Onpeilbaar lijden
Van alle wonderen die in Gods heilig Woord zijn opgetekend, is ongetwijfeld dit het grootste: dat de eeuwige Zoon van God in onze natuur tot in de Godsverlating - dat is tot in de hel - is afgedaald om zondaren te redden van een verdiende, eeuwige rampzaligheid.
Gods recht in dit lijden
Omdat wij Gods recht veracht hebben en Hem door onze zonden de rug toekeerden, hebben we de dood over ons gehaald. Omdat we zondigen tegen de eeuwige God, verdienen we de eeuwige dood. O, dat we toch zagen hoe erg het is om tegen God te zondigen! Wilt u er iets van zien, ga dan naar Golgotha, waar Christus, de Zoon van God, als de grootste der zondaren onder de toorn van Zijn Vader leed, tot in de Godsverlating toe.
Opstand tegen God, afval en ongehoorzaamheid ten aanzien van onze Schepper, is oneindig veel erger dan de verblinde mens wil erkennen. Maar de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt, leert het ons in de wedergeboorte. Dan leren we God recht keuren in Zijn straffen. Wat mag er dan een verwondering komen, als we zien dat er een weg is om de verdiende straf te ontgaan! Een weg, waarin Gods recht verheerlijkt wordt door Zijn Zoon, Die voldoening wilde geven aan de Vader voor de Hem toegezegde bruid!
Gods toorn in dit lijden
Toorn geeft de ervaring van een verbroken liefdesband. Als er geen genegenheid meer wordt gevoeld omdat een geliefde zijn toorn toont, dan geeft dit een gevoel van verlating. Nooit is deze ervaring zo smartelijk geweest als toen Christus de eeuwige toorn van God tegen de zonde gevoelde. De gunst, genade en liefde van Zijn Vader had Hij rijk ervaren, maar nu werd Zijn ziel bedroefd tot de dood toe. Waren Zijn vijanden brandend van haat, verlieten Hem Zijn vrienden, werd Zijn lichaam tussen hemel en aarde gehangen aan de wonden die Hem geslagen waren, oneindig veel erger waren de onuitsprekelijke pijnen en smarten die Hij heeft geleden in Zijn ziel, toen Hij de gunst en liefde van Gods aangezicht miste. Hij riep met een grote stem over de kruisheuvel van Golgotha - en mocht het gehoord worden tot in de schuilhoeken van ons hart: ‘Eli, Eli, lama sabachthani?’, ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ Leer hier hoe erg de zonde is! Billijk Gods rechtvaardige toorn. Is hier geen kracht om de zonden te leren haten?
Gods liefde in dit lijden
De Heere Jezus zegt tot Nicodémus, als Hij hem over de wedergeboorte gesproken heeft: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe’ (Joh. 3:16). Wie kan die liefde begrijpen? God de Vader geeft Zijn Zoon in de dood over voor vijanden, die Hij tot Zijn kinderen wil maken.
Van Christus staat in het evangelie van Johannes, aan het begin van het Lijdensevangelie: ‘En vóór het feest van het pascha, Jezus wetende dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde’ (Joh. 13:1) Onze woorden schieten tekort, maar Paulus mag geïnspireerd door de Heilige Geest schrijven: ‘Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven; maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is als wij nog zondaars waren’ (Rom. 5:7, 8). Geen macht kan zo verbreken als deze zelfverloochenende liefde. Hebben we er ooit zicht op gehad? En wat heeft het ons gedaan? Als dit niet verbreekt, wat zal dan ooit verbreken?
Gods doel met dit lijden
Als de Heere Jezus op Golgotha zijn ‘Waarom?’ uitroept, moet in ons doorklinken dat wij de Godsverlating verdiend hebben, eeuwig verdiend, door onze zonden tegen de grote en eeuwige God. Maar Gods bedoeling is hierdoor een weg te banen voor Godsverlaters om weer kinderen Gods te kunnen worden. In dit werk worden al de deugden van Zijn recht, liefde en genade wonderlijk verheerlijkt. Hoor, hoe Gods Zoon Zich door het geloof in de Godsverlating nog aan God vastklampt, terwijl de Vadernaam Hem op de lippen bestorven is: ‘Mijn God! Mijn God!’ zo roept Hij uit als Borg, in de plaats van Zijn bruid, die in de verlating ten onder zou zijn gegaan als Hij haar niet te hulp zou komen. Wie niet verder kan komen dan de verdoemenis te verdienen, kan door deze Borg worden gered! Bent u dit niet?
Wie door dit lijden niet gered wil worden omdat hij geen bekering of vergeving zoekt, zal eens horen: ‘Gaat weg van Mij, gij vervloekten’. Die zal zelf de straf moeten dragen. Zalig die in de Godverlating van de Borg al het nodige vinden voor hun redding. Lodensteyn zong van ‘Jesus lijdende liefde’:
Mijn ziel, die op de diept’
van desen afgrond staart
en suyselende ziet geen eynd van
liefde; paart
vreugt en verwondering, en roept:
o! Heydenwensch!
o Jesu! Jesu lief! wat deedt Gy
voor den mensch!
Op 2 februari stuurde ds. C.J. Meeuse deze gevraagde bijdrage in aan de redactie van De Saambinder. Slechts enkele dagen later, op 7 februari, moest hij met spoed worden opgenomen in het ziekenhuis te Goes. In overleg met de familie plaatsen we zijn artikel over het vierde kruiswoord, in het uitzien of de Heere hem goed en nabij zou willen zijn.
De familie laat weten dat er in de gezondheidstoestand enige vooruitgang mag zijn. ‘Dat is reden tot grote dankbaarheid’.
En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem, zeggende: Eli, Eli, lama sabachthani? Dat is: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?
Mattheüs 27:46
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
