Dan gaat de kerk nooit meer uit
Het gebeurde in de Bethelkerk van Werkendam. De gemeente zat onder de verkondiging van het Evangelie. Er werd geluisterd, maar soms ook op het horloge gekeken.
Het liep tegen half twaalf. Voor mij zat een jong, lief meisje met haar ouders op de voorste bank. Het slot van de preek klonk: ‘Gemeente, straks gaat de kerk nooit meer uit. Amen!’ Het meisje begon hartstochtelijk te huilen. Het lukte de ouders niet meer om haar te troosten.
In de week ontmoette ik op straat de vader en vroeg hem: ‘Wat was er toch met jullie dochtertje?’ Hij vertelde: ‘Thuis heeft ze snikkend verteld: ‘De dominee zei dat straks de kerk nooit meer uitgaat’. Ze had de woorden goed gehoord, maar er een verkeerde toepassing bij gemaakt. Dat komt trouwens méér voor, niet alleen bij jonge kinderen. David dacht er anders over!
De koninklijke zanger zingt: ‘Eén ding heb ik van de HEERE begeerd, dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des HEEREN, om de lieflijkheid des HEEREN te aanschouwen, en te onderzoeken in Zijn tempel’ (Ps. 27:4). Dat begeert David niet alleen, hij zoekt het ook! Waarom wil hij elke dag in het huis des Heeren zijn? De kanttekenaar verklaart dit heilgeheim: ‘Dat is, de lieflijke godsdienst, waardoor de Messias met al Zijn weldaden wordt afgebeeld en God dagelijks geloofd en geprezen’.
Hij verlangt dat de kerk nooit meer uitgaat! Dit verlangen is ons van nature vreemd!
Wat een voorrecht dat het in ons land nog kan om in Gods huis de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking te horen. Begeert u dat? Zoekt u dat? Dat is toch een kenmerk van geestelijk leven.
David begeert elke dag daar te zijn waar de Messias Jezus Christus, de grote Davidszoon, wordt afgebeeld. Dan verlang je er soms naar dat de kerk niet uitgaat. Dan zou je altijd willen blijven zitten.
Wat een toekomst wacht er voor Gods kind. Straks gaat de kerk nooit meer uit. Johannes heeft dat gezien: ‘Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij voor de troon Gods en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel’ (Openb. 7:14 en 15).
Mag dit door Gods genade ook uw verwachting zijn? Dan kent u in de kerk weleens tranen omdat de kerkdienst voorbij is. Maar ook tranen van verlangen - anders dan dat lieve kleine meisje in Werkendam - naar het ogenblik dat de kerk nooit meer uitgaat. ‘O Heer’, wanneer komt die dag, dat ik toch bij U zal wezen, en zien Uw aanschijn geprezen?’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2024
De Saambinder | 24 Pagina's