kapellenaar. ‘De prediking heeft in die jaren kracht gedaan, bij mezelf en bij anderen. Het is een goede tijd geweest’. In oktober 1965 verhuisde ouderling C. Nijsse (1926-1998) naar Goes. Zijn broer, diaken M. Nijsse (1923-1997), werd een jaar later zijn opvolger. In de tussentijd kwamen ouderlingen uit classisgemeenten lezen. Mol haalde hen thuis op. ‘Ze leidden meestal één dienst, de andere twee moesten we zelf doen’.
Ouderling M. Butijn uit Yerseke legde huisbezoeken af. ‘Ik ging met hem mee naar oud-diaken L.A. de Waal. Die begon te vertellen. Toen we weer buiten stonden, zei Butijn: Nou heb ik nog eens een levende man ontmoet’. Toen Mol 27 jaar was, was zijn ambtelijke loopbaan voorbij: hij verhuisde naar Vlissingen, omdat het winkeliersbestaan naast de zorg voor twee kinderen voor zijn vrouw te zwaar was.
Watersnood
M. Nijsse kwam in juni 1962 over uit Kortgene. Zijn vader was daar koster, zijn opa was ouderling in Wolphaartsdijk.
Diepingrijpend was de watersnood van 1953 geweest. Vanaf de dijk bij Kortgene had Nijsse machteloos moeten toezien dat zijn huis instortte en zijn vrouw en beide kinderen omkwamen. Later is hij hertrouwd. Hij verhuisde naar Colijnsplaat toen hij daar havenmeester werd. Tweeënhalf jaar was hij diaken; op 26 augustus 1966 werd hij tot ouderling gekozen. Hij diende de gemeente ruim 25 jaar.
Omdat de middagdiensten matig werden bezocht en omdat er in januari 1968 maar één ambtsdrager overbleef, werd toen besloten van drie naar twee diensten te gaan. Er kwamen nu maar zes à acht mannen naar de ledenvergaderingen.
slot volgt
De foto vorige week was niet van diaken Joh. Breure, maar van zijn vader, diaken N. Breure.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2023
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2023
De Saambinder | 24 Pagina's