Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak over de brief van Paulus (37a)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak over de brief van Paulus (37a)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig, gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint wanneer Gij oordeelt. Romeinen 3:4

HOPENDE: Het was toch wel een dierbare Evangelische stof die we de vorige keer met elkaar mochten overdenken. Ons ongeloof doet het geloof van God niet teniet. Dat is onmogelijk. Vragenderwijs is door de apostel gezegd: Zal hun ongelovigheid het geloof Gods tenietdoen? En dan volgt daarop nu het antwoord: Dat zij verre. Hoe zou ons ongeloof ooit de oorzaak ervan kunnen zijn dat God Zijn woorden introk. Zou Hij dan Zijn beloften niet vervullen, alsof Hij die beloften nooit gedaan had?

Hoe wordt de leer van de Remonstranten toch door Gods Woord veroordeeld! God zou hebben uitverkoren om een voorgezien geloof. Het ongeloof van de mens zou God het verhinderen om de mens tot de zaligheid te brengen. De apostel zegt: Dat zij verre. Daar spreekt eigenlijk een verontwaardiging uit. Ja, we moeten verontwaardigd zijn, als er een leer verkondigd wordt waarin men de zaligheid doet afhangen van het geloof van de mens en het dus zo durft voor te stellen, alsof het God onmogelijk werd door het ongeloof van de mens om die mens de zaligheid te schenken. Is zulk een leer niet Godonterend?

UITZIENDE: Och vriend, in elke afwijking van de zuivere leer der Waarheid, wordt God in Zijn eer aangetast. En elke afwijking van de zuivere leer kenmerkt zich in hetzelfde kwaad, dat men aan de gevallen mens een vermogen toekent dat hij niet meer heeft en God van die doodgevallen mens afhankelijk stelt. De mens zou het slechts aan God te danken hebben dat hij zalig kan worden en aan zichzelf te danken hebben dat hij werkelijk zalig wordt. Ja, eigenlijk gaat het nog verder. God zou Zijn wil niet kunnen volbrengen, als de mens Hem met zijn ongeloof in de weg blijft staan. God moet dus maar afwachten wat de mens zal doen. O hoe verfoeilijk is zo’n leer! En Paulus wijst dan ook die leer met een diepe verfoeiing van de hand, als hij zegt: Dat zij verre. Men wil maar de barmhartigheid zoveel mogelijk doen roemen tegenover de rechtvaardigheid. Zulk een Evangelie staat men zogenaamd voor, waarin die strenge rechtvaardigheid Gods verzwegen wordt en de barmhartigheid zoveel mogelijk wordt verheerlijkt.

De vorige keer hebben we al gehoord wat de kanttekening zegt over het geloof van God. Dat geloof van God is die trouw en waarheid Gods, Die onder dat volk, niettegenstaande de ondankbaarheid van velen, altijd de Zijnen heeft willen behouden en nog behoudt. De getrouwheid Gods strekt zich uit tot in het duizendste geslacht. Zou nu het ongeloof van enkelen, die getrouwheid Gods in betrekking tot zovele duizenden kunnen teniet doen?

Men kan de mond vol hebben over de bekering der Joden, maar als het zo zou zijn als velen het zich voorstellen, dan kwam er wel niet één Jood meer tot bekering. De apostel laat ons weten in de Romeinenbrief welk een verwachting hij nog had voor zijn eigen volk, maar dat die verwachting zich ook alleen maar grondde in de onfeilbaarheid van de waarheid van Gods beloften. Maar de Joden die zalig worden, zullen dat weten. Zij zullen weten dat zij uit genade zalig worden. Het Israël van de oude dag is ons tot een voorbeeld. Velen hebben geluisterd naar de verspieders die een kwaad gerucht van het land hebben voortgebracht. Zij hebben in Kanaän niet kunnen ingaan vanwege hun ongeloof, maar zij hebben daardoor toch niet kunnen verhinderen dat later Jakobs zaad het beloofde land is binnengegaan.

De door God verkorenen moeten tot de zaligheid komen. En zij komen uit genade tot die zaligheid. Niet omdat zij het er zo goed afgebracht hebben of omdat hun vaderen het er zo goed afgebracht hebben. Hun vader was een Amoriet en hun moeder een Hethietische. Maar Gods beloften kunnen niet teniet gedaan worden. God is waarachtig en alle mens leugenachtig.

HOPENDE: Dat is het wat de apostel hierop nu ook laat volgen. De beloften Gods steunen niet op iets in de mens, maar op de onveranderlijkheid en de eeuwige liefde Gods. Daarom blijft de Heere tot het geestelijk zaad van Jakob zeggen: Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. En in Maleáchi 3:3 horen we Hem zeggen: Want Ik, de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jakobs, niet verteerd. Och, de Schrift is geheel vervuld van getuigenissen van Gods onveranderlijke trouw, ten goede ook voor Abrahams zaad. God is dus waarachtig. Welk een dierbaar getuigenis geeft daarvan bijvoorbeeld ook de 89e Psalm.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Samenspraak over de brief van Paulus (37a)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's