Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een toebereide bruid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een toebereide bruid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Johannes zag op Patmos ‘de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is’ (Openb. 21:2).

Onze kanttekenaren wijzen hier op de triomferende Kerk, die als een toebereide bruid tot haar Bruidegom Christus geleid wordt voor ieders oog. De Heere wil sommigen van Zijn kinderen ertoe verwaardigen daar ook op aarde in te doen delen bij hun sterven. Ook Ruth Bryan mocht in die genadewel- daad delen. In dit laatste artikel willen we proberen daar iets over door te geven.

Ziekbed

We beperken ons tot het laatste jaar van haar leven op aarde, 1860. Op de Nieuw- jaarsdag schrijft ze in haar dagboek: ‘Ik lijd erg naar het lichaam, maar ik hoop dat de Heere mij zal versterken om vanavond naar het feest op te gaan. Dierbare Mel- chizédek, kom ons tegemoet met brood en wijn, geef het Zelf aan ons, en geef er Uzelf in’.

En… ze mocht opgaan naar het huis des Heeren om daar een zoete inleiding in het lijden van Christus te ontvangen. Ze ver- zucht: ‘O, dat dit een Naftali-jaar mag zijn, vol van de zegeningen des Heeren’ (Deut. 33:23). De Heere heeft haar inderdaad zo’n jaar willen geven.

Ruth ervaart de afbraak van haar lichaam. Als een vriendin haar vertroosten wil door te zeggen dat ‘haar hemelse Vader haar geen slag te veel zal opleggen’, antwoordt Ruth haar: ‘Maar ik heb niet het gevoel dat Hij mij slaat. Ik kán dat gevoel niet hebben. Hij heeft mij in de oven gebracht, maar niet als een straf’. Ruth zag de ingrijpende ziekte die haar lichaam afbrak als een wagen van haar Bruidegom. Ze schrijft: ‘Ik heb veel inwendige koorts, die mij ’s nachts rusteloos maakt, maar ik heb deze koorts mogen zien als die dienstknecht van mijn Vader, die Zijn wil gehoorzaamt. Hij zegt: ‘Koorts, ga naar dat kind toe, en werk in haar gestel, en verstoor haar rust’; en hij komt, maar alles geschiedt in ver- bondsliefde. Hij heeft ook gezegd: ‘Kanker, ga naar dat kind, en verwond haar vlees, en ondermijn haar kracht’; en hij is gekomen, en doet Zijn werk en Zijn wil, maar alles is liefde’.

In maart kon ze de Avondmaalsbediening niet meemaken, wat haar zeer smartte. Maar bij het lezen van de laatste drie hoofdstukken van het evangelie naar Johannes ‘kwam Jezus binnen (terwijl de deuren gesloten waren) en gaf mij een gezegende tijd’. Op haar verjaardag (6 juli) richt ze haar laatste Eben-Haëzer op. Ze schrijft: ‘Ik wacht tot Gij mij zult halen om met U te zijn, en Uw heerlijkheid tot in eeuwigheid te aanschouwen. O, mijn aan- biddelijke Heere, wees merkbaar met mij in de laatste rivier’.

Haar hele leven had Ruth tegen die laatste vijand opgezien: de dood. Hoe wonderlijk nam de Heere Zelf de vrees des doods bij haar weg en ging Hij haar voorbereiden op deze doortocht.

Sterfbed

Haar ziekte werd steeds erger en haar lijden werd intenser. Rond haar sterfbed verzamelden zich haar (weinige) vrienden. Het werd een getuigenis van Gods onuit- sprekelijke goedheid voor zo’n verloren zondares in zichzelf. Ze sprak de taal van de Schrift, waarin ze doordrenkt was. Bij een bepaalde gelegenheid mocht ze zonder enige vermoeidheid twee uur lang haar hart uitstorten in ‘lofzangen en pleit- redenen’. Ze mocht verkeren in de zoete nabijheid van Hem, Die haar ziel liefhad. Meer en meer werd ze afgebroken naar het lichaam. Toen de tekenen van haar naderend einde steeds duidelijker werden, werd haar verlangen om afgelost te worden steeds groter. Een vriendin zag hoe ze de zwarte linten van haar muts haalde en die verving door witte. Ter ver- klaring sprak ze tot haar vriendin: ‘Ik ben op weg naar mijn bruiloft. De Bruidegom moet mij niet in rouwgewaad aantreffen’. In de vroege morgen van 27 juli 1860 mocht Ruth Bryan de rust ingaan, die er overblijft voor het volk Gods.

‘Ik houd helemaal niet van begrafenispreken, maar als enigen van mijn lieve vrien- den het wensen, laat het zijn vanuit mijn eigen dierbaar gedeelte, 1 Tim. 1:15. Niet bestudeerd, maar heel eenvoudig, alles over Jezus. Niets over de onwaardigste R.B. - prijs Hem slechts voor het zaligen van zo’n zondares; en vertel arme zon- daren veel over Hem en over de weg van het geloof’.

Deze woorden zijn te lezen in haar laat- ste wilsbeschikking. En … het tekent haar leven.

We willen deze artikelen besluiten met de wens dat het lezen van deze boeken gezegend mag worden. ‘De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn’ (Spr. 10:7a). En: ‘Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zich- zelven in zijn gemoed’ (Gal. 6:3).

(slot)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Een toebereide bruid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 2022

De Saambinder | 20 Pagina's