Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rouwdienst in Giessendam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rouwdienst in Giessendam

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot het pastoraat door predikanten behoort het bieden van troost aan nabestaanden bij het verlies van een familielid. Vandaar dat op 19 juni 1942 de oud gereformeerde ds. J. van der Poel de familie Dubbeldam een bezoek moest brengen, nadat de burgemeester hem het droevige bericht had overgebracht dat een van zijn catechisanten gesneuveld was.

Zijn naam was Pieter Dubbeldam. Hij werd op 3 september 1919 in Neder-Hardinxveld geboren. Daar groeide hij ook op. Kerkelijk waren zijn ouders aangesloten bij de Oud Gereformeerde Gemeente te Giessendam, een gemeente die Johannes van der Poel (1909-1981) als predikant had. Ds. Van der Poel was er in 1939 bevestigd. Pieter volgde bij hem de catechisaties.

Hr. MS Jean Frederic

Voor Nederland brak in 1940 de Tweede Wereldoorlog uit. Pieter diende toen als matroos op de Hr. MS Jean Frederic, een Nederlandse anti-onderzeeboottrawler, gebouwd in de Eerste Wereldoorlog, maar te water gelaten in 1919, het geboortejaar van Pieter Dubbeldam. Het schip was bedoeld als een escortevaartuig, maar omdat de oorlog in 1918 beëindigd was, werd het verkocht aan een commercieel bedrijf. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd de Jean Frederic door de Franse marine gevorderd, maar nadat Frankrijk zich aan de Duitsers had overgegeven, namen de Britten het in beslag en werden er Nederlandse matrozen op geplaatst. De Jean Frederic ging vervolgens konvooien en schepen tussen Falmouth en Dartmouth escorteren.

Vroeg in de ochtend van 1 mei 1941 vertrok de anti-onderzeeboot trailer met een konvooi van zeventien koopvaardijschepen. ’s Middags om 16.05 verloor men het contact met het konvooi; om 16.15 uur werd de Jean Frederic aangevallen door een duikbommenwerper die vier bommen afwierp en het dek onder vuur nam met mitrailleurs. De bommen misten hun doel, maar explodeerden zo dicht bij het schip dat het lek sloeg en snel zonk. Omdat de bodem van de reddingssloep kapot was, werden opblaasboten neergelaten. Daarmee wisten veertien bemanningsleden zich te redden; er waren vijfentwintig slachtoffers, onder wie Pieter Dubbeldam en de commandant, luitenantter-zee A.C. Lunsbeck.

Bittere zekerheid

Ruim een jaar bleven Pieters familieleden onbekend met zijn lot. Zoals ds. Van der Poel zei: ‘Wij wisten niet, dat zijn aardse huis reeds was verbroken, of stond verbroken te worden.’ Allerlei pogingen om tot duidelijkheid te komen waren aangewend: ‘Geen middel werd onbeproefd gelaten, om nog enig levensteken te mogen ontvangen; niets werd ontzien. Doch alles bleef vruchteloos. Ook geen levensteken van hemzelf werd vernomen. Wel deden vage geruchten de ronde, maar alles bleef zoals het was. Nachten, dagen, weken, maanden tussen hoop en vrees, totdat de bittere zekerheid een einde maakte aan het onzekere levenslot.’

Dat gebeurde op 19 juni 1942.

Ds. Van der Poel moest de boodschap aan de nabestaanden overbrengen. Zijn toespraak ‘in verband met het sneuvelen van Pieter Dubbeldam’ werd later uitgegeven. De predikant sprak daarbij over Spreuken 8:35: ‘Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE.’

Zwijgen

In de toespraak – gehouden tijdens een rouwdienst – richtte de dominee zich nadrukkelijk tot alle aanwezigen. Hij begon direct met een verwijzing naar Gods Woord: ‘Wij lezen in Gods getuigenis, dat God de mens recht heeft gemaakt, naar Zijn beeld en gelijkenis. Niet om God te zijn, maar om Hem te verheerlijken. Hij schiep de mens niet in een beginsel van zonde of bedrog, maar volmaakt. Goed is God, dus ook wat Hij doet is goed.’

Was dit troost? Toch wel, want in verband met het schrijnende verdriet sprak hij de wens uit: ‘Ik hoop, dat dit in uw aller hart afgedrukt mag worden: om te zwijgen in Gods wegen en de slaande hand Gods goed te keuren.’ Hoe moeilijk dat ook was, ja hoe onmogelijk, hij kon eraan toevoegen: ‘Wat niet gaat zonder God, maar wel met God. Met Hem zou het ook weer een vanzelfsheid wezen. Want wat Hij wrocht in de harten van Zijn volk, dat zal juichen tot Gods eer.’

De mens had Gods beeld verloren en ‘met het verliezen van Gods beeld zijn wij alles kwijt en hebben wij geen reden van bestaan meer en nergens meer recht op, op geen leven, geen blijdschap, geen vrede, geen brood, geen drinken, geen kleding, geen warmte, geen vriendschap, geen verstand.’ Was dat niet bijna een rechteloos bestaan? Niet helemaal. Er was helaas toch een recht voor de mens overgebleven, welk recht? Dit: ‘Oorlog, moordlust, honger, pestilentiën, twist, tweedracht, tranen, moeite, armoede en verdriet. Ja, ten einde met Korach, Dathan en Abiram voor eeuwig naar de hel van Godslastering weg te zinken.’

Vrede

Bij deze verloren staat van de mens, aldus ds. Van der Poel, was het van Gods kant niet bij gebleven: ‘Wat niemand kon uitdenken, heeft Hij uitgedacht. Hij zocht een Borg en vond een Borg. Hij zocht een Lam en vond een Lam, waarvan Johannes zegt: “Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt”… Dat is het werk van die meerdere Salomo, de Koning des Vredes, Die vrede verworven, vrede gemaakt heeft, Die vrede geeft, want Hij zelf is Vredevorst.’

Gericht op het verlies van Pieter Dubbeldam, vervolgde hij tegen de ouders: ‘O, als dat het deel mag zijn van uw zoon, dan is het goed. Maar buiten Zijn bloed is geen vergeving noch van zijn, noch van onze schuld.’

God de eer

Telkens weer in de toespraak verwees ds. Van der Poel naar de overledene, maar meer nog stond hij stil bij ‘wie de eer krijgt’ en hij antwoordde: ‘Deze (eer) zal toch nooit aan een mens gegeven kunnen worden, maar de dichter zingt ervan: “Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen.” Want daar ligt de grondslag zeer vast in. Het vaste fundament staat, hebbende dit Goddelijke zegel der eeuwige liefde, dat God hier degenen, die de Zijne zijn, kent.”’

Daarna: ‘Als daaronder uw zoon mag zijn, dan zal ook zijn werk een vanzelfsheid zijn om God de eer te geven. Neen, geen mens, ook niet zijn ouders en ook niet zichzelf, maar dan heeft hij het ondervonden, hoe hij was een kind der zonde, dus een kind des doods en een kind des toorns, dus waardig de eeuwige verdoemenis. Dan zal hij zichzelf niet prijzen, maar dan zal hij de hand op de borst gelegd en getuigd hebben: “Wat is de mens, wat is in hem te prijzen?”’

Woorden van troost

Troostend werden de nabestaanden toegesproken. Veel was nog onbekend aangaande de matroos, het blijkt uit de toespraak, maar dat de predikant een troostwoord had te spreken was duidelijk: ‘In de oorlog is hij gevallen, de heldendood gestorven, voor zijn land gevallen, op het slagveld van ‘s mensen eer gedood… De Heere verenige U met dit zware verlies, verenige U ook met het middel, waardoor gij hem hebt verloren. Het sterfuur was bepaald, ook de wijze waarop hij zou sterven, ook zijn graf. Dit alles lag in de Goddelijke voorzienigheid.’

Waren de achtergebleven familieleden zonder goede verwachting omtrent de gesneuvelde of koesterden ze enige hoop? Ds, Van der Poel: ‘Bedenkt dat, al is uw zoon onbekeerd de oorlog ingegaan, God machtig is geweest, om uw zoon op het slagveld tot bekering te brengen. Bedenkt dat uw zoon, al is het, dat hij nog als een hater Gods de strijd is ingegaan, nochtans als een vriend Gods door genade gestorven kan zijn. Bedenkt, dat, al hebt gij nooit van zijn bekering hier op aarde gehoord, God nochtans de bekering uitgewerkt kan hebben in zijn hart. Het is beter, dat gij nooit iets hebt gehoord, als God hem maar heeft gehoord. Het is beter, dat God zijn tranen en berouw heeft gezien, dan dat gij hier iets van hem had gezien, en God niet. En al is het dat gij zijn graf niet weet, bedenkt, dat Christus al de graven van Zijn volk heeft geheiligd, ook de graven van onzekerheid.’

Droefheid

Behalve troostwoorden waren er ook waarschuwingen (hoewel die overigens heel troostrijk kunnen zijn): ‘Gij moogt bedroefd zijn over het verlies, maar droefheid naar God is beter. Gij moogt in rouw gaan over de dood van Uw zoon, doch in rouw over de zonde is beter, want daarvan geldt dat de rouwdragenden door heil worden verheven. Mogelijk zijt gij opstandig, dat verzwaart Uw kruis. Bedenkt dat God machtig is om opstandelingen tot volgelingen te maken. Hij heeft een volheid van genade. Hij kan het zo doen uitlopen, dat hetgeen nu tegen u is, eenmaal u ten goede zal zijn. Nu zegt gij: Ik word nooit weer verblijd, ziende op Uw weg. Misschien breekt de tijd nog aan, dat gij meer blijdschap hebt dan gij nu droefheid hebt en dat het worden zal: het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest, opdat ik dus Uw Goddelijk recht zou leren.’

Graf in Dartmouth

Nadat de Hr.MS Jean Frederic gezonken was, waren veertien bemanningsleden erin geslaagd om aan land te komen. Zoals aangegeven overleefden vijfentwintig anderen het niet. Van die laatsten werden vijf lichamen geborgen. Vier van hen kregen daarna een graf op het Dartmouth (Long Cross) Cemetery te Dartmouth. Dat waren – in alfabetische volgorde – Izaäk Bochoven (1920-1941), Pieter Dubbeldam (1919-1941), Adriaan Cornelis Lunbeck (1904-1941) en Cornelis Sonke (1921-1941).

Van twee aldaar begravenen bleef een portretfoto bewaard, van Pieter Dubbeldam en van Izaäk Bochoven (geboren op 19 juli 1920 in Loosduinen en gestorven op 1 mei 1941).


• J. van der Poel, “Ik heb hem tot nu toe niet gezien.” Toespraak in verband met het sneuvelen van Pieter Dubbeldam. Gehouden (…) ter gedachtenis aan de bedroefde familie Dubbeldam (1943).

• H.T. Lenton / J.J. Colledge, Warships of World War II (1962).

• A .J. Vermeulen, De schepen van de Koninklijke Marine en die der gouvernementsmarine 1862-1962 (1962).

• J. Labayle Couhat, French Warships of World War II (1971).

• C. Mark, Schepen van de Koninklijke Marine in W.O. II (1997).

• Website netherlandsnavy.nl ‘anti-submarine trawler Jean Frederic’.

• Website Find a grave Longcross Cemetery Dartmouth, South Hams District, Devon, Engeland.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2024

Oude Paden | 64 Pagina's

Rouwdienst in Giessendam

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2024

Oude Paden | 64 Pagina's