Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twintig kerkgangers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twintig kerkgangers

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is in de geschiedenis van de vaderlandse kerk maar weinig gebeurd dat we in onze kerkgang werden belemmerd. Gelukkig mochten we op de Tweede Pinksterdag weer met dertig mensen naar de kerk.

Het is bijna twee eeuwen geleden dat onze voorouders slechts met twintig mensen naar de kerk mochten. Het waren de dagen van de Afscheiding. Men probeerde de afgescheidenen in alles te dwarsbomen. Vergeleken met die dagen zitten we nu op rozen. Laat ons die moeilijke periode eens terugbrengen in herinnering en er lessen uit halen.

De negentiende eeuw was een roerige periode voor kerkelijk Nederland. Op 14 oktober 1834 vond in Ulrum de Afscheiding van het hervormde kerkgenootschap plaats onder leiding van ds. H. de Cock (1801-1842), hervormd predikant aldaar. Hij en zijn kerkelijke gemeente tekenden de ”Acte van Afscheiding of Wederkeer”, waarin ze verklaarden met de Hervormde Kerk te breken, ‘totdat ze terugkeert tot de waarachtige leer, dienst en tucht van de vaderlandse kerk’.

Zieke kerk

Behalve de Ulrumse gemeente verlieten ook vele duizenden mensen elders in het land de ‘Nederlandsche Hervormde Kerk’. Men weigerde het zingen van gezangen uit de nieuwe bundel ‘Evangelische Gezangen’. Men verzette zich tegen de nieuwe kerkorde van 1816. ‘Niet 1816 maar 1618’ was het motto, met een verwijzing naar de Dordtse Kerkorde.

Maar vooral vanwege de oppervlakkige prediking voelde men zich in de vaderlandse kerk niet meer thuis. Men wilde de oude gereformeerde waarheid horen zoals verwoord door Calvijn. Men wilde horen over zonde en genade, over de verdorvenheid van het mensenhart en hoe Christus daarin waarde krijgt. Zo preekte De Cock. Vanuit de wijde omtrek kwamen de ‘kleine luyden’ naar Ulrum om zijn prediking te horen. ‘De waarheid is ons wel veertien uur reizen waard’. Dit leidde tot grote onrust in zijn classis, die hem tenslotte het preken belette. Dat mondde uit in de Afscheiding van 1834.

Code Pénal

Koning Willem I († 1843) hanteerde toen een wet uit de tijd van Napoleon, de Code Pénal. Dit Wetboek van Strafrecht verbood opruiende samenkomsten van meer dan twintig personen. Dat werd nu echter op kerkdiensten toegepast! Desondanks kwamen de afgescheidenen bijeen in zolder- en achterkamertjes, in boerenschuren of in het open veld. Boetes en gevangenisstraffen waren aan de orde van de dag. Zelfs vond inkwartiering van soldaten in de huizen van afgescheidenen plaats. De Cock kreeg daardoor twaalf soldaten te huisvesten.

De bekende staatsman Groen van Prinsterer, die de afgescheidenen verdedigde, schreef dat men bij de allerarmsten het huisraad en de kleren verkocht om zo de boeten te innen. Meestal gebeurde dit op zondag, om terugkoop te beletten. Vanwege deze achteruitstelling werd ‘het grauw’ gemotiveerd om het leven van de afgescheidenen extra zuur te maken. Vernieling van eigendommen, ontslag, en geweldpleging kwamen met grote regelmaat voor. De politie deed alsof er niets aan de hand was en weigerde bescherming.

Groen van Prinsterer schreef een studie over de onrechtmatigheid hiervan, ‘De Maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het Staatsregt getoetst’ (1837). Hij concludeerde dat ‘de Franse strafwet op Godsdienstoefening geen betrekking heeft, en al mogt zij het kunnen hebben, dan nog zou zij krachteloos worden tegenover een Grondwet, die ten aanzien der Godsdienstvrijheid, een ’overvloed van waarborgen’ heeft vastgesteld’. Kortom, de denigrerende behandeling van de afgescheidenen was onwettig.

Lessen

Tot zover de geschiedenis van de ‘20-personen-kerk’ in de dagen van de Afscheiding. Opnieuw staan wij voor eenzelfde inperking, namelijk van ten hoogste dertig personen. De situatie is vandaag gelukkig anders dan toen. Wij leven in een vrij land, waarin we zonder zorg kunnen opgaan naar Gods huis.

Toch heb ik het in deze weken als onbegrijpelijk ervaren om in een goed geventileerde lege kerkruimte te staan, terwijl het in de supermarkt om de hoek vaak volliep met mensen. Had de kerk, in lijn met de afgescheidenen, hier niet meer woorden aan mogen wijden?

Ik vrees dat de huidige situatie de binding aan de prediking gaandeweg schade kan berokkenen. Men ziet elkaar niet meer opgaan naar Gods huis. De aansporing valt weg, ‘Kom ga met ons en doe als wij’. In de huiselijke beslotenheid is de verleiding van surfgedrag groot, met name bij de leesdiensten.

De afgescheidenen zijn ook hierin ons tot voorbeeld. De meesten werden vooral onder de leesdiensten gesticht. Het ging hun niet om een ‘gemakkelijke’ preek, maar vooral om de waarheid die naar de Godzaligheid is, in het licht van de naderende eeuwigheid.

‘En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert’ (Hebr. 10:25).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Twintig kerkgangers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Saambinder | 24 Pagina's