De tabernakeldienst (330)

Heeft de almachtige Heere de dorre staf van Aäron doen bloeien als symbool voor Christus’ opstandig uit de doden? Zo is het dan zeker dat God de Vader op grond van Christus’ bloed ‘de doden levend maakt’ door hen krachtdadig te roepen uit de ellendige doodstaat (Rom. 4:17). Lees met aandacht de volgende tekst: En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden (Ef. 2:1). Paulus schetst hier het droevige beeld van een geestelijk dode zondaar, terwijl hij de bekering vergelijkt onder het treffend beeld van een levend gemaakte zondaar. We kunnen hieruit twee gevolgtrekkingen maken: De onmogelijkheid van de bekering van ’s mensen kant en de mogelijkheid van de bekering van Gods kant.

De onmogelijkheid van de bekering van ’s mensenkant

Het is mogelijk dat wrevel uw hart vervult als wij hiermee beginnen. Sla nu niet direct het blad om, maar lees ook het volgende: wat bij u en mij onmogelijk is, dat is mogelijk bij God. Tegelijk moeten we u eerlijk zeggen dat uw wrevel een bewijs is van uw vijand schap tegen God en het mede kruisigen van Christus Die u tot hiertoe veracht hebt!

Zoals de staf van Aäron dood en dor was, zo zijn wij allen van nature geestelijk dood en dor. Onbekwaam, ongevoelig en geestelijk levenloos door de misdaden en zonden. Hoewel wij door de heilige Heere goed geschapen worden, onttrekt Hij direct het beeld bij onze ontvangenis om de erfzonde in Adam. Daarom zijn wij in Gods ogen walgelijk en goddeloos. Zolang we dit niet zielsbevindelijk inleven, hebben we geen bekering tot God nodig en geen vergeving van zonde door Christus’ bloed. Wees overtuigd dat dit de leer is van de Heilige Schrift, namelijk dat u en ik van nature in Adam geestelijk dood zijn. Geloof daarom dat u van nature zó rampzalig bent, dat op u niet van toepassing is dat Hij u mede levend heeft gemaakt. U kunt over de bloeiende staf lezen en toch onverschillig blijven, zoals de Joodse leiders de bloeiende staf met hun natuurlijke ogen zagen en ook dezelfde bleven.

Ziet u hoe onmogelijk het van uw kant is om bekeerd te worden, zoals die elf staven van de leiders dode staven bleven? U wéét dat uw hart niet vernieuwd is, dat u niet wedergeboren bent. En toch, u beeft niet als Christus u in Zijn Woord zegt: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan (Joh. 3:5). U leest de ontzaglijke woorden: niet ingaan in het Koninkrijk Gods. Hoe noodzakelijk is het dat u de Heere om bekering smeekt, want uw eeuwige zaligheid, vrede en blijdschap hangen er van af! Weet toch dat God meer bereid is een arme smekeling om genade te verhoren, dan hij kan vragen. Christus is gestorven en Hij wordt u aangeboden. U wordt gedwongen om als een arme, behoeftige en schuldige zondaar de toevlucht tot Hem te nemen (Luk. 14: 23). Hoe bevoorrecht bent u als Hij u mede levend maakt. God de Vader ziet u dan in de levende Jezus aan.

We lezen dat Christus tot Zijn knechten zei: En nog is er plaats (Luk. 14:22). Wie kan u uit deze kuil, uit deze gevangenis, uit deze vreselijke staat des doods verlossen? Wie kan vergeving van al uw zonden schenken? Is het niet God Die u Christus laat voorstellen? Wij smeken u om Hem niet langer te verachten! Zie eens terug op uw leven. U hebt uw leven doorgebracht in de wereld of in uw godsdienst, maar hebt u ooit recht aan God gedacht? Denk eens aan al uw zondige woorden, ijdele gedachten en verkeerde handelingen, en bedenk dat God rechtvaardig is als Hij u zal onderzoeken (Job 13:9). Sla een blik in uw hart, en u zult in het licht van Gods Geest zien hoe zwart de binnenkant is. Helaas, we weten dat het tevergeefs is als wij u oproepen u te bekeren, zelfs al schrijven we Christus’ woorden erbij: Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer (Jes. 45:22). Als u Christus’ aanbod verwerpt is dat de vreselijkste zonde! U onteert God de Vader Die zei: Hoort Hem (Matth. 17:5).

De mogelijkheid van de bekering van Gods kant

Hoe is het mogelijk dat een geestelijk dode zondaar levend wordt? Laten we eerst in onze gedachten het bijzondere schouwspel zien toen Mozes de twaalf staven uit het heilige der heiligen ophaalde. Hij toonde dit aan de leiders van de twaalf stammen en aan anderen van het volk. Zij zagen dat alleen de staf van Aäron bloeide. Deze staf bleef eeuwenlang bloeien zo lang het in de ark lag vóór de twee tafelen van de wet. Matthew Henry beschrijft de reden: ‘Omdat dit van blijvend nut zou zijn om het geweten van de mensen te overtuigen, alle twist omtrent het priesterschap te doen eindigen en het geloof van het Israël van God te bevestigen in Zijn inzettingen.’

Toch schrijft Paulus dat de Heilige Geest hiermee nog iets anders beduidt, iets anders leert. Deze bloeiende staf wijst op Christus Die zou opstaan uit de doden (Hebr. 9: 4,8). Zoals de dode staf van Aäron bloeide, zo zou ook Christus vruchten voortbrengen. Christus zal geestelijk dode zondaars levend maken tot een levendmakende hoop en alle zwarigheden overwinnen (1 Petr. 1:3). Wat een zalige betekenis was dit voor elke gelovige Israëliet in de woestijn dat Christus niet alleen zou komen om te lijden en te sterven, maar ook om de dood te verslinden tot overwinning (1 Kor. 15:54-57). Ook wij ontvangen dit onderwijs, en mocht de Heere ook ons het geheim van Christus’ sterven en opstanding tot záligheid bekendmaken.

De apostel Paulus geeft hiervan een nadere verklaring aan de gemeente van Éfeze. Zoals God de Vader zorgdroeg dat Aärons dode staf levend werd, bloeide en amandelvruchten voortbracht, zo maakte God de Vader Christus levend. Allen die in Hem begrepen zijn, worden op Gods tijd levend gemaakt. We leggen daarom de nadruk op het woordje ‘Hij’: ‘En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en zonden.’ Spreekt Gods Geest ook u nu aan: ‘En u heeft Hij levend gemaakt?’ U was van nature geestelijk dood ook al leefde u. U leefde naar het aantal jaren dat u op aarde was, en toch lag u geestelijk dood in het graf van zonde en ongerechtigheid. U bleef in uw graf totdat… U leest dit woordje ‘totdat’. Totdat u door genade getrokken werd met Gods goedertierenheid (Jer. 31:3).

Is dit nog niet het geval, dan leeft u nu onbekeerd en als u zo sterft zult u in de gapende afgrond storten. Dit is uw toestand als u onbekeerd blijft. U bent nu onder de vloek van de wet (Gal. 3:10). U leeft, maar als u het ware geloof in Christus mist dan rust Gods toorn nog op u (Joh. 3:36). U bent reeds veroordeeld, omdat u nog niet uit uw geestelijke doodstaat verlost bent. Hoe onmogelijk is het om uzelf te verlossen. Nee, we maken geen lijde lijke mensen, maar willen u met klem wijzen hoe nameloos ellendig uw staat is buiten God en buiten Christus.

Als Gods Geest u overtuigt tot uw zaligheid, leeft u in dat u de ellendigste bent van alle onbekeerde mensen, de voornaamste van alle zondaars! Zegt Christus niet van de Heilige Geest dat Hij u zal overtuigen van zonde, gerechtigheid en van oordeel: Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven (Joh. 16:8,9). U leeft in dat u als de goddeloze verachter Christus hebt gekruisigd en gedood. U leeft de diepte in van uw geestelijke ellende, onwilligheid en onbekwaamheid. Hoe onuitsprekelijk ellendig is uw toestand en hoe onmogelijk is de ware bekering van uw kant.

Maar hoor de blijde boodschap! Bij de Heere zijn wel alle dingen mogelijk (Zach. 8:6). God de Vader voorzag Zichzelf het Lam ten brandoffer, namelijk Christus het Lam Gods! Zie dit duidelijk door Gods Geest afgebeeld in de bloeiende staf van Aäron. Christus is door God de Vader op deze aarde gezonden om voor verloren doch verkoren zondaars Zijn bloed te storten en de dood te sterven om de toorn van God uit te blussen, de vloek der wet weg te dragen, de schuld te betalen, satans kop te vermorzelen en de zaligheid en het eeuwige leven te verdienen. Zie, de bloeiende staf als het symbool staan voor Christus’ opstanding!

De rijkdom die Christus verdiend heeft om zondaars die zich schuldig kennen en arm van geest zijn rijk te maken, is onnaspeurlijk en ondoorgrondelijk. Wat een onuitsprekelijke vreugde zult u genieten als u iets van Christus kent. U zou begeren dat u liefde had voor Hem Die geheel liefde is! U stemt dan in: Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij (Gal. 2:20). Heere, bekeer ons tot U!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen