De Triniteit in de brieven van Paulus
n.a.v. Wesley Hill, Paul and the Trinity: Persons, Relations, and the Pauline Letters (Grand Rapids: Eerdmans Publishing Co., 2015), 210 p., $26,0-- (ISBN 9780802869647)
De laatste decennia is er in de systematische theologie een toenemende belangstelling voor de triniteit. Opmerkelijk is dat er ook bijbelse theologische studies beginnen te verschijnen die veel meer dan de laatste twee eeuwen het geval is, proberen te laten zien hoe zeer de bouwstenen van het dogma van de triniteit in het Nieuwe Testament zijn te vinden. Paul Rainbow deed dat voor de Johanneïsche geschriften. Wesley Hill, universitair docent bijbelvakken aan Trinity School for Ministry in Ambridge, Pennsylvania, laat zien dat dit ook geldt voor de brieven van Paulus. Het paradigma dat nieuwtestamentici gewoonlijk hanteren, is dat van theologie en christologie. De vraag is dan hoe hoog een christologie is. Hoe dicht nadert Jezus tot God de Vader? Hill wil de beperkingen van deze benadering laten zien en doet dat naar mijn mening overtuigend.
Voorbeelden van hen die vanuit de theologie van Paulus zijn christologie benaderen zijn Dunn, Hurtado en Bauckham, ook al zijn hun conclusies niet gelijk. Als het gaat om Paulus stelt Dunn dat Jezus degene is door wie God zijn bedoelingen realiseert. Dat doet volgens hem niets af aan Paulus’ monotheïsme. Jezus is voor Dunn niet aan God de Vader gelijk. Hurtado en Bauckham laten andere geluiden horen. Hurtado laat zien dat in de gemeenten door Paulus gesticht – en trouwens niet alleen daar – Jezus goddelijke verering toekwam. Hurtado kan van een binitarische matrix spreken. Bauckham stelt dat voor Paulus, Jezus deelt in de identiteit van de God van Israël. Echter, ook Bauckham houdt afstand van latere trinitarische formuleringen.
Hills opzet is te laten zien dat analyse van de teksten van Paulus over God (de Vader), de Zoon en de Geest vanuit hun onderlinge relaties, zoals de klassieke triniteitsleer dat doet, tot een veel bevredigender verklaring van het spreken van Paulus leidt over niet alleen Jezus maar ook de Geest. De achterliggende gedachte is dat exegese en (systematische) theologie nooit gescheiden kunnen worden. Exegese gaat altijd uit van kaders. Dat laatste wordt niet altijd onderkend. Omgekeerd dient systematische theologie de exegetische resultaten te integreren in de doordenking van de inhoud van het christelijk geloof. Hill betreurt het dat systematische theologie zich vaak al te zeer richt op weergave van de gedachten van grote theologen, terwijl de Schrift zelf niet of nauwelijks aan het woord komt.
Als we God primair als Vader zien, is Hij altijd allereerst de Vader van de Zoon. Als we Jezus allereerst als Zoon zien, verstaan wij Hem primair vanuit Zijn relatie tot de Vader. Dat de Geest de Geest van God of van de Zoon is, betekent dat je nooit over de Geest kunt spreken, los van de Vader en van de Zoon. Paulus laat zien dat God Jezus zendt, geeft en opwekt. Deze asymmetrische relaties doen evenwel niets af aan de eenheid van God en Jezus. God handelt namelijk als Vader van de Zoon. Hill komt tot de conclusie dat het bij wezen van God gaat het over eenheid tussen Vader, Zoon en Geest, bij relaties onder andere over functionele ondergeschiktheid.
Wanneer Paulus over de Geest spreekt, is 2 Korinthe 3:17 van groot belang. Wat betekenen de woorden: ‘De Here nu is de Geest’? Vele nieuwtestamentici verdedigen een functionele gelijkstelling tussen de opgestane Here en de Geest. Bezwaar tegen deze exegese is dat Paulus de Here Jezus en de Geest op tal van plaatsen duidelijk van elkaar onderscheidt. Hill volgt daarom de zienswijze dat het in 2 Korinthe 3:17 om een verklarende opmerking bij Exodus 34:34 gaat. Waar in Exodus 34:34 in de LXX ‘Here’ staat, moeten wij begrijpen dat de Geest wordt bedoeld. Paulus wil aangeven dat Mozes al dezelfde Geest die werkte in de gemeente van Korinthe, als Here ontmoette. Deze Geest is dan ook weer de Geest van de Here Jezus Christus, die in dienst staat van de verhoogde Here Jezus.
Niet minder dan Jezus is de Geest essentieel om de identiteit van God en van Jezus te verstaan. De Geest is nodig om God en Jezus te leren kennen en God (de Vader) en Jezus als Zoon van de Vader zijn nodig om te weten wie de Geest is.
Duidelijk is dat wij hier met een baanbrekende studie te maken hebben, waarvan ik hoop dat niet alleen nieuwtestamentici maar ook systematische theologen die verwerken. Als de taal van het trinitarisch dogma zozeer in staat is het spreken van Paulus te verhelderen, laat dat de bijbelse houdbaarheid ervan zien.
P. de Vries, Boven-Hardinxveld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 2018
Ecclesia | 8 Pagina's
