De Doop
‘Leer de natie haar doop verstaan en waarderen en Kerk en Staat zijn gered.’ Misschien heeft u deze uitspraak weleens gehoord. Ze is afkomstig van J.A. Wormser, die leefde in de negentiende eeuw. Een groot deel van de Nederlanders was toen nog gedoopt. Dat is allang niet meer het geval. De gedoopten vormen een steeds kleinere groep. Maar verstaat die kleine groep gedoopten wel wat het is om gedoopt te zijn? Leven Gods kinderen wel op de hoogte van het Nieuwe Testament als het gaat om de Heilige Doop? Laten we eens luisteren naar Petrus’ dooponderwijs.
Petrus schrijft in zijn eerste brief dat de doop ‘ons nu ook behoudt’. De doop redt ons. Wat bedoelt hij daarmee? Dat wordt duidelijker als we de context erin betrekken. In het vers hiervoor verwijst Petrus namelijk naar die verschrikkelijke geschiedenis van de zondvloed. Als gevolg van de slechtheid van de mensen besloot de Heere de aarde schoon te spoelen. Huiveringwekkend – vooral als we bedenken dat dit maar geen verhaaltje is, maar daadwerkelijk is gebeurd! De hele wereld kwam onder water te staan. Alle leven eindigde in de dood... Alle? Nee! Petrus schrijft: ‘waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water’ (vers 20). Noach en zijn gezin, ze kwamen door dat water van het oordeel heen. Grote barmhartigheid van Godswege! Acht kostbare mensen zijn gered.
‘En nu jullie’, zegt Petrus als het ware tegen zijn lezers. ‘Jullie zijn ook gered. Waar u een leven leidde zonder God en de golven van Gods oordeel al onderweg waren om het zo verdiende vonnis te voltrekken – de Heere kwam in uw leven! Hij heeft u genadig behouden.’ ‘Hoe dan, Petrus?’ ‘Door de doop.’ Nu fronsen we onze wenkbrauwen, is het niet? We willen de godzalige Petrus niet verbeteren, zijn woorden zijn immers ook geïnspireerd door de Heilige Geest. Maar dan toch die vraag: je wordt toch niet automatisch gered door de doop?
Nee, en dat bedoelt Petrus ook niet. Lees maar verder: ‘niet die een aflegging is van de vuiligheid des lichaams’. Door de doop worden onze zonden niet als vanzelf afgewassen. Al zou het doopwater ons van top tot teen nat maken, zonder geloof hebben we geen vergeving. Want ‘alleen het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest reinigt ons van alle zonden’ (HC antwoord 72). Als u zichzelf veilig waant vanwege uw doop, maar niet bouwt op Christus en Zijn volbrachte werk, ligt u verloren.
Maar wat is de doop dan? Een vraag en een antwoord. Een vraag van de dopeling aan God: ‘O Bron van ’t hoogste goed, was, reinig mijn gemoed, van al mijn vuile zonden! Mijn bezoedelde geweten moet schoongewassen worden. Wilt U dat genadig doen?’ En hoe luidt dan Gods antwoord aan de dopeling? ‘Ja! Ik was u, Ik reinig u, Ik schenk u een nieuw bestaan, u zult niet verloren gaan. Wilt u een garantiebewijs? Hier heeft u het: de doop. Zo zeker als het doopwater u uitwendig wast, zo zeker was Ik u vanbinnen.’
O God, leer me mijn doop verstaan, en ik ben gered!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2024
Zicht op de kerk | 32 Pagina's