Blijven in Christus
In Christus geënt
We spreken nu verder over het blijven in Christus. Daarbij kunnen we u laten zien hoe de gelovige, die als een goede rank in Christus is ingeënt, in Hem blijft, in Hem namelijk als Profeet, Priester en Koning. Ja, in Hem als in een Rotssteen, Wiens werk volkomen is (zie Deut. 32:4). In Hem als een kleed, en in Hem als de ware en goede stam. De gelovige is in Hem door Hem voortdurend in het geloof aan te grijpen, door herhaaldelijk in het geloof tot Hem uit te gaan, door Hem te loven en te prijzen. De gelovige is in Hem, door Hem lief te hebben en door standvastig bij zijn gemaakte keuze voor Hem te blijven, hoewel de wereld en de satan hem wel proberen te verleiden. De gelovige is in Hem door een bewust jagen naar heiligmaking, en door meer zaken die hiermee overeenstemmen.
Maar dit blijven in Christus heeft vooral te maken met het dragen van vruchten. Daarom zijn we van mening dat het nu het beste is om aan wat we noemden voorbij te gaan. We willen echter wel uw aandacht vragen voor enkele aspecten, namelijk hoe het geloof als een blijven in Christus functioneert ten aanzien van de heiligmaking, om daaraan op een evangelische wijze in en door Christus deel te krijgen. Het geloof dat de gelovige met Jezus Christus verenigt, laat hem steeds opnieuw ijverig bezig zijn om zich enigszins te verzekeren van zijn aandeel in Christus Jezus.
Dat geeft hem niet alleen blijdschap, maar het is vooral noodzakelijk om werkelijk de evangelische heiligmaking te kunnen beoefenen. Zolang men immers door ongeloof moet tobben over zijn staat voor God, is men beslist niet goed in staat om aanhoudend door de herhaalde daad van het geloof vanuit zijn eigen onmacht naar de volheid van Christus te vluchten. Wat ik nu zeg, moet u overigens niet zo opvatten alsof twijfelende gelovigen geen ware heiligmaking kunnen hebben! O nee, maar ik zeg dit om u nadrukkelijk te wijzen op de noodzaak van geloofsverzekering.
Zonder Mij kunt gij niets doen
Het geloof als een blijven in Christus zorgt ervoor dat het geweten heel nauwgezet bezig is om te zien of er zonden zijn waarover men zich voor de grote God nog niet heeft verootmoedigd. Dat doet het geloof door zich het bloed toe te eigenen van Gods Zoon, Jezus Christus. Zijn bloed neemt immers alle zonden weg, en deze zonde in het bijzonder. De zonden van de gelovigen brengen hen weliswaar niet in eigenlijke zin onder de vloek van de schuld en de verdoemenis, omdat zij in de rechtvaardigmaking voor God daarvan volkomen verlost zijn. Maar de dagelijkse zonden maken dat zij toch schuldig staan, waardoor zij Gods Vaderlijke straf moeten dragen. Ja, deze zonden brengen een geestelijke duisternis en vervreemding van God met zich mee. Zij missen dan de vrijmoedigheid tegenover God, gaan bezwaard onder een schuldig geweten, en ervaren een stilstand in het geestelijk leven. Daarom moet hun ziel door een daadwerkelijk aannemen van Jezus gerustgesteld worden vóórdat zij in de heiligmaking wat vorderingen kunnen maken.
Het geloof als het blijven in Christus wil er voortdurend en ten volle van overtuigd zijn dat men vanuit zichzelf totaal blind is en geneigd om in alles wat men doet van God af te wijken. Dat besef is nodig om in evangelische heiligmaking toe te nemen.
wordt vervolgd
Uit:
HET ABC VAN HET GELOOF
dr. A. Comrie
(uitg. De Banier, 2016).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 mei 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
