Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakeldienst (328)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakeldienst (328)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere eist van ons volledige onderwerping aan Zijn heilige soevereiniteit en voorzienigheid. U zult wel denken dat is ons toch niet bekend? Nee, daarom noemen we dit ook Gods verborgen wil. Naar deze verborgen wil doet de Heere alles op aarde en in de hemel wat Hem behaagt. De Heere legt aan niemand verantwoording af van al Zijn daden, en niemand mag denken of zeggen: Wat doet Gij? (Job 9:12). Het is bijzondere genade wanneer u als leem in de handen van de vrijmachtige Pottenbakker bent die zegt: ‘Doe wat is goed in Uw ogen. Ik ben het eens met de leiding die U met mij houdt, en met het kruis dat U in mijn leven oplegt’ (Ps. 145:17).

We erkennen tegelijk dat dit een ontzaglijke diepte is die wij niet kunnen peilen noch begrijpen, en bekennen dat alleen genade oorzaak is om Gods leiding te aanbidden. U bent zalig als u Christus onvoorwaardelijk volgt zonder te klagen, zonder te willen weten wat het volgen van Hem met zich meebrengt. U bent zalig als u iets mag proeven van de eeuwige liefde van God de Vader, Die u in Christus heeft verkoren, en uw naam in het boek des levens heeft geschreven.

Maar Gods geopenbaarde wil heeft Hij door Zijn Woord ons bekendgemaakt, waarnaar wij ons hebben te gedragen. Elke overtreding tegen Zijn Woord als Zijn geopenbaarde wil is oorzaak dat de Heere Zijn genadige invloed intrekt. De invloed van algemene genade wordt voor ongelovigen ingetrokken wanneer zij Christus en het Evangelie verachten. De invloed van bijzondere genade wordt voor gelovigen deels en tijdelijk ingetrokken als zij aardsgezind zijn en Christus niet recht nodig hebben. Treffende voorbeelden zijn Saul en David. Van Saul lezen we: De Geest des HEEREN week van Saul, en een boze geest van den HEERE verschrikte hem (1 Sam. 16:14). Gods Geest had hem wel als middel gebruikt om Zijn welbehagen uit te voeren, zonder hem één stap op de weg tot Christus en de hemel te leiden. Daarentegen trok Christus de genadige invloed van David deels en tijdig terug toen hij met Bathseba overspel had bedreven. David miste toen pijnlijk de geloofsvreugde in Christus en smeekte Hem: Neem Uw Heilige Geest niet van mij (Ps. 51:13). Christus heeft ons geleerd te bidden: Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde. Als Christus Zijn volk toeroept: Volg Mij (Joh. 21:19), dan is het bijzondere genade als zij met mond en hart en door hun levenswandel getuigen:

Leer mij volgen, zonder vragen,

Vader, wat Gij doet is goed.

De bloeiende staf tot teken gesteld als wij tegen Gods geopenbaarde wil zondigen

Wellicht zijn er lezers die het bovenstaande nogal moeilijk vonden. Daarom willen we dit aan de hand van de geschiedenis van de bloeiende staf van Aäron verduidelijken. Eerst sprak de Heere tot Mozes om de bloeiende staf in de ark te leggen vóór de twee stenen tafelen. Daarna antwoordde Hij dat deze staf gesteld zou worden: tot een teken voor de wederspannige kinderen; alzo zult gij een einde maken van hun murmureringen tegen Mij, dat zij niet sterven (Num. 17:10). Het volk van Israël had het zwaar verzondigd. Zij waren het niet eens met Gods vrijmacht dat Mozes tot leidsman en Aäron tot hogepriester waren aangesteld. Heel het volk wist dat dit Gods geopenbaarde wil was. Daarom stierven er duizenden om hun zon de van ‘wederspannigheid’. De Heere noemt hen: kinderen der wederspannigheid. Weerspannigheid wil zeggen verzet plegen of in opstand komen tegen het wettig gezag en het uitoefenen van hun ambtelijke bediening. De Heere rekent dit aan als een zwaar misdrijf. Hij noemt hen ongehoorzame kinderen. Kinderen die Zijn wil tegenstaan, die als ossen voor de ploeg achteruit slaan, die met Zijn dreigementen spotten en Christus verachten.

Deze bloeiende staf vóór de getuigenis, ofwel vóór de twee stenen tafelen van de wet moest als een gedenkteken bewaard blijven. Was het geen wonderwerk van de Heere dat een dorre, droge staf in één nacht tijd frisse knoppen, verse bloesems en rijpe amandelen droeg? (Num. 17:8). Door dit wonderwerk bevestigde de Heere het priesterschap van Aäron. Het opstandige volk moest door deze bloeiende staf altijd in gedachtenis houden hoe zij tegen de Heere en Zijn knechten zich hadden verzet. Zij waren ook verplicht om hun kinderen en kleinkinderen in te scherpen dat alleen Aäron en zijn zonen wettig door de Heere tot het priesterschap waren verkoren en geroepen. Dat het volk van Israël hiervan doordrongen was, blijkt wel uit het feit dat er geldmunten zijn gevonden waar op de ene kant het kruikje met manna en op de andere kant de bloeiende staf was afgebeeld.

De vreesachtige leiders van de elf stammen werden zeer verschrikt

Kortom, deze bloeiende staf was een bijzonder teken om een afschrik te hebben van hun eerzucht en dwaze hoogmoed. Hoe beschaamd waren de elf leiders van de overige stammen van het volk die hun dorre staf terugkregen, en de bloeiende staf in de hand van Aäron zagen. Zij zeiden tot Mozes: Zie, wij geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan. Al wie enigszins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden? (Num. 17:12,13). Wat bedoelde het volk hiermee te zeggen? In kanttekening 17 lezen we als volgt: ‘Aldus spreken zij uit groten schrik en verbaasdheid, bezorgd zijnde dat het hun allen gaan mocht als het rot van Korach, daar de HEERE hen integendeel met dit middel voor het verderf waarschuwde, tonende Zijn barmhartigheid en Zijn lankmoedigheid (zie vs 5,10)’. Als we nauwkeurig hun schuldbelijdenis lezen dan concluderen we dat zij dit al bevende erkenden en bevestigden.

In onze gedachten zien we de elf leiders van de verschillende stammen vóór Mozes staan, bevend, spierwit en bevreesd. Hoor hoe zij hun grote bezorgdheid voor Mozes in verschillende bewoordingen uitdrukken, en hoe snel en haastig zij deze woorden uitspreken. Zij geven hiermee aan overtuigd te zijn dat zij in groot gevaar verkeren om zoals Korach en de andere opstandelingen plotseling voor de heilige God te moeten verschijnen.

Zijn dat nu diezelfde mensen die hun staf aan Mozes hadden gegeven en toch nog stilletjes gehoopt hadden dat hun staf zou bloeien en niet die van Aäron? Hoopten zij nog steeds dat zij in het heiligdom het werk van hogepriester of priester konden waarnemen? Waren zij zo boos op Mozes en Aäron geweest, of beter gezegd op de Heere? Ach, zij voelden de ware last van het ambt niet, en durfden daarom nog wel kwaad van Mozes en Aäron te spreken!

Kijk hoe bevreesd ze zijn, nu zij de bloeiende staf van Aäron in zijn hand zien als een teken tégen hen? Hoor nogmaals hun woorden: Al wie enigszins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden? Zullen wij nu ook zo’n vreselijke dood moeten sterven als die 250 mannen door het hemelvuur?

De vreesachtige leiders van de elf stammen bevestigden hun verdiende straf!

De woorden in vers 12 kunnen we ook als een bevestiging lezen: Zie, wij geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan! De woorden in vers 13 zijn dan een vraag op wat zij daarvoor hadden bevestigd. Kijk, daar hebben we nu een Bijbels voorbeeld dat de elf Joodse leiders zich als dorre staven kenden, zich waardig keurden om verdoemd te worden en instemden met Gods rechtvaardig oordeel. Als zij dit met hun hart beleefden, wat zal het dan een wonder zijn geweest toen zij daarna de bloeiende staf van Aäron zagen die wees op Christus, Die dood geweest is en leeft tot in alle eeuwigheid.

Wie van onze lezers kent hier iets van bij zielservaring? Alleen het geloof ziet Christus’ schoonheid als de bloeiende Roos van Saron. Hij is het Voorwerp van de liefde van God de Vader, van alle verlosten in de hemel en van alle gelovigen op aarde. Hoe zoet is het om Christus te zien bloeien: Maar op Hem zal Zijn kroon bloeien (Ps. 132:18b). Met diepe ontroering schrijven we dat de schoonheid van Christus als de Bloem van alle bloemen onbeschrijfelijk is! Heere Jezus, toon onder ons de beloofde vruchten zoals U ons beloofd hebt! U alleen al de eer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 2024

De Wachter Sions | 16 Pagina's

De tabernakeldienst (328)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 2024

De Wachter Sions | 16 Pagina's