Religie en statistiek
Eén dag was het voorpaginanieuws in diverse kranten: “meer dan de helft van de Nederlandse bevolking is niet meer religieus”. Het bericht is gebaseerd op een rapport van het Centraal Bureau voor de Statistiek, getiteld “Wie is religieus, en wie niet?”. Daarin zijn de resultaten van een nieuw onderzoek naar de religieuze betrokkenheid van de bevolking gepubliceerd.
Rekende in 2012 nog 54 procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder zich tot een religieuze groepering (kerkelijke gezindte of levensbeschouwing), sindsdien is het percentage afgenomen tot ruim 49 in 2017. Bijna 24 procent van de bevolking zegt (rooms-)katholiek te zijn, 15 procent is als protestants aan te merken, 5 procent is moslim, terwijl de resterende 5,5 procent behoort tot een bont samengestelde groepering “andere gezindte” (kleinere evangelische groepen, naast humanisten en vrijmetselaars, joden, hindoes en boeddhisten). Wat opvalt is de verdeling van de protestantse groepering. Blijkens het genoemde rapport is 6,4 procent naar eigen zeggen Nederlands hervormd, 2,9 procent gereformeerd en behoort 5,6 procent tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Deze verdeling is opmerkelijk omdat de hervormde en gereformeerde kerken samen met de lutherse kerk in 2004 bijna allemaal in de PKN zijn opgegaan. Daarbij komt, dat het percentage van de PKN in de periode 2010-1017 vrijwel constant is gebleven.1 “Dit doet vermoeden dat een deel van de protestanten zich er niet van bewust is, dat ze in feite tot de PKN behoren, of zich meer verbonden voelt met de gezindte waar ze vóór de fusie toe behoorden”.
Kritiek op de door het CBS gepubliceerde cijfers is intussen niet uitgebleven. De aan Tilburg University verbonden cultuurtheoloog Dr. Frank G. Bosman vraagt zich af hoeveel deze cijfers zeggen. “Alle mensen zijn van nature religieus, maar associëren hun existentiële worstelingen niet meer met kerk, geloof en religie”. Tegenwoordig zijn mensen “vaker anoniem gelovig”. Een daling van het aantal gelovigen valt volgens Bosman niet te ontkennen. Oorzaak daarvan is dat de verzorgingsstaat allerlei maatschappelijke taken, die voorheen bij de kerk lagen, heeft overgenomen. Maar als de verzorgingsstaat nog verder afbrokkelt, zullen mensen juist meer expliciet religieus worden.
Een punt van kritiek, dat van verschillende kanten naar voren is gebracht, betreft het gebruik van de term (Nederlands) Hervormd. De Nederlandse Hervormde kerk ging toch op in de PKN? Ja, dit is bij het CBS bekend. Maar bij deze kritiek houdt men blijkbaar geen rekening met het bestaan van een kerkgenootschap (60.000 leden), dat zichzelf ziet als een voortzetting van de vroegere Nederlandse Hervormde Kerk. Bovendien zijn er binnen de PKN nog vele “hervormde gemeenten”, en beschouwt menigeen in deze kerk zich nog steeds als Nederlands hervormd.
Ongewoon scherpe kritiek op het CBS-rapport leverde Prof. Dr. Willem J. Ouweneel. De grootste blunder is volgens de hoogleraar, dat voor het CBS het begrip “niet behorend tot een religieuze groepering” blijkbaar identiek is met “niet religieus”. Je hoeft echter niet bij zo’n groep te horen om toch religieus te zijn. Nog nooit in de geschiedenis zijn er zoveel Nederlanders uit de bestaande kerken getreden en toch religieus gebleven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit, dat ze nog steeds bidden, in de Bijbel lezen en (vooral op zondag) religieuze t.v.-programma’s bekijken. In wijdere zin zijn nog veel meer mensen religieus: zij die geloven dat “er toch ergens iets moet zijn”, zelfs agnosten, atheïsten en nihilisten, die net zo goed een “diepe overtuiging” van iets hebben. In deze zin zijn alle mensen “religieus”. Ouweneels slotsom is: “De mens is van nature een door en door religieus wezen. Soms voegt hij zich bij een groepering van min of meer gelijkgestemde mensen. Maar in onze uiterst individualistische tijd is het heel gewoon geworden om op je eentje religieus te zijn, in welke afgevlakte zin van het woord dan ook.”
Het is niet te hopen dat een gerenommeerde instelling als het CBS zo’n uitgehold begrip “religieus” overneemt.
M. den Admirant, ‘s-Gravenhage
Noot
1 Volgens cijfers van de PKN zelf daalde het ledental tussen 2010 en 2017 met een tiende, van 2 mln tot 1,8 mln.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 2018
Ecclesia | 8 Pagina's
