Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eerste begrafenis op Lerwicks kerkhof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerste begrafenis op Lerwicks kerkhof

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eens, zondagavond 3 juli 1917, stonden een stuurman en een knecht, Pieter Huizer, op de brug van de zeillogger KW 39. Deze laatste vertelde dat zijn gehele familie op 28-jarige leeftijd was overleden. De stuurman vroeg verwonderd hoe oud Pieter zelf was. Deze antwoordde: ‘28 jaar.’

Lerwick, het hoofdstadje van de Shetlandeilanden (Schotland), heeft een haven, die eeuwenlang werd aangedaan door Nederlandse vissers. Daar konden ze voedsel kopen en ’s zondags naar de kerk gaan.

Op de zondagen lag de vissersvloot in Lerwick stil. Dan werd er niet gevist. De boten lagen afgemeerd aan de kade of voor anker in de baai. De bemanningen van de voor anker liggende schepen, veelal Katwijkers en Urkers, konden met een roeiboot naar de wal.

Als er een eigen predikant was, konden de Nederlandse vissers de kerkdiensten in hun landstaal bijwonen. Een dergelijke dienst trok dan veel volk. Zo ook eind juni 1927, toen de gereformeerde predikant van Vlaardingen, Homme Jeip Heida (1875-1964), daar enige weken voorging.

Lerwick

Ds. Heida was in 1927 naar Lerwick uitgezonden door ‘Bethsaïda-vereeniging van Gereformeerde Zeekerken’. Een dochter vergezelde hem. In krantenberichten heeft hij een beschrijving van Lerwick gegeven, volgens hem een stadje met ‘haar grijze klomp gebouwen, haar talrijke kerken, waarvan echter niet één monumentaal kan worden genoemd, haar nieuwe vishal, haar modern stadhuis, haar kronkelende hoofdstraat, ook al een winkelstraat, gelijk bij al de grotere zustersteden het geval is, en daarachter tegen de heuvels de kleine, langzaam omhoog kruipende straatjes, alle met dezelfde brede machtige granietblokken geplaveid’.

Door de nauwe omhoog kronkelende straatjes kon een bezoeker het hoger gelegen gedeelte bereiken waar de St. Clementskerk stond met de grote consistoriekamer, die de Hall werd genoemd. Vanaf de Baai en de kade, die ‘zwart lag’ van de Nederlandse schepen, liepen de Hollandse jongens ‘met langzame tred’ en deden zij de brede granietblokken weerklinken van wat de Engelsen noemden ‘houten schoenen’.

Vooral in de Hall ging de Vlaardingse dominee voor, behalve als er zoveel toehoorders waren dat die ruimte te klein was, dan mocht men de St. Clements gebruiken.

Droevig bericht

Het was zaterdag 9 juli 1927 dat de zeillogger KW 39 aanlegde. De bemanning had een droevig bericht: op zee was een jongeman, een zekere Piet Huizer, woonachtig in Schiedam en 28 jaar oud, nog vrij plotseling op de donderdag ervoor overleden. Matroos Huizer was maandag 4 juli ziek geworden. Of hij zich daarvoor ook al niet goed had gevoeld, dat wisten ze niet, wel had hij zondagavond nog met de stuurman op de brug gestaan. Ze hadden het onder meer gehad over Huizers familieleden die op 28-jarige leeftijd gestorven waren.

Aangezien Pieter niet erg sterk leek, had de schipper naar Holland willen terugkeren, maar deze had daar niets van willen weten. Het ging eigenlijk wel goed, zo zei hij. En inderdaad, hij knapte iets op, zodanig dat hij woensdagavond voldoende kon eten. Daarna was hij in zijn kooi een boek gaan lezen. De schipper was opgelucht en had tegen hem gezegd: ‘Als het zo doorgaat, ben je spoedig weer op ’t dek!’

Echter, ’s avonds om elf uur kreeg Huizer plotseling krampen; van de voeten af trokken die hoger op in het lichaam. De zieke raakte in de war, kon niet helder meer denken en sprak verward. De schipper deed alles wat hij kon om de kwaal te verlichten, maar de patiënt werd zwakker en overleed donderdagavond om zeven uur.

Direct zette schipper Machiel van der Plas koers naar Lerwick, maar doordat het windstil was, vorderde hij nauwelijks. Op vrijdag 8 juli voer een Schotse drifter, de KD 300, Kirkwaldy voorbij en na door vlaggenseinen gewaarschuwd te zijn en om hulp gevraagd te zijn, nam die de KW 39 op sleeptouw en bracht het schip naar de haven.

‘Een wrede koning’

Op maandag 11 juli 1927 zou de begrafenis plaatsvinden. De opvarenden hadden ds. Heida verzocht om de begrafenis te leiden. Pieter zou ter aarde besteld worden op de nieuwe begraafplaats, die door Lerwick aan de Hollanders was afgestaan. Die dag kwamen de bemanningsleden van de KW 39, belangstellende Hollandse vissers (vooral Katwijkers) en ook de consul mr. D. Laurenson, bijeen om de laatste eer aan de overledene te bewijzen.

Ds. Heida hield een korte dienst in het Nederlands, daarna sprak hij ook in het Engels de aanwezigen toe. Hij bedankte de autoriteiten dat ze een speciale begraafplaats hadden bestemd voor de gestorven Nederlanders. Hij had niet verwacht dat de eerste die hier begraven zou worden een jongeman van 28 jaar was, iemand die ‘in de bloei van zijn leven werd terneer geworpen’.

De predikant vertelde in de krant: ‘Doch ik sprak tot mijn mensen van het gras en de bloem, die afvalt, en dat even zo aan ons leven een einde komt. Het mag sterk schijnen, het mag wezen gelijk het volle licht, doch zonder Christus en zonder het geloof in Christus is het donker, en de dood is een wrede koning.’

Hij had er de hoorders vervolgens met nadruk op gewezen dat het behoud alleen in de Heere Jezus Christus te vinden is: ‘Slechts in en door Christus wordt alles veranderd. Christus kwam op aarde in de zwakheid van ons vlees. Hij ging vrijwillig in tot de dood en heeft de zonden en schulden afgedaan, daar Hij liefhad de zondaren, doch niet hun zonden. Maar Hij is opgestaan van de doden, vrij, almachtig, voor onze rechtvaardigmaking. Dat was de dag van glorie, van gerechtigheid, de dag van de fundering van ons geloof.’

Heida eindigde zijn toespraak met de oproep: ‘Wie wij ook zijn, Hollanders of Engelsen, laten wij in Hem geloven, laten wij onze hoop en ons vertrouwen in Hem stellen!’

Het was een waardige begrafenis van deze eerste dode die daar op het nieuwe kerkhof van Lerwick een laatste rustplaats kreeg.


Bronnen:

De avondpost (5 juli 1927).

Nieuwe Vlaardingsche courant 19 juli 1927.

Nieuwe Vlaardingsche courant 26 juli 1927.

Nieuwe Vlaardingsche courant 5 augustus 1927.

Nieuwe Vlaardingsche courant 12 augustus 1927.

J. van der Plas, Een Katwijkse vloot voer uit… (1974).

J. van der Plas, Herinneringen aan het oude Katwijk (1974).

M. Vooijs Gzn e.a., Vissen in de oude kerk. De Ned. Hervormde Gemeente van Katwijk aan Zee door de eeuwen heen (2002).

Joh. de Haas, Gedenkt uw voorgangers, dl 4 (1989).

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2024

Oude Paden | 64 Pagina's

Eerste begrafenis op Lerwicks kerkhof

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2024

Oude Paden | 64 Pagina's