Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 229

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 229

Hoofdstuk 34 De listen van de satan - 1 (8)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar als ons Evangelie verborgen is, is het verborgen in degenen die verloren zijn, in wie de god dezer wereld de zinnen verblind heeft van degenen die niet geloven, opdat het licht van het heerlijke Evangelie van Christus, Die het Beeld Gods is, hen niet zou bestralen (naar de Engelse vertaling). 2 Korinthe 4:3, 4

Het is een list van de satan om overtuigingen door overtuigingen te voorkomen: ik bedoel dat krachtdadige overtuigingen worden voorkomen door overtuigingen die niets hebben uitgewerkt en nu verdwe-nen zijn. De noden waarin bepaalde mensen hebben verkeerd, moeten nu voor hun ’bekering’ doorgaan, ook al is de gesteldheid van hun hart nog altijd dezelfde. De duivel gebruikt de noden die niets hebben uitgewerkt om hen in de ware kennis en bevatting omtrent hun toestand te verblinden. Deze mannen en vrouwen kunnen immers spreken over de noden die ze vanwege de zonde hebben gehad en over de vele tranen die ze hebben geplengd - en daardoor wordt de ware overtuiging met kracht voorkomen.

De satan neemt in zijn sluwheid gaven en kennis te baat, tégen de ware kennis van Jezus Christus en tégen de ware kennis van onze staat van nature. Zoals de satan in zijn sluwheid gebruik maakt van de overtuiging tégen de overtuiging, maakt hij ook gebruik van de kennis tégen de kennis. Zo was het gesteld met de mensen in Romeinen 2:17-19: Zie, gij wordt een Jood genaamd, en rust op de wet en roemt op God, en gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet; en gij betrouwt uzelf te zijn een leidsman der blinden, een licht dergenen die in duisternis zijn. Dit is de verzoeking en de waanvoorstelling bij mensen met een helder verstand, die er in hun eigen opvatting zóver van af staan blind te zijn, dat zij zichzelf als leidslieden van de blinden beschouwen. En toch: wie zijn er nu méér verblind dan deze mensen?

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van uitwendige reformatie, tégen een ware en geestelijke reformatie. Die uitwendige reformatie gaat in de hele wereld voor ’bekering’ door, ook al dient die er slechts toe dat het belang van de satan in de ziel verstevigd wordt (Matth. 12:44). Doordat het schort aan een werkelijke verandering van het hart, nemen de zonde en de ellende alleen maar toe (2 Petr. 2:20). Dat is het geslacht dat rein in zijn ogen is, en van zijn drek niet gewassen is (Spr. 30:12). De reinheid van hun handen verblindt hen, zodat de onreinheid van hun hart niet wordt ontdekt.

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van de toewijding in bepaalde plichten, tégen de overtuiging in dat een mens andere plichten verwaarloost: de uitwendige plichten van de godsdienst, zoals het horen, het bidden en het vasten, tégen de belangrijke plichten van bekering en geloof. Zo was het gesteld met de mensen in Jesaja 58:2 en 3: Hoewel zij Mij dagelijks zoeken, en een lust hebben aan de kennis Mijner wegen, als een volk dat gerechtigheid doet en het recht zijns Gods niet verlaat, vragen zij Mij naar de rechten der gerechtigheid; zij hebben een lust tot God te naderen; zeggende: Waarom vasten wij en Gij ziet het niet aan? Waarom kwellen wij onze ziel en Gij weet het niet? Zo wordt de plicht tégen de plicht gebruikt, worden de uitwendige dingen in het dienen van God gebruikt tégen de inwendige - en hele menigten mensen worden op deze manier verblind.

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van ijver tégen ijver, en daardoor verblindt hij een groot deel van de wereld. Hij staat het de mens toe om tégen de valse godsdienst te ijveren, als hij daardoor maar kan voorkomen dat een mens zal ijveren vóór de ware godsdienst. Hij maakt dat zijn ijver zich niet tegen zijn eigen zonde zal richten, maar dat die wordt aangewend tegen de zonden van anderen. Zo werd Paulus eens door zijn ijver voor de wet verblind (Hand. 22:3). Vandaag de dag vinden veel mensen voldoening in hun ijver tegen de verwording in de eredienst, en tegen het bijgeloof van anderen, terwijl zijzelf nooit de kracht van het ware dienen van God in hun eigen hart hebben gevoeld. Gevaarlijk, als de duivel iemand zo verblindt!

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van de achting en de eerbied die mensen hebben voor Gods volk, tégen hun eigen grote plicht en aanbelang om zelf een van Gods volk te worden. Openbaring 3:1: Gij hebt de naam dat gij leeft, en gij zijt dood. Voor veel mensen is het genoeg om door de gelovigen te worden geaccepteerd, ook al behoren ze niet tot hun getal. De goede gedachte van anderen brengt bij hen een goede gedachte over zichzelf voort en bevestigt die.

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van een gezond oordeel tégen een gezond hart, van een rechtzinnig hoofd tégen een rechtzinnig hart en leven, van een dogmatisch geloof tégen een rechtvaardigend geloof. Zo was het gesteld met de eerder genoemden in Romeinen 2:18 en 19. De mensen zijn er tevreden mee als ze een gezond verstand hebben, ook al hebben ze tegelijkertijd een zeer verdorven hart. Het is voor hen genoeg dat hun hoofd in orde is, ook al heerst er wanorde in hun hart en leven.

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van de ene zegening van God tégen de andere. Hij verblindt ons door de zegeningen van het godsbestel, opdat we het gebrek aan geestelijke zegeningen niet zullen bespeuren. Hij overtuigt de mensen ervan dat de glimlach van Gods voorzienig handelen in hun voorspoed, hun succes en de goede voortgang van hun plannen er goede blijken van zijn dat God hun ziel liefheeft. Ze merken helemaal niet dat de dwazen door hun voorspoed worden bedrogen en dat rijkdom vaak wordt geschonken om schade toe te brengen aan degenen die deze rijkdom bezitten.

De satan maakt in zijn sluwheid gebruik van de ene troost tégen de andere, de valse en ongegronde troost onder het Woord, tégen de ware gronden van de troost die dáárin gelegen zijn, dat de ziel deel heeft aan Christus. Zo vinden veel mensen heel wat troost in de beloften, en worden ze er zo door verblind, dat ze nooit uitzien naar het verenigd-zijn met Christus, het enige hechte fundament van alle ware troost (Hebr. 6:19).

Zo zien we dat de god dezer wereld de zinnen verblindt van degenen die niet geloven, en hoe het Evangelie verborgen wordt voor degenen die verloren zijn.

(wordt vervolgd)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten. Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 229

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 december 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's