Wolk van getuigen
5. Henochs wandel met God
We lezen in Hebr. 11:5: Door het geloof is Henoch weggenomen geweest, opdat hij den dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had. De godvrezende He noch was de zevende van Adam uit het geslacht van Seth. In die dagen werden de mensen heel oud en toen Henoch vijf en zestig jaar was, werd zijn zoon Methúsalach geboren. Daarna heeft hij nog driehonderd jaar geleefd en toen nam de Heere hem weg. De Bijbel zegt: Hij is weggenomen geweest, wat ook vertaald kan worden door: hij werd overgezet, namelijk van de aarde in de hemel. Zoals later Elia met ziel en lichaam werd opgenomen in de hemel, zo was dat ook het geval met Henoch. Van hem lezen we in Gen. 5:22: Henoch dan wandelde met God. Dat betekent dat hij de Heere erg lief had, nog meer dan voor de geboorte van Methúsalach. Het was met hem zoals met David: Ik zal wandelen voor het aangezicht des HEEREN, in de landen der levenden (Ps. 116:9). Dat nauwe leven met de Heere werd gezien door zijn vrienden, maar óók door zijn vijanden, want hij had meer vijanden dan vrienden.
Nadat Kaïn zijn broer Abel had vermoord, was hij weggegaan uit de godsdienstige omgeving van zijn ouders Adam en Eva en had ten oosten van Eden de wereldse stad Henoch gesticht, genoemd naar zijn zoon. We kennen twee mensen met de naam Henoch en ook twee mensen met de naam Lamech: twee vrome mensen uit het geslacht van Seth en twee goddeloze mensen uit het geslacht van Kaïn.
In en rond de stad Henoch ontstond er in de loop der jaren een geslacht dat in werelds opzicht een grote naam maakte door allerlei uitvindingen, maar dat zich niets meer aantrok van de Heere en Zijn dienst. Eenvoudig gezegd: er ontstond een goddeloos geslacht dat met de Heere en Zijn dienst gebroken had. Daartegenover stonden de nakomelingen van Seth en toen zijn zoon Enos groot werd, begon men den Naam des HEEREN aan te roepen (Gen. 4:26). Die uitdrukking betekent dat in zijn tijd de Heere in het openbaar werd gediend; wij zouden zeggen: door met elkaar naar de kerk te gaan.
Er ontwikkelden zich dus twee geslachten: een volop heidens geslacht (de nakomelingen van Kaïn), en een christelijk geslacht (de nakomelingen van Seth), dat wenste te leven zoals de Heere het gebiedt. Helaas vond er in de loop der jaren een zondige vermenging van de twee geslachten plaats. In de Bijbel lezen we dat Gods zonen (jongens uit het geslacht van Seth, die gewoon waren naar de kerk te gaan) trouwden met de dochteren der mensen (heidense meisjes uit het geslacht van Kaïn). Dat had een verschrikkelijk gevolg. Het duurde niet lang of de dienst des Heeren werd vaarwel gezegd. Er vond een algemene afval van de Heere plaats, zodat het de HEERE berouwde dat Hij de mens gemaakt had en het Hem smartte aan Zijn hart (Gen. 6:6). Toen besloot de Heere de aarde te gaan verdelgen door de zondvloed. Maar vóór het zover was, liet Hij door Zijn knechten de goddeloze mensen nog waarschuwen voor het naderend verderf.
Eén van die knechten was de profeet Henoch, de man die met God wandelde. We lezen in de brief van Judas: En van dezen (de goddeloze mensen die zich niets van de wet des Heeren aantrokken) heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Zie, de Heere is gekomen (dat betekent hier: de Heere zál komen) met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege al de harde woorden die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben (de verzen 14 en 15). We vernemen hier hoe de profeet Henoch het naderend oordeel van de zondvloed heeft aangekondigd aan alle goddeloze mensen die niet alleen een goddeloos leven leidden, maar bovendien Gods kinderen en knechten lasterden en vervolgden (zie kanttek. 75).
Eén van de vervolgde mensen was Henoch zelf. De goddeloze mensen hebben zijn waarschuwende stem in de wind geslagen en mogelijk hebben zij zelfs Gods kind uit de weg willen ruimen. Het is immers heel opmerkelijk dat we in Hebr. 11:5 niet alleen lezen dat hij onverwachts weggenomen is geweest, maar dat hij niet gevonden werd. Waarschijnlijk hebben de vijanden hem gezocht, zoals later ook koning Achab het hele land afzocht om Elia te vinden. Maar hoe er ook gezocht werd, hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had.
De vervolgde profeet Henoch wordt door Paulus de verdrukte Hebreeën voorgehouden om moedig in hun geloof te volharden. Als de apostel nog meer geloofsgetuigen aan het woord gelaten heeft, zal hij hen nogmaals vermanen tot volstandigheid in de christelijke leer om met lijdzaamheid (geduldig) te lopen de loopbaan die ons voorgesteld is, ziende op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van de troon Gods (Hebr. 12:1 en 2). De Heere Jezus heeft Zelf getuigd: Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen (Joh. 15:20).
Herdenk, mijn God, herdenk die wonderdaân;
Een dwaas geslacht heeft Uwen Naam gelasterd;
De vijand, van Uw vrees en dienst verbasterd,
Heeft Uwen roem met smaad en schimp belaân (Ps. 74:17).
(Volgende keer D.V. 6. De ark toebereid tot behoudenis)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juni 2022
De Wachter Sions | 16 Pagina's