David, de man naar Gods hart
20. David haalt de ark naar Jeruzalem
We lezen in 2 Samuël 6:11 het blijde nieuws dat David het plan opperde om met dertigduizend vertegenwoordigers van de stammen uit heel Israël de ark des Heeren naar Jeruzalem te halen. Die ark stond nog altijd in Kirjath-Jeárim, daar destijds heengebracht door de Filistijnen. Het was blijkbaar nooit in de gedachte van koning Saul opgekomen om naar de ark om te zien. Immers getuigde de ark van Gods gunst (Ps. 122:2 berijmd), maar we weten dat koning Saul meer en meer het goede pad had verlaten. Bij koning David lag dat anders, want hij kon in waarheid zeggen: Ik ben vrolijker in de weg Uwer getuigenissen dan over alle rijkdom (Ps. 119:14). David was over heel Israël tot koning gezalfd en bewoonde een prachtig paleis in de hoofdstad Jeruzalem. Maar ondanks alle eer en rijkdom vergat hij de dienst des Heeren niet. En zo brak de dag aan dat hij de ark Gods naar Jeruzalem liet halen.
Premium Artikel
Dit artikel is over 146 dagen beschikbaar in Digibron.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2025
De Wachter Sions | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2025
De Wachter Sions | 16 Pagina's
Premium aanschaffen