
1. De oproep tot terugkeer
In Ezra 1 lezen we dat koning Kores (of Cyrus) in het eerste jaar van zijn regering over Babel, nadat hij al meer dan twintig jaar koning over Perzië was geweest, de Joden in Babel toestemming gaf om naar hun land terug te keren. Die welwillendheid en goede gezindheid van de koning was ...

34. Davids laatste tijd (slot)
Verder horen we hem zeggen: De Geest des HEEREN heeft door mij gesproken, en Zijn rede is op mijn tong geweest (2 Sam. 23:2). Door die Geest profeteerde hij over de komst van de Heere Jezus, zijn Zaligmaker, Die straks in de wereld komen zou om hem en al Zijn ki ...

33. De volkstelling
Die hoogmoedige gedachte werd onder de toelating van de Heere ingegeven door de satan, de vorst der duisternis. Daarom lezen we in 1 Kronieken 21:1: Toen stond de satan op tegen Israël, en hij porde David aan dat hij Israël telde. Niet alleen David, maar het hel ...

32. De wraak van de Gibeonieten
Kanaän was een vruchtbaar land, een land overvloeiende van melk en honing. Tevens een land dat onder de bijzondere zorg van de Heere stond. Toch kwamen er van tijd tot tijd schaarse tijden voor. De oude vader Jakob werd door een hongersnood gedwongen Kanaän te verlaten en met zijn hele ...

31. Nieuwe moeilijkheden
Toen David dat vernam, stuurde hij de priesters Zadok en Abjathar naar de leidinggevende personen van Juda en nodigde hen uit om hem als koning weer naar Jeruzalem terug te halen. De koning sprak: ‘Ik ben ook uit Juda afkomstig en wil aan jullie opstand onder Absalom niet meer denken. ...

30. De ondergang van Absalom
Koning David luisterde naar hun raad en besloot om met een legertje in de stad Mahanáïm achter te blijven om, als de nood aan de man kwam, hen eventueel te hulp te komen. Daarna stelde hij zich op tussen de buiten- en de binnenpoort en groette de naar de oorlog vertrekkende manschappen ...

29. De raad van Achitófel en Husai
De eerste man die hij om raad vroeg was vanzelf de heel wijze Achitófel en die adviseerde hem om twee dingen te doen. In de eerste plaats moest hij Davids bijwijven als zijn eigen vrouwen nemen, zodat de mensen zouden zien dat er tussen zijn vader en hem voor altijd een onherstelbare b ...

28. De opstand van Absalom (2)
Opnieuw lezen we van het grote verdriet van de koning en zijn volgelingen. Er staat in 2 Samuël 15:30: En het hoofd was hem (David) bewonden; en hij zelf ging barrevoets. Ook had al het volk dat met hem was, een iegelijk zijn hoofd bedekt en z ...

27. De opstand van Absalom (1)
Dat bleek heel duidelijk wanneer er mensen in moeilijkheden zich beriepen op koning David om als rechter een uitspraak voor hen ten goede te doen. Aan de poort stond dan Absalom de mensen op te wachten en sprak: ‘Wat komen jullie doen? Denk je dat de koning jullie recht zal doen? O nee ...

26. Amnons zonde en dood
Verwonderd vroegen zijn knechten: ‘Koning, toen het kind ziek was, hebt u gevast en geweend en nu het gestorven is, eet en drinkt u. Wij vinden dat vreemd!’ Hierop antwoordde David: ‘Nu het gestorven is, hoef ik niet meer om zijn beterschap te bidden. Het kind zal niet tot mij terugker ...