De heiligmaking
"Jaagt de vrede na met allen en de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zien zal". Hebreen 12:14.Er is een algemene verontrusting over de vervaging van normen en waarden onder de jeugd. Deze verontrusting heeft sommige ministers er toe gebracht om de scholen te vragen hun leerlingen bij te brengen wat goed en kwaad is. Premier Lubbers heeft zelfs het idee geopperd om ontspoorde en criminele jeugd een tijd in tehuizen op te nemen, waar hen door middel van een streng regiem weer normen en waarden bijgebracht zullen worden. Dit tekent de situatie in ons land.
H et is een situatie, die ool< aan de reformatorische jeugd niet voorbijgaat. Ook daar zien we een vervaging van de normen en een toename van vandalisme, werelds gedrag, verslaving en criminaliteit.
De grote vraag is: Wat kan er gedaan worden om dit steeds meer opkomend kwaad te keren?
Wanneer we de verslagen van de openingen van het nieuwe cursusjaar van onze reformatorische scholen in de krant nagaan, kan geconstateerd worden dat alle scholen met het hierboven geschetste probleem worstelen.
Alleen het hebben en handhaven van de zuivere leer schijnt geen garantie te zijn voor een christelijke levenshouding. Tegelijk valt dan ook te constateren, dat alle schoolleidingen naar een zelfde middel grijpen om deze bedenkelijke en zorgelijke ontwikkeling te keren.
Men heeft een lijst met bepaalde normen en regels opgesteld omtrent kleding, haardracht, gedrag en andere zaken waaraan de leerlingen en de ouders zich moeten houden.
Kortom de wacht wordt betrokken bij de toegangspoort tot de scholen.
Dit is nodig en goed. Onze jonge mensen hebben regels nodig en moeten weten waar zij aan toe zijn.
Maar indien dit alles is wat onze scholen doen aan het bijbrengen van normen en waarden, schieten we tekort. Het bastion dat op deze manier wordt opgericht en de dikke muren waarachter we ons terugtrekken getuigt dan tegelijkertijd van onze zwakheid.
Op het hart van onze jeugd moeten wij ons in de opvoeding richten. Hun gezindheid en kijk op de dingen moet worden veranderd. Het gaat niet alleen om een uiterlijke conformatie aan de regels en wetten van de school, maar om de vreze Gods.
Wij spreken over normen, waarden, identiteit en regelhandhaving. Het bijbels spreken stijgt echter hoger en spreekt over heiligmaking.
Het is mijn vaste overtuiging dat dit het doel moet zijn waarop onze scholen zich moeten richten. We mogen geen lager doel hebben dan jonge mensen op te voeden tot de vreze des Heeren. Daarom mogen we niet tevreden zijn met de naleving van op zichzelf goede en noodzakelijke regels.
Wat is heiligmaking
Wanneer we de Schriften nagaan richt de heiligmaking zich op drie relaties:
1. Heiligmaking wijst allereerst op een relatie met God.
We behoeven hier slechts aan Henoch te denken, die met God wandelde en God behaagde.
Ten opzichte van God bevat heiligmaking drie zaken: de vrees van God, de liefde tot God en de gemeenschap met God.
Heiligmaking is de vervulling van het gebod: "Gij zult liefhebben de Heere uw God met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand, en met geheel uw kracht".
2. Heiligmaking wijst op een relatie met onze naaste.
Heiligmaking heeft te maken met vredelievendheid, barmhartigheid, goedheid, ootmoed, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, verdraagzaamheid, weldoen en boven alles met de liefde als de kroon der volmaaktheid.
Heiligmaking is de vervulling van het gebod: "Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf".
3. Heiligmaking heeft te maken met een nieuwe relatie tot onszelf.
Het is een vernieuwing naar het evenbeeld van God, Die ons geschapen heeft. Deze vernieuwing is definitief, maar ook voortschrijdend en onvolmaakt. Het bestaat uit een toenemen in genade, liefde, geloof, ootmoed, kennis, gehoorzaamheid, godzaligheid, goedheid, vriendelijkheid, tevredenheid, geduld, zelfverloochening en heiligheid. Heiligmaking is niet minder dan gelijkvormigheid aan God.
Daarom heeft heiligmaking grote invloed op ons karakter en innerlijk.
Heiligmaking brengt de dood tot onze oude mens en het leven tot de nieuwe mens. Het kan alleen tot stand komen via de kruisiging van ons oude "ik".
Naar de praktijk van het onderwijs toe betekent dit dat er aan deze drie relaties gewerkt moet worden.
We moeten in onze jongeren zien te wekken en te bevorderen:
1. Eerbied voor God, liefde tot God en een persoonlijke omgang met God. 2. Liefde tot de naaste. 3. De doding van de oude mens.
De vraag is dan: Hoe kan dit het beste geschieden?
De bron en het motief
Hoe wordt de heiligmaking betracht?
Wat is het beste middel om onszelf en anderen tot het dienen van God en onze naaste te brengen?
Hoe krijgen we die heilige gesteldheid van het hart die daartoe noodzakelijk is?
Dit zijn essentiële vragen rondom de heiligmaking.
Onze gevallen natuur is een vijand van de heiligmaking. Dit komt aan het licht in de openlijke goddeloosheid van de mensen. Dan roept men: "Wijk van ons, want aan de kennis Uwer wegen hebben wij geen lust" Job 21 : 14.
Maar het komt ook aan het licht in een wettische vroomheid. De wortel van het wetticisme is: zelfhandhaving. Men zegt dan met de farizeeër: "O God! Ik dank U, dat ik niet ben gelijk de andere mensen" Lukas 18:11.
Simon de tovenaar bleef met al zijn godsdienst nog een gans bittere gal en samenknoping van ongerechtigheid. Heiligmaking is ook iets anders dan morele goedheid en uiterlijke godsdienstigheid.
Het gaat in de heiligmaking niet om het doen van het goede op zichzelf, maar om het beminnen van het goede. Evenals het in de eerste plaats niet gaat om het nalaten van het kwaad, maar om het haten van het kwade.
Wij zijn reeds tevreden als het goede gedaan wordt en het kwade wordt nagelaten. Maar de heiligmaking mikt hoger.
Ons hart moet tot heiligheid geneigd worden. Er moet een vermaak en een lust zijn in Gods geboden. Hoe zullen we ooit zonder liefde tot God en lust tot heiligheid Gods Wet kunnen houden?
Er mag dan een zekere godsdienstigheid zijn en een wettische betrachting van allerlei regels, maar er is geen liefde tot God en de naaste. Terwijl ook het vlees niet echt gekruisigd wordt. Want dat wordt pas gekruisigd wanneer alle hoogten neergeworpen worden, die zich verzetten tegen het zalig worden als een goddeloze door het geloof in Christus.
Een nieuwe geboorte is daarom de bron van de heiligmaking. God herstelt in Zijn volk de neiging en bekwaamheid tot heiligheid. Hij doet dit door in hen een nieuw hart en een nieuwe geest te scheppen. Dit is de wortel van de heiligmaking. Daarom is de heiligmaking iets anders dan verbetering van leven, vroomheid of moraal. Het is het ontvangen van een nieuw beginsel in de ziel, dat ons neigt en in staat stelt tot het doen van heilige daden.
Heiligmaking bestaat niet slechts uit uiterlijke godsvrucht of nauwgezet nakomen van alles wat God gebiedt. Heiligmaking is allereerst een geestelijke zaak en bestaat in heilige gedachten en begeerten. God vernieuwt eerst ons hart en werkt in ons een nieuw beginsel. Zonder dit nieuwe beginsel bestaat geen heiligmaking.
Het is een grote dwaling te denken, dat het genoeg Is ons leven in overeenstemming te brengen met Gods Wet en te vergeten dat ons hart en onze staat veranderd moet worden. De boom moet eerst goed gemaakt worden, dan draagt deze ook nieuwe en goede vruchten. Daarom moeten we als opvoeders onze aandacht vooral op het hartvan de jeugd richten. Hun innerlijk moet vernieuwd worden.
De plaats van de heiligmaking
Walter Marshall zegt: "Wij moeten eerst de vertroosting van het Evangelie ontvangen, eer wij in staat zijn om de plicht van de Wet oprecht te volbrengen". In ben bang, dat dit voor sommigen als een ketterij klinkt. Toch is het boek van Walter Marshall één van de beste werken over de leer van de heiligmaking.
De volgorde is niet: Eerst de Wet betrachten en dan op het Evangelie ho pen. Het is juist andersom: Eerst als een schuldig zondaar op het Evangelie hopen en dan de Wet betrachten. Daarom begon de afkondiging van de tien geboden met het Evangelie: "Ik ben de Heere uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis uitgeleid heb". Wanneer wij mensen tot heiligmaking willen brengen, moeten wij ze eerst trachten te brengen tot hopen op het Evangelie van Gods genade. Zonder een bevatting van Gods barmhartigheid in Christus is ons houden van de Wet slechts wetticisme.
Goede gedachten en voorstellingen van God zijn nodig om met het hart Zijn geboden te houden. Hoe meer wij zien van Gods oneindige goedheid en barmhartigheid, hoe meer het hart verbroken zal zijn over de zonde en hoe meer onze genegenheden opgewekt worden om Hem te dienen. Zonder deze kennis houden wij God voor een harde Meester en zien Zijn geboden als moeilijk en zwaar. Gods liefde moet gekend en ondervonden zijn om Zijn wetten uit liefde en toegenegenheid te houden.
Johannes zegt: "Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad". Nooit vond iemand enige ware liefde tot God in zijn hart of zij was gewerkt en opgewekt door een besef van Gods liefde en barmhartigheid jegens ons. Alleen van Gods toorn en vloek te horen en te weten maakt dat wij God haten en wensen dat God er niet was. Of het maakt farizeeërs en huichelaars. Een slaafse vrees kan alleen tot slaafse en huichelachtige plichtsbetrachtingen dwingen.
Het geloof in Christus noopt tot heiligmaking. De kennis van de liefde waarmee Christus ons heeft liefgehad, is één van de sterkste beweegredenen tot heiligmaking. (Gal. 2 : 20).
Wanneer een zondaar veroordeeld door de Wet en zijn geweten tot Christus komt, wordt ons geweten niet alleen bevrijd van de vrees voor Gods toorn, maar ook van de slaafse neiging om door het doen der Wet de hemel te verdienen. (Hebr. 9 : 14).
Dit is ervaring van allen, die in hun nood en schuld door het geloof verstaan hebben dat Christus' werk zo volkomen is, dat daar niets van ons bij kan en ook niets van ons bij hoeft. De kennis van Christus brengt bevrijding, niet alleen van de vrees voor Gods toorn, maar ook van de krampachtige pogingen om door goede werken de zalig-
held te verdienen. Zo alleen worden wij naar het Woord van God bekwaam om de levende God te dienen. De mens wordt dan gedrongen om Hem, Die hem of haar 20 uitnemend heeft liefgehad wederkerig lief te hebben en zich geheel tot de gehoorzaamheid aan Gods wetten over te geven. Zij hebben de heiligmaking niet gekend en nooit beoefend, die denken dat een mens daartoe komen kan zonder liefde tot God en Christus. Daarom moeten wij zoeken om de zondaren eerst tot het geloof in Christus te brengen. Dan volgt de heiligmaking als een natuurlijke vanzelfsheid. De Wet geneest onze verdorvenheid immers nooit. Dat komt alleen tot stand door de kennis van Gods vergevende liefde in Christus.
Raadgevingen
Op de weg van de heiliging van hart en leven moet steeds voorop staan dat God liefhebben met ons gehele hart en al onze zielsvermogens het eerste en grote gebod is. Zonder liefde tot God is onze dienst maar slaafs en mistroostig. Zouden wij God kunnen beminnen en Zijn wetten onderhouden, zonder God als het hoogste en beminnelijkste goed te zien? God is gewoon mensen met liefdekoorden tot Zijn dienst te trekken. Wij kunnen geen mensen bekeren en tot een hartelijke neiging brengen om God lief te hebben, maar wij moeten God wel aan hen voorstellen als dienenswaardig en beminnenswaardig.
Verder moeten we letten op de orde van de rechtvaardigmaking en de heiligmaking. Wij moeten eerst door het geloof met Christus de Wijnstok worden verenigd om daarna vruchten te dragen. Voor alle andere dingen moet dit eerst gebeuren. Wij draaien de orde nogal eens om. Wij zoeken ons eerst te heiligen en te verbeteren om daarna tot Christus te komen. Dit is echter een doodlopende weg. Eerder kan men een Moorman wit wassen dan het vlees tot heiligheid bewegen. Wie met het komen tot Christus wil wachten totdat men zich geheiligd heeft, zal eeuwig moeten wachten. Men moet eerst als een onheilige en verdoemelijke zondaar tot Christus vluchten om daarna in de vereniging met Hem vruchten te dragen. Niets kan de heiligmaking zo zeer bevorderen als het geloof in Christus. De evangelie-troost van de vergeving der zonden door Christus' bloed is de sterkste drang tot levensheiliging. Vandaar de bekende uitspraak van Preston: "die het sterkste geloof heeft, die in de hoogste trap de belofte van de vergeving van zijn zonden heeft, die, durf ik zeggen, heeft het heiligste hart en de heiligste wandel".
Wederom moeten we zeggen, dat wij niemand van zijn werkheiligheid kunnen genezen of een bedrukte kunnen opheffen, maar wij moeten Christus wel voor hen stellen in Zijn volheid, gewilligheid en gepastheid en leren dat hoe ellendiger, zondiger en bedrukter wij zijn, hoe gewilliger Christus is om ons te ontvangen en te redden. Hierin is het verschil tussen een wettische godsdienst en de evangelische heiligmaking. De wettische godsdienst kent de liefde van Christus niet en staat los van Christus en het geloof.
De beste methode
Uit dit alles volgt dat de beste middelen om mensen tot heiligmaking en een hartelijke gehoorzaamheid aan Gods geboden te brengen is, om God aan hen voor te stellen in Zijn dienenswaardigheid en Christus in Zijn volheid en algenoegzaamheid. We moeten onze jonge mensen laten zien dat de dienst van God een liefdedienst is. Hoeveel is er niet uitgegaan van eenvoudige vromen, die dit in woorden en leven aan jonge mensen duidelijk gemaakt hebben.
Temidden van alle klatergoud van de wereld moet hen getoond worden dat Christus alleen de Parel van grote waarde is. Hoe kunnen wij ze bewegen alles schade en drek te achten om Christus te gewinnen, wanneer Christus hen niet voor ogen gesteld wordt in Zijn uitnemendheid en beminnelijkheid. De Parel moeten wij ze laten zien! Daarom zegt ook Comrie: "Ik heb in het beloop van mijn leven en ook van mijn bediening ondervonden, dat het prediken van de vrije genade, van de heerlijkheid van de persoon van de Middelaar, van het aanbod van zaligheid, van de gewilligheid van Christus om te zaligen en van de voorrechten van hen, die in Hem zijn, het meest teweegbrengt om de harten onder lieflijke aandoeningen te brengen". (A. Comrie, H.Cat. biz. 44).
Voor Gods kinderen blijft de heiligmaking een zaak van "ten dele", maar ook van "ik jaag er naar".
De gedurige kennis van de ijdelheid van onze gedachten, de hardnekkigheid van onze wil en de vleselijkheid van ons begeren, vervult met een gedurige schaamte omtrent zichzelf. Iemand, die geen bevindelijke kennis heeft aan deze heilige schaamte en de verfoeiing van zichzelf heeft geen kennis aan de ware natuur van de heiligmaking. Maar tegelijk verwekt de toenemende kennis van de liefde van Christus tot zulke onheiligen en de ondervinding van de kracht van Zijn bloed, een toenemende begeerte om tot Gods eer te leven. Zo doet het geloof dat door de liefde werkt, ons het pad van Gods geboden betreden.
Gespreksvragen
1. Is heiligmaking een zaak van het innerlijk of het uiterlijk?
2. Met welke relaties heeft heiligmaking te maken?
3. Wat is de wortel van de heiligmaking?
4. Wat is de drijvende kracht van de heiligmaking?
5. Welke twee zaken mist een wettische godsdienst?
6. Moet de oude Adam opgeknapt of gekruisigd worden?
7. Is strijd met de zonde een gezond teken?
8. Wat blijft de grote drang tot de heiligmaking?
Ds. C. Harinck
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993
De Reformatorische School | 60 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1993
De Reformatorische School | 60 Pagina's