Wat is er met de jeugdzorg aan de hand?
De jeugdzorg zit in de knel. Veel gemeenten zitten hiermee in hun maag. Want het lukt maar niet om de vraag naar jeugdzorg te beperken of de kosten beheersbaar te houden. Lange wachtlijsten, ook voor jongeren met zware problematiek, laten zien dat het anders moet. Maar hoe dan? Stellen we ons vertrouwen op (weer) een nieuw stelsel? Of gaan we vanuit de lokale gemeenschappen de onderlinge (informele) hulpverlening veel meer stimuleren?
De jeugdhulp en de GGZ zijn vaak in het nieuws geweest de afgelopen tijd. Er zijn veel onderzoeken die laten zien dat de beperkende maatregelen om het corona-virus te bestrijden negatieve gevolgen hebben voor het mentaal welbevinden van jongeren. Jeugdzorg en GGZ komen regelmatig in het nieuws vanwege wachtlijsten in de specialistische hulp, bijv. wegens een vrouw 1 die meer dan een week bij het ministerie van VWS verbleef om daarmee een noodkreet te uiten vanwege een gebrek aan vervolghulp.
Een probleemschets
Wat is er aan de hand in de jeugdhulp en in de GGZ? Wat is de rol van gemeenten hierin, die sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor jeugdhulp, inclusief de jeugd-GGZ tot 18 jaar? En hoe zit dat in de volwassen-GGZ, die al sinds jaar en dag de verantwoordelijkheid is van zorgverzekeraars? Wat is er aan de hand in deze stelsels? Of richten we ons veel te veel op ‘stelsels’ en veel te weinig op de achterliggende maatschappelijke vragen? In dit artikel verdedig ik een aan-tal stellingen om wat peper aan te brengen in de discussie over het sociaal domein in onze partij.
In de afgelopen tien jaar ben ik hier zowel vanuit mijn werk bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten als in de rol als raadslid nauw bij betrokken geweest. Toen ik in 2012 op het jeugddossier startte, was er veel enthousiasme bij gemeenten om deze nieuwe taken op te pakken. Ook was er Kamerbrede steun (behalve bij de PVV) voor de stelselwijziging jeugd. De decentralisatie is de gemeenten dus niet overkomen, zoals wel eens wordt gedacht. Veel redenen om de decentralisatie uit te voeren, staan nog recht overeind. Het oude jeugdstelsel kende vijf financiers die allemaal hun eigen stukje bewaakten, terwijl de hulpvragen van kinderen en gezinnen niet te knippen zijn. Zeker de jeugd-ggz was sterk georiënteerd op problemen en diagnose ervan. Een provinciale verantwoordelijkheid voor de jeugd- en opvoedhulp was ook niet logisch, gezien het totale takenpakket van provincies, dat op het ruimtelijk terrein ligt. De taken die gemeenten al hadden op het gebied van huisvesting, schuldhulpverlening, armoede en bijzondere bijstand sluiten veel beter aan. De totale uitgaven voor jeugdhulp zijn echter gestegen in de afgelopen jaren. Gecombineerd met de rijksbezuiniging leidt dat tot forse tekorten bij veel gemeenten. Omdat het sociaal domein weer een groot onderdeel is van de totale gemeentebegroting, en gemeenten in tegenstelling tot het rijk geen tekorten mogen begroten, raakt het sociaal domein de totale gemeentefinanciën. Het gesprek tussen rijk en gemeenten wordt daarmee beheerst door de financiële tekorten in het sociaal domein.
We geven ruim voldoende geld uit aan jeugdhulp en ggzWie onverwachts een Teams-meeting zou binnendringen waarin over het sociaal domein gesproken wordt, die hoort binnen tien minuten de volgende stelling: We zouden het eigenlijk over ‘de inhoud’ moeten hebben, maar helaas staat ‘het geld’ centraal. Een te weinig bekritiseerde stelling, en fataal als je voor een overheid werkt. Want voor Sinterklaas spelen kan iedereen, het wordt pas spannend en relevant als je je realiseert dat geld eindig is. Zowel de jeugdhulp als de ggz lijden onder een te groot aantal lichte vragen, waardoor een in omvang constante groep met zware problemen in de knel komt. Doordat teveel mensen een beroep doen op de jeugdzorg, komen de mensen die hulp het hardst nodig hebben, in de knel en letterlijk in de wachtrij te staan.
Door rijk en gemeenten is voorafgaand aan de decentralisatie gedacht dat een andere organisatie van het stelsel op zichzelf al tot kostenbesparing zou leiden. Maar zonder een inhoudelijk debat over voor wie we de middelen inzetten, en voor wie niet, zijn de uitgaven nooit beheersbaar te krijgen. In het gemeentelijk domein zou het zinvol zijn een heel aantal vormen van jeugdhulp niet generiek in te kopen, maar alleen via bijzondere bijstand te verstrekken aan mensen die het niet zelf kunnen betalen. Ook zou een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de jeugdhulp en de ggz helpen om de toevloed aan hoger opgeleiden die een beroep doen op dit soort voorzieningen, een fors deel zelf te laten betalen. Dit type maatregelen vraagt een wettelijke basis in de Jeugdwet. Maar ook binnen de Jeugdwet kunnen gemeenten kritischer nadenken welke vormen van jeugdhulp ze inkopen en welke niet.
Lange wachtlijsten
In de volwassen-GGZ hebben verzekeraars de beheersing van uitgaven beter voor elkaar dan gemeenten in de jeugdhulp. Maar ook daar zijn lange wachtlijsten. Ook daar is het de toevloed aan lichte vragen die de GGZ onder druk zet. Het personeel is er eenvoudigweg niet om al deze hulpvragen op te pakken. De GGZ zal zich dus meer moeten richten op mensen met zware problematiek. 2
Daarnaast moeten we erop voorbereid zijn dat er jaarlijks meer geld en mensen nodig zijn in de ouderenzorg, vanwege de toename van het aantal ouderen. Structurele extra uitgaven in de jeugdhulp en in de ggz kunnen we ons niet veroorloven, en daarbij komt het argument dat er ook geen mensen beschikbaar zijn om al deze zorg en hulp te verlenen.
Het sociaal domein kan SGP’ers goed gebruiken
In Leiderdorp, de gemeente waar ik raadslid ben, heb ik glansrijk een discussie verloren over het opnieuw aanbesteden van het welzijnswerk. Deze opdracht wordt nu uitgevoerd door Incluzio. Ik heb daaruit geleerd dat de geest van de Franse Revolutie impliciet in de hoofden en harten van veel politici zit. Wat is die geest? De gedachte dat je af en toe de boel volledig tegen de vlakte moet slaan, en opnieuw gaat beginnen. De term ‘radicaal herontwerp van het sociaal domein’ kom je in heel veel nota’s in het sociaal domein tegen. Dit gaat vaak gecombineerd met aanbesteden. 3 Met deze benadering verlies je collectief geheugen en langzaam opgebouwde verbindingen tussen formele en informele zorg. Ik ben ervan overtuigd dat je veel verder komt door goed te luisteren naar mensen met geheugen in dit domein (pleegouders met lange ervaring bijvoorbeeld), systeemaanbieders in je regio die lastige cliënten bedienen en door middel van data goed te kijken waar het lek zit. Kortom: observeren, daarvan leren, en bijsturen. Een meer conservatieve benadering van het sociaal domein die SGP’ers goed zou moeten liggen.
Mijn stelling is dat wij als SGP-vertegenwoordigers en bestuurders achterlopen op onze achterban. Die is namelijk volop actief in de jeugdhulp, en juist in die vormen die toe te juichen zijn. Allereerst in de pleegzorg. Een fors deel van de pleegzorg wordt uitgevoerd door christelijke ouders. Timon, die SGJ-pleegzorg heeft overgenomen, is één van de weinige aanbieders die groeit op pleegzorg. Het aantal instellingen met 24-uurs plekken voor jeugdhulp, waarvan gesloten jeugdzorg de zwaarste vorm is, is sterk afgenomen de afgelopen jaren. Het aantal gezinshuizen in christelijk / reformatorische hoek neemt daarentegen de laatste jaren sterk toe. Vanuit een aantal reformatorische kerken is de afgelopen jaren gastopvang opgezet, informele vrijwillige hulp voor jongeren die tijdelijk niet thuis kunnen wonen, ondersteund door professionele krachten. En last but not least heeft de invoering van Passend Onderwijs gezorgd voor een heel goede samenwerking binnen het reformatorisch onderwijs waardoor heel veel jongeren met begeleiding in het regulier onderwijs kunnen blijven. Inclusiviteit wordt hier niet alleen met de mond beleden maar ook in praktijk gebracht. 4 De decentralisatie heeft mede bijgedragen aan het ontstaan van nieuwe lokale initiatieven en een betere verbinding tussen jeugdhulp en school.
Laat dit een aanmoediging zijn voor aanstaande SGP-raadsleden en -wethouders om jeugdhulp niet als een technisch ingewikkeld probleemdossier te zien. Zet je als SGP’er gretig ervoor in om dit dossier via coalitieonderhandelingen binnen te slepen. Er is heel veel behoefte aan politici in het sociaal domein die op de centen durven te letten, die burgers stimuleren om niet bij elke hulpvraag meteen de hand bij de overheid op te houden. Vanuit hun kijk op de samenleving, moeten SGP’ers een goede visie kunnen bieden op de ondersteuning van kinderen, jongeren en gezinnen.
In de jeugdhulp en de ggz gaat het te vaak over het stelsel en te weinig over maatschappelijke patronen
Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft in een artikel laten zien dat al decennialang in Nederland dezelfde knelpunten spelen en dat er een sterk geloof is dat stelselwijzigingen het antwoord zijn op die problemen. 5 Debatteren over het stelsel is een manier om ongemakkelijke vragen uit de weg te gaan. Hoe komt het dat gezinnen en kinderen onder druk staan? Wat is de impact van de druk op kinderen om te moeten presteren op hun welbevinden? Als individuele vrijheid het grootste goed is in relaties, en toename van (v)echtscheidingen het gevolg daarvan is, wat doen we onze kinderen dan aan? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat liefde en trouw waarden zijn om na te streven en voor op te komen, in plaats van woorden waar een spruitjeslucht aan hangt? Het lokaal bestuur heeft een belangrijke taak om het lokale gesprek te voeren over wat er in de samenleving aan de hand is. Dat is geen gesprek waarin de overheid alles naar zich toe trekt. Een betere benadering is dat de overheid vooral het gesprek faciliteert tussen ouders, verenigingen, kerken, centra voor jeugd en gezin en andere professionele hulpverleners. Juist binnen lokale gemeenschappen liggen veel kansen om omzien naar elkaar in praktijk te brengen.
Noten
1 https://nos.nl/artikel/2319473-protesterende-suicidale-vrouw-spreekt-met-blokhuis-maar-zet-actie-door
2 Zie: https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/mismoedig-laat-damiaan-denys-zien-hoe-de-mentale-zorg-een-immens-gedrocht-kon-worden~b7df06d4/
3 Voor een tegengeluid uit progressieve hoek, zie: https://www.groene.nl/artikel/goeie-straathoekwerkers-weg-ermee
4 Zie ‘Passend onderwijs vraagt een lange adem’, Reformatorisch Dagblad, 17 november 2020
5 https://www.nji.nl/transformatie-jeugdhulp/geschiedenis-jeugdstelsel
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2021
Zicht | 120 Pagina's
