Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Thomas R. Schreiner, Romans, 2e editie, Baker Exegetical Commentary on the New Testament (Grand Rapids: Baker Academic, 2018) xxii + 918 p., $ 64.99 (ISBN 781540960054).

Bijna dertig jaar nadat Thomas R. Schreiner de uitleg van de brief aan de Romeinen in de serie Baker Exegetical Commentary on the New Testament verzorgde, verscheen een tweede herziene editie. In deze herziene editie neemt de auteur het onderzoek naar Paulus van de afgelopen decennia mee. Vergeleken met de eerste editie heeft hijzelf zijn zienswijze in een aantal opzichten bijgesteld. Met betrekking tot Romeinen 2:14-15 neigt Schreiner nu tot de zienswijze dat niet alleen in Romeinen 2:25-29 heidenchristenen zijn bedoeld maar ook hier. Zelf meen ik dat zijn oorspronkelijke zienswijze de voorkeur verdient, namelijk dat het hier gaat over een uiterlijke gehoorzaamheid aan universele normen en waarden die ook buiten de lichtkring van Gods bijzondere openbaring wordt gevonden. Niet de wet zelf maar het werk van de wet is in de harten van de heidenen geschreven.

In de eerste editie verstond Schreiner Romeinen 5:12 zo dat alle mensen concreet zijn gaan zondigen, omdat zij allen delen in de dood die Adam trof. Theologisch handhaaft hij volledig de gedachte dat de geestelijke dood tot zonde leidt, maar hij betwijfelt of Paulus dit in Romeinen 5:12 bedoelt te zeggen. In Romeinen 5-6 is de lijn dat zonde tot de dood leidt en niet omgekeerd. John Murray heeft gesteld dat het slot van Romeinen 5:12 zo moet worden begrepen dat de ene zonde van Adam de zonde van al zijn nageslacht is. In de dogmatiek spreken we dan over erfschuld. Zelf geef ik aan deze uitleg de voorkeur. De uitleg van Murray past bij de tegenstelling tussen de ene mens door wie de zonde en de dood in de wereld kwamen, en de Ene Mens met Wie de genade en het leven zijn verbonden. Schreiner slaat een andere richting in. Naar zijn overtuiging laat de eerste helft van Romeinen 5:12 zien dat al Adams nakomelingen delen in Adams zonde en daarom moeten sterven, en de tweede helft maakt duidelijk dat zij nu niet anders kunnen doen dan zondigen.

Met betrekking tot Romeinen 7:7-12 stelt Schreiner in de tweede editie van zijn uitleg op de brief aan de Romeinen, evenals in de eerste editie, dat wij hier allereerst aan Paulus zelf moeten denken. De apostel reflecteert op de tijd dat hij een zoon van de wet werd. In zijn eigen ervaring recapituleert de apostel zowel wat er gebeurde in het paradijs als Israëls ervaring met de wet.

De uitleg van de tweede helft van Romeinen 7 is de eeuwen door een heet hangijzer geweest. Hoe moeten we de klacht van de apostel verstaan? Spreekt hij zijn ervaring als christen uit of verplaatst hij zich in zijn vóórchristelijke verleden? Is de hier verwoorde ervaring de ervaring van weinig gevorderde christenen die men achter zich moet laten of kunnen gevorderde christenen zich niet minder in deze klacht herkennen dan christenen die nog weinig geoefend zijn in de genade?

In navolging van James D.G. Dunn die hier de klassiekreformatorische lijn aanhoudt, stelt Schreiner veel nadrukkelijker dan in de eerste editie dat het in de tweede helft van Romeinen 7 over de ervaring van elke christen gaat. Evenals Dunn ziet hij de worsteling van de apostel in de context van het ‘reeds’ en het ‘nog niet’– een onderscheid dat kenmerkend is voor heel zijn apostolische boodschap. De apostel laat zien dat de wet niet in staat is ons aan Christus gelijkvormig te maken. In Romeinen 8 wordt ontvouwd dat alleen de Heilige Geest dat kan. Schreiner wijst op de overeenkomst met Galaten 5:16-18.

Ik wijs nog op de uitleg van Romeinen 11:26. Terecht gaat Schreiner ervan uit dat houtoos ook een temporele notie heeft. Terwijl er nu nog een rest is, zal eenmaal het Joodse volk zich massaal tot Christus bekeren. Dat zal rond zijn wederkomst zijn. Schreiner wijst de gedachte af dat deze woorden zouden betekenen dat alle Joden zonder onderscheid zalig worden. Er is nooit zaligheid zonder persoonlijk geloof in Jezus Christus.

In Romeinen 16:1 wordt Phebe een diakonos genoemd. Schreiner wijst erop dat het mogelijk is hier dit woord in een meer algemene zin op te vatten. Zelf geeft hij er de voorkeur aan te denken aan een dienst van diaconessen. Dat zij in het volgende vers als een prostatis wordt getypeerd, vat Schreiner zo op dat zij financieel en door herbergzaamheid te verschaffen Paulus en anderen bijstond. Schreiner schreef een buitengewoon waardevol commentaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Theologia Reformata | 139 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 2020

Theologia Reformata | 139 Pagina's