De zaligsprekingen [47]
Want zij zullen Gods kinderen genaamd worden. Mattheüs 5:9
Zij zullen Gods kinderen genaamd worden
De vijfde bijzonderheid waarover we moeten spreken is de liefde van God, als Hij ons tot kinderen maakt. 1 Johannes 3:1: ‘Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden’. God heeft Zijn kracht getoond door ons tot schepselen te maken, maar Zijn liefde door ons tot kinderen te maken. Opdat we Gods liefde, als Hij ons tot kinderen maakt, beter zullen zien, moeten we over drie dingen nadenken.
1. We waren misvormd. Ezechiël 16:6 en 8: ‘Als Ik u voorbijging, en u zag, verontreinigd in uw bloed, was het de tijd der minne' (Eng. vert.). Mordechai adopteerde Esther omdat zij schoon was. Maar wij lagen in ons bloed, toen heeft God ons tot kinde- ren aangenomen.
2. Wij verdienden het niet tot kinderen gemaakt te worden, maar we verlangden er ook niet naar. Niemand die grondbezit heeft zal een ander dwingen tegen diens wil zijn erfgenaam te worden. Wij wilden niet tot kinderen worden gemaakt. Maar God heeft uit oneindige barmhartigheid en verdraagzaamheid niet alleen aangeboden ons tot kinderen te maken, maar Hij maakt ons ook gewillig om het aanbod aan te nemen (Ps. 110:3). Zie, welk een liefde dit is!
3. Het is een wonder van liefde dat God ons als kinderen heeft aangenomen, toen wij vijanden waren. Niemand zou een vijand aannemen. Maar dat God ons tot kinderen maakte toen wij vijan- den waren en dat Hij ons erfgenamen van de kroon maakte toen wij verraders van die kroon waren, o, wat een wondere, verba- zingwekkende liefde!
De eer van Gods kinderen
De zesde bijzonderheid is de roem en de eer van Gods kinderen. Om dit duidelijk te doen zijn, moeten we op twee dingen letten.
1. God acht hen kostbaar. Jesaja 43:4: ‘Van toen af dat gij kostelijk zijt geweest in Mijn ogen…’. Een vader waardeert zijn kind hoger dan zijn bezit. Wat heeft Jakob zielsveel van Benjamin gehouden! Zijn ziel was aan het leven van de jongen gebonden (zie Gen. 44:30). God acht Zijn kinderen als heel kostbaar. Hij acht de god- delozen niet. (Nah. 1:14; Ps. 1:4).
2. God beschouwt Zijn kinderen als personen van aanzien (Jes. 43:4) God acht hen als personen van aanzien. Hij noemt hen een ‘sierlijke kroon’ en een ‘koninklijke hoed’ (Jes. 62:3). Hij noemt hen ‘Zijn heerlijkheid’ (Jes. 46:13). God brengt hen tot aanzien.
De voorrechten van Gods kinderen
De zevende bijzonderheid zijn de heerlijke voorrechten van Gods kinderen. Wat ik nu ga zeggen, komt mensen die zonder God leven niet toe. Het is het ‘brood der kinderen’.
1. Als wij kinderen zijn, zal God vol tedere liefde en toegenegen- heid jegens ons zijn.
2. Als wij kinderen zijn, zal God met veel gebreken geduld hebben.
3. Als wij kinderen zijn, zal God ons onvolkomen aanvaarden.
4. Als wij kinderen zijn, zal God voor ons zorgen.
5. Als wij kinderen zijn, zal God ons tegen gevaren beschermen.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021
De Saambinder | 20 Pagina's
![De zaligsprekingen [47]](https://www.digibron.nl/images/generated/de-saambinder/reguliere-editie/2021/12/02/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 2021
De Saambinder | 20 Pagina's