De trouwe zorg van de Knecht des Vaders (6-slot)
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken. Jesaja 42:3a
Toepassing
Dan nu nog een enkel woord. Ik heb er niet vanaf gekund en het heeft heel wat moeite gekost, maar de Heere heeft het toch gegeven. Ik hoop, broeders, dat we elkaar zo zouden mogen vinden, ook aan de dag van morgen. We zijn blind en dwaas genoeg, zeg ik zo vaak, om alles verkeerd te doen. Daarom moeten we onder de pekel gehouden worden en ik zet mijzelf vooraan.
Ik denk aan ds. Van de Kieft. U bent morgen de voorzitter. Er komt veel op u af. U ziet er ook tegenop, zoals u schreef in uw mail aan mij. Ik hoop dat de Heere u helpen zal, broeder. Maar één ding zullen we toch altijd moeten bedenken, dat we in liefde met elkaar zouden mogen omgaan.
Ik denk ook aan ds. Weststrate, daar u de vergadering morgen moet openen. Dat geeft ook weer een opzien om een openingswoord te spreken in deze ontzaglijke tijdsomstandigheden. Daarin zult u het met mij eens zijn.
Ik denk ook aan de studenten. U, student Van Putten. Ik heb er in mijn gebed iets van gezegd. U hebt examens afgelegd. Ds. Weststrate vroeg u naar bepaalde teksten. We hebben ook aangevoeld, er is een gedrevenheid bij u, broeder. Ik hoop dat de Heere ook u helpen zal in het derde leerjaar. Maar ook broeder Van Asselt. Wat was u verwonderd. U kon het niet begrijpen dat u was toegelaten tot de studie. Maar het is ook tot onze verwondering geweest, dat de Heere ons dit bij vernieuwing nog gegeven heeft. Ik hoop dat de Heere u ook nabij zal willen zijn met uw vrouw, met uw kinderen en met uw oude moeder. Er komt heel veel op u af.
Maar ik denk ook aan ds. Roos. Broeder, u bent zwak naar het lichaam. Het doet mij ook goed, dat u vanavond in de kerk bent. U staat weer voor een opleiding. We weten van u, dat u er veel zorg aan besteedt en het vele keren boven uw vermogen is. Ik hoop dat de Heere u wil helpen. Als u iets van dat Vaderlijke mag proeven van hetgeen ik vanavond heb voorgehouden, dan kan het toch een ogenblik anders zijn. De Heere geve maar dat de onderlinge verbintenis blijven mag. Er zijn ook ambtsbroeders die van plaats verwisselen. Ds. Krijgsman heb ik onlangs bevestigd in de gemeente van De Beek-Uddel, met de tekstwoorden: En waar Ik ben, aldaar zal ook Mijn dienaar zijn (Joh. 12:26b). Ik hoop dat de Heere het bevestigen wil. Ds. Geuze heeft een beroep aangenomen naar Vriezenveen en ds. Van der Tang naar Chilliwack in Canada. Er wordt vanzelf over gepraat in de gemeenten en ook in mijn eigen gemeente. Een dominee is een teer bezit, maar ik heb er toch iets bijzonders in zien liggen. Wat dan? Dat de Heere bij vernieuwing weer een nieuw arbeidsveld heeft willen toewijzen. En als Hij dat wil doen, dan is er ook nog werk te doen. Dan wil de Heere ook onder ons Zijn tekenen geven, dat Hij nog niet geheel en al van ons geweken is. Ik hoop ook dat de Heere broeder Weststrate en de andere docenten zal willen helpen in de arbeid en dat de weg van broeder Van der Tang naar Canada maar gebaand zal worden. Ds. Roos weet ervan wat dat inhoudt, toen hij in 1987 met zijn gezin daarheen moest. Het kan er zo om spannen. Als de Heere het gezegd heeft, dan zal Hij het ook doen. Ik denk ook aan onze oude emerituspredikant ds. Schultink, die met zijn echtgenote ook in ons midden is. Mevrouw Schultink, u bent ernstig ziek. U mag kuren hebben. Ik hoop dat de Heere ook u wil gedenken en de middelen wil zegenen.
Gemeente, afgevaardigden, hoe hebt u de dienst bijgewoond? Ik heb gedacht aan ds. Lamain. Ik zal maar precies vertellen wat ik bedoel. De oorlog was voorbij en in Wierden werd een gezamenlijke kerkdienst gehouden ter gelegenheid van de bevrijding. Hij was gevraagd om het woord te voeren. Toen hij in de kerk kwam, zat alles vol. Hij was zo eerlijk en zei: Toen kwam ik op de preekstoel met mijzelf en het ging niet. Toen ging de vlag weer naar binnen, opgerold. Toen was ik weer wie ik zelf ben. Weet u, als we zo met elkaar mogen omgaan, dan mag de ene broeder de andere broeder uitnemender achten dan zichzelf. Dan mogen we ook elkanders noden en lasten dragen en gevoelen. Een gekrookt riet is een geknakt riet, is eigenlijk een nieuw riet, want de oude mens wordt niet bekeerd.
Als u nog leeft voor eigen rekening, dan is er een andere invulling van de tekst: Een man die, dikwijls bestraft zijnde, den nek verhardt, zal schielijk verbroken worden, zodat er geen genezen aan zij (Spr. 29:1).
Daarom, u mag er nog zijn. Het Woord mag u in alle welmenendheid nog worden voorgesteld. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? (Ezech. 33:11). We mogen u allen nog verkondigen dat er genade te vinden is voor de grootste der zondaren. Ziet toe dat gij Dien Die spreekt, niet verwerpt (Hebr. 12:25). Dat zal een hel in de hel uitmaken. O kinderen, jeugd, buig toch je knieën. ’Wie Jezus zoekt vroeg, die heeft aan Jezus genoeg’. Opgroeiende jeugd, waar gaat je hart naar uit? We kunnen zo bezorgd zijn. Afgelopen zaterdag was er een EO-bijeenkomst. Ook uit onze gemeentes zijn ze daar geweest. Als ik het verslag ervan lees (ik heb je ziel op het oog): beproef de geesten of ze uit God zijn. Vraag naar de aloude bevindelijke waarheid.
Volk des Heeren, hoe is het nu? U zegt misschien: Het is droevig. Is het droevig? Ik kan er niet komen, dominee. Waar kunt u niet komen? Waar ik moet komen om weer in het stof neergedrukt te worden, om de Heere weer nodig te krijgen als een gans verlorene in mijzelf. Weet u, dan moet u de kanttekening thuis nog maar eens nalezen wat juist het doel is van deze tekst, de zwakgelovigen op te beuren, te sterken met de belofte die de Vader in Christus gegeven heeft. Hij is getrouw. Als u een ogenblik anders geweest bent, dan gaat u naar huis. Dan bent u geknakt. Dan bent u gebroken. Als dan de Heere in Christus met Zijn tegenwoordigheid weer overkomt als de grote barmhartige Samaritaan, dan vergoedt Hij alles. Dan is het werkelijk: Jezus, dierbare Levensvorst. Dan mag u roemen in ’s Vaders werk alleen. We gaan eindigen. Het is maar een eenvoudig woord. De Heere geve maar de rechte beleving. Amen.
Slotzang psalm 16:6:
Gij maakt eerlang mij ’t levenspad bekend,
Waarvan in druk ’t vooruitzicht mij verheugde.
Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend,
Schenkt mij in ’t kort verzadiging van vreugde.
De lieflijkheên van ’t zalig hemelleven
Zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 augustus 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's