Davids belijdenis

In moeilijke omstandigheden zoekt David de Heere. Hij heft zijn ziel tot Hem op. David klemt zich vast aan het woord van Gods belofte. En dan nu vers 8a: ‘De HEERE is goed en recht’. Het is net of David achteromkijkt en het uitroept: ‘En toch is het waar. De HEERE is goed. De HEERE is recht’. We vragen ons misschien af hoe David nu zeggen kan dat de HEERE goed en recht is, terwijl de omstandigheden zo moeilijk zijn. Laten we kort op de woorden zelf letten.

De HEERE is hier namelijk de Jehova, de Verbondsgod, de God van de blijvende trouw, de God van de genade en van de offers. David gelooft het met heel zijn hart. Deze God is ook de heilige God, de God bij Wie niemand in zichzelf kan bestaan. Maar wat een wónder dat het ook God is in Zijn barmhartigheden. Zijn brandend hart is vol genade en van goedertierenheden die van eeuwigheid zijn.

Die HEERE is goed. En wat zegt hij daar veel mee. Het is net alsof David zegt: ‘Wat is de HEERE goed, wat is Hij vol van liefde. Wat is Hij barmhartig, lankmoedig en genadig. Je proeft in de woorden het intense. Hij heeft ondanks alles en in alles de HEERE over mogen houden. En het welt voor David op als een belijdenis, als een lofprijzing: De HEERE is goed én recht. Want dat hoort er volgens onze tekst helemaal bij. De HEERE is het allebei: én goed én recht.

Heilig en rechtvaardig

De HEERE is recht. Waar denken we aan bij het woord ‘recht’? Letterlijk denk je aan het tegenovergestelde van wat krom is. En zo is dat nu ook in onze tekst. Er is bij de HEERE niets wat krom is, er is bij de HEERE niets te vinden wat niet overeenstemt met Zijn heilige wet, er is bij de HEERE geen enkele onoprechtheid te vinden. De HEERE Zélf is de volmaakt heilige en rechtvaardige God.

Maar, misschien vragen we ons dan nog steeds af hoe David dat zo kan zeggen dat de HEERE goed én recht is. Het is namelijk opmerkelijk dat juist deze twee zaken de basis zijn voor wat erop volgt: ‘daarom zal Hij de zondaars onderwijzen in de weg’. De kanttekeningen geven een toelichting: ‘Over dewelke Hij Zich naar Zijn goedheid ontfermt tot hun bekering, en die Hij naar Zijn rechtheid of gerechtigheid de rechte weg wijst, die Hij de boetvaardigen in Zijn Woord heeft voorgeschreven’. Dat de HEERE goed en recht is, is dus kennelijk zo troostvol en moedgevend. En dat ís het ook wanneer we door het geloof leren zien dat de HEERE goed en recht is omdat de Heere Jezus daarvoor heeft gezorgd!

Dat de HEERE goed is, is namelijk niet door ons mensen verdiend. Wij verdienen door onze zonden en zondige bestaan dat de HEERE op ons neerziet in toorn. Maar de Heere Jezus heeft die toorn doordragen aan het kruis van Golgotha. En daarom zijn er bij de Heere milde handen en vriendelijke ogen.

Straf gedragen

Omdat de HEERE recht is, hebben wij tijdelijke en eeuwige straffen verdiend. Maar de Heere Jezus heeft de straf gedragen en de schuld betaald. En al degenen die daarvan wat leren kennen in hun leven, gaan begrijpen wat David bedoelt in deze tekstwoorden. Onder alle gevolgen van de zonde in moeiten en verdrukking leerde je buigen voor de Heere. Je leerde zonden kennen en belijden. Gods oordeel leerde je te aanvaarden met je hart. En je leerde daarmee te vluchten tot de Heere. En dan kan de Heere het niet meer verkeerd doen. Hij openbaart het in je leven: Ik voor u. Omdat u anders de eeuwige dood had moeten sterven. En de Heere komt dan bij tijden zo dichtbij in het Woord en in sacrament.

Want dan kunnen er tijden zijn dat je voor jezelf zo weinig zicht op hebt op de inhoud van die woorden: ‘De HEERE is goed en recht’. Dan kunnen er tijden zijn waarin je ernaar uitziet dat dit verlevendigd wordt vanbinnen. Dat je er meer van mag leren kennen, dat dit dieper in je wortelen zal, juist in tijden waarin dit wordt aangevochten, tijden waar je moeiten en verdrukkingen ervaart. Want wat gaan de golven soms hoog!

Geloofsgemeenschap

Er kunnen ook tijden zijn waarin je in alle rust en stilte verlangend bent naar meer onderwijs. In al die omstandigheden komt de HEERE Zijn kinderen – op Zijn tijd – tegemoet. En Hij verlevendigt door Zijn Geest die verborgen gemeenschap met Hem door het geloof waardoor gezien en bevestigd wordt: de HEERE is goed en recht, ook voor mij! In die tere geloofsgemeenschap met Christus wordt opnieuw het wonder ervaren: Zijn oog slaat mij in liefde gade. Mijn weg wordt Zijn weg. Mijn omstandigheden worden Zijn omstandigheden. Mijn kruis wordt Zijn kruis, dat komt op Hém te liggen, je leert het aan Hem overgeven. Mijn verdrukkingen worden Zijn verdrukkingen. Mijn onbegrepen wegen worden Zijn onbegrepen wegen. En met al mijn zonden en ellende leer ik eens temeer schuilen bij deze HEERE, Die goed is én recht om Jezus’ wil.

Zoekt u de weg er naartoe? Dan lezen we nog even vers 1: ‘Tot U, o HEERE, hef ik mijn ziel op’. De kanttekeningen zijn er zo onderwijzend in: ‘Door een hartgrondig gebed en verlangen naar Uw hulp’. Zo maakt Hij het ook vandaag waar:

’s HEEREN goedheid kent geen palen;

God is recht, dus zal Hij door

Onderwijzing hen die dwalen,

Brengen in het rechte spoor.

Hij zal leiden ’t zacht gemoed

In het effen recht des Heeren;

Wie Hem need’rig valt te voet,

Zal van Hem Zijn wegen leren.

De HEERE is goed en recht.

Psalm 25:8a

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen