Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijsbegeerte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijsbegeerte

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kit Barker, Imprecation as Divine Discourse. Speech Act Theory, Dual Authorship, and Theological Interpretation [Journal for Theological Interpretation Supplement 6] (Winona Lake: Eisenbrauns, 2016) xii+246 p., $ 36.95 (ISBN 9781575064444).

Dit boek is een dissertatie, van de hand van de docent Oude Testament aan het Sydney Missionary & Bible College in Australië. Met zijn studie wil hij bijdragen aan een valide theologische interpretatie van het Oude Testament. Hoe kunnen we in de bijbeltekst, ook als die spreekt over geweld, Gods stem blijven vernemen? In het spoor van auteurs als Nick Wolterstorff en Kevin Vanhoozer opteert Barker voor de zogenaamde theologische interpretatie, die de laatste twee decennia veel support krijgt. Naar zijn mening kan deze benadering versterkt en gepreciseerd worden door toepassing van de speech-acttheorie, zowel op het niveau van de exegese als van de theologische hermeneutiek. Deze theorie onderscheidt tussen de directe taalhandelingen (locutie), indirecte taalhandelingen (illocutie) en het beoogde effect van de taalhandelingen (perlocutie). De locus van de ‘betekenis’ van een tekst is primair te zoeken in de illocutinaire acte.

De auteur betrekt hierbij vervolgens de categorie van sensus plenior. In een tekst ligt een complex aan tekstuele communicatie, via illocuties die op verschillende niveaus een rol spelen, vanaf de kleinere tekstsegmenten tot en met de inbedding in de grotere tekstcollectie, en zelfs van de canon als geheel. Soms vallen Gods illocuties samen met de illocuties van de menselijke auteur, soms reiken die ook verder en is er sprake van divergentie. Als Gods spreken illocuties behelst die verder gaan dan die van de menselijke auteur, is sprake van sensus plenior.

Dit wordt manifest vooral op canoniek niveau. ‘The canonical and central illocutions have, by definition, changed the reality in which all the locutions of the Scripture now exist’ (213-4).

In het tweede deel van zijn boek past de auteur zijn theologische hermeneutiek toe op het Psalter, bij uitstek geschikt voor een dergelijk onderzoek omdat hier theologisch gezien meer dan elders sprake is van een ‘dual authorship’. Hoe kan het woord van Israël tot God verstaan worden als woord van God tot zijn volk? Primaire illocuties als de oproep tot navolging, de erkenning van Gods koningschap, de waarschuwing tegen opstand, de gave van de hoop en andere mogen we lezen als Gods illocuties: ‘The illocutionary stance of the Psalter should be counted as the illocutionary stance of God’ (214).

Ten slotte bespreekt Barker in extenso twee van de bekendste vloekpsalmen: 137 en 69. De wraakbeden zijn consistent met de illocutionaire tendenzen van het Psalter, en ook met die van het Nieuwe Testament. De oproep tot vergeving en de uiting van een wraakbede liggen op verschillend niveau en sluiten elkaar niet uit. Psalm 137 kan blijvend gelezen worden als Woord Gods, waar God de loyaliteit van de psalmist erkent, zijn woede en zijn verlangen naar de rechtvaardiging van Gods naam en Gods volk. Menselijke wraakneming wordt uitgesloten, het gaat om ‘haat’ in de zin van afstand nemen van hen die kwaad bedrijven, en de zijde kiezen van God en allen die lijden door de hand van de goddelozen. Op deze manier gelezen, kan een vloekpsalm ook vandaag, in heel andere omstandigheden, instrument zijn van geloof en hoop.

Naar mijn mening heeft de auteur een waardevolle bijdrage geschreven in de bezinning op wat ‘theologische interpretatie’ mag heten. Het is geen eenvoudige lectuur, de lezer moet enigszins taalfilosofisch geschoold zijn om de lijn van redenatie goed te kunnen volgen. De poging om op deze wijze zelfs ook wraakpsalmen blijvend te verstaan als Woord Gods, acht ik winst. Voor een bredere beoordeling van dit – voor menigeen – ‘struikelblok’ in de Bijbel is het echter nodig om ook historische factoren meer in rekening te brengen, zoals de functie van de oudoosterse vloektraditie en het openbaringshistorische gegeven van een slechts zeer beperkt zicht in het Oude Testament op een hiernamaals en een definitief eindgericht.

Over de toepasbaarheid van oudtestamentische wraakbeden in de situatie van de kerk heden, in de nieuwtestamentische tijd, valt nog wel meer te zeggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020

Theologia Reformata | 123 Pagina's

Wijsbegeerte

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020

Theologia Reformata | 123 Pagina's