De heilige oorlog (112)
De eerste stappen tot wederkeer
Reus Diábolus maakt plannen om Mensziel te veroveren. Het complot wordt echter ontdekt door Ontdekking, waarna de predikant, de heer Geweten, de stad alarmeert. De inwoners van Mensziel bewenen hun toestand als ze horen wat er aan de hand is.
Hulp gevraagd
De heer Ontdekking bevestigt ten aanhoren van de stadsbewoners de woorden van de predikant. Nog luider bejammeren de burgers hun dwaasheid en er wordt besloten tot een verdubbeling van de gebeden die ze richten tot de Koning en Zijn Zoon. Ze vertellen alles ook aan de kapiteins, andere officieren en de soldaten in Mensziel, en smeken hen alles op alles te zetten om weer krachtig te zijn en goede moed te vatten. Ze vragen hen ook de harnassen na te kijken en zich gereed te maken om dag en nacht te strijden als Diábolus komt (zoals hun verteld is) om Mensziel te belegeren.
De besluiten van de kapiteins
Als de kapiteins dat horen, schudden ze zich uit alsof ze allemaal een Simson zijn. Ze komen samen om te overleggen hoe ze al die brutale en helse listen kunnen verhinderen, die gericht zijn op de inname van het op dat moment zieke, zwakke en sterk verarmde Mensziel. Ze bereiken overeenstemming over de volgende punten:
1. De poorten van Mensziel worden gesloten en voorzien van slagbomen en sloten. Iedereen die de stad wil verlaten of binnenkomen moet streng worden onderzocht door de wachters, ‘met de bedoeling’, aldus de kapiteins, ‘dat de samenzweerders, of ze nu komen of gaan, worden gegrepen. Daarmee kunnen we erachter komen wie het zijn die van plan zijn ons te vernietigen.’
2. Vervolgens zal overal nauwkeurig gezocht worden naar alle soorten van Diábolonisten. Huis na huis zal van boven tot beneden worden onderzocht, zodat mogelijk nog meer mannen ontdekt worden die meewerken aan het complot.
3. Ook wordt afgesproken dat allen die een van de Diábolonisten in huis en in bescherming hebben genomen, in het openbaar boete moeten doen. Het maakt niet uit wie het is, zodat het zal zijn tot hun schande en tot waarschuwing van anderen.
4. Bovendien besluiten de inwoners dat er een algemene dag van vasten en van verootmoediging zal worden gehouden. Daarmee willen ze de Prins rechtvaardig verklaren en zichzelf vernederen vanwege hun overtredingen tegen Hem en Koning El-Schaddaï, Zijn Vader. Iedereen die op die dag weigert te vasten of zich te verootmoedigen vanwege de zonden, maar zich bezighoudt met zijn dagelijkse werkzaamheden en zich op straat begeeft om daar te gaan wandelen, zal gehouden worden voor een volgeling van Diábolus. Zij zullen dezelfde straffen ontvangen als de Diábolonisten.
5. Ze spreken ook af om zo snel en oprecht van hart als mogelijk is opnieuw hun beschaamdheid over de zonde te tonen en smeekschriften naar Koning El-Schaddaï te zenden. Ze zullen hun Rechter eerlijk bekendmaken wat Ontdekking heeft verteld.
6. Tot slot wordt beslist dat Mensziel de heer Ontdekking zal danken voor zijn ijver voor het welzijn van de stad. Omdat het zijn natuur is om het goede van de stad te zoeken en de vijanden dwars te zitten, wordt hij bevorderd tot het hoofd van de verkenners van de generaal.
De besluiten uitgevoerd
Nadat het overleg is beëindigd, gaan ze aan de slag. De poorten worden gesloten en er komt een nauwkeurig onderzoek naar Diábolonisten. Degenen die erop betrapt zijn dat ze Diábolonisten in huis hebben, worden in het openbaar aan de schandpaal genageld. Ook komt er een biddag en er worden weer smeekbeden tot de Prins gezonden. De heer Ontdekking voert zijn taak gewetensvol en trouw uit en beschaamt het vertrouwen van Mensziel niet. Hij geeft zich geheel voor het werk. Niet alleen binnen de stad doet hij wat hij kan, maar hij gaat ook de stad uit om daar de vijanden te bespioneren.
De hand aan de ploeg
Bunyan laat zien hoe het werk van ontdekking zijn vruchten afwerpt. Onder leiding van het weer sprekende geweten wordt de hand aan de ploeg geslagen. De gebeden vermenigvuldigen zich. Geloof, hoop en liefde worden aangevuurd. Het hart wordt nauwkeurig doorzocht op afwijkingen en de ziel vernedert en verootmoedigt zich. Genade maakt eerlijk, zodat er niets wordt achtergehouden tegenover God als Rechter.
Het gebed vermeerderd en de strijd aangebonden
Ontdekking aan dwaasheid leidt door genade tot hernieuwde gebeden, meer en vuriger dan voorheen. Bovendien wordt de ziel weer strijdvaardig tegen de zonden. Het is als bij Simson, die ontwaakte uit zijn slaap toen de Filistijnen over hem kwamen. Hij sprak: Ik zal ditmaal uitgaan als op andere malen en mij uitschudden (Richt. 16:20). Met het ‘uitschudden’ bedoelt Simson dat hij alles van zich afschudt wat in de weg staat om te strijden en dan zijn vijanden van zich kan afschudden.
De waakzaamheid verhoogd
De gevallen zondaar wordt weer waakzaam en let op alles wat zijn hart en mond uitgaat en wat zijn hart inkomt via de ogen en de oren. Paulus heeft het de Korinthiërs toegeroepen: Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk (1 Kor. 16:13). Dat waken – daar had het zo aan ontbroken!
Het onderzoek verscherpt
Hart en leven worden aan nauwkeurig en verscherpt onderzoek onderworpen. Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den HEERE (Klaagl. 3:40). Anderen hoeven het hem niet toe te roepen, want hij zegt het wel tegen zichzelf: Doorzoekt uzelven nauw, ja, doorzoekt nauw (Zef. 2:1).
De toegeeflijkheid bestraft
De opnieuw ontdekte zondaar gaat zijn eigen toegeeflijkheid, waardoor de zonden weer voet aan de grond hadden gekregen, bestraffen. Die toegeeflijkheid wordt niet in het verborgen, maar openbaar tot schande gesteld. Achan had het gestolene uit Jericho verborgen in zijn tent, maar het wordt opgegraven en voor Jozua, het volk en de HEERE gebracht (Joz. 7:22-24). Dat was nodig, zodat na het stenigen van Achan in dal van Achor een wending ten goede kwam.
De Heere gerechtvaardigd en de ziel verootmoedigd
In tijd van nood, toen het land Israël gestraft werd met allerlei ongedierte, riep de profeet Joël het volk toe: Heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit, verzamelt de oudsten en alle inwoners dezes lands ten huize des HEEREN uws Gods, en roept tot den HEERE (Joël 1:14). Dan wordt, in een weg van ware verootmoediging, erkend dat de Heere rechtvaardig heeft gehandeld. Laat de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, o HEERE, en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: Waar is hunlieder God? (Joël 2:17).
Eerlijk gemaakt
Op deze wijze wordt de gevallen zondaar eerlijk gemaakt. En zij stonden en deden belijdenis van hun zonden en hunner vaderen ongerechtigheden (Neh. 9:2). Het is een lage, maar zo gezegende plaats die ingenomen mag worden: Doch Gij zijt rechtvaardig in alles wat ons overkomen is; want Gij hebt trouwelijk gehandeld, maar wij hebben goddelooslijk gehandeld (vs. 33).
Veelzeggend is wat we lezen in een noot bij de Nederlandse vertaling van Bunyans ‘De heilige oorlog’. Nood leert bidden, maar het gebed moet wel voldoen aan de vereisten van een ootmoedig geloofsgebed. De christelijke deugen van geloof, hoop en liefde worden weer meer beoefend, en de waakzaamheid neemt toe. Dat is alles prijzenswaardig, maar het kan werk zijn in eigen kracht en eigengerechtigheid kweken. Hoe onderzoekend en ontdekkend is dat, evenals de woorden die dan nog volgen: Het geestelijk leven is een nauw leven!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2023
De Wachter Sions | 12 Pagina's