De gouden plaat aan de hoed
Verder zult gij een plaat maken van louter goud, en gij zult daarin graveren, gelijk men de zegelen graveert: DE HEILIGHEID DES HEEREN. En gij zult dezelve aanhechten met een hemelsblauw snoer, alzo dat zij aan den hoed zij; aan de voorste zijde des hoeds zal zij zijn. Éxodus 28 vers 36 en 37
Het valt op dat bij elk van de vier kledingstukken van de hogepriester gouden sieraden horen. De hemelsblauwe mantel heeft aan de zoom gouden schelletjes, de efod draagt op elke schouder een gouden kasje met een sardonyxsteen en aan de borstlap zijn gouden vattingen waarin de twaalf edelstenen van de stammen Israëls zitten. Ook de hoed van Aäron heeft een gouden sieraad. Op de voorzijde moet met hemelsblauw snoer een gouden plaat bevestigd worden, waarop gegraveerd staat ‘DE HEILIGHEID DES HEEREN’. Dat opschrift is voor het volk duidelijk te zien.
Het bepaalt ons bij de heilige God en een onheilig volk. Hoe krijgt dat volk vrijmoedig toegang tot de troon der genade? Alleen door Aäron met de hoed en gouden plaat, de koninklijke kroon.
Wat is het wonderlijk, dat in vers 38 staat: ‘Opdat Aäron drage de ongerechtigheid der heilige dingen’. Het gaat dus niet over ónheilige dingen. Nee, het is het beste en heiligste werk van de priesters - beeld van Gods Kerk - dat door de hogepriester verzoend en gezuiverd moet worden. In dat werk is altijd te kort vanwege de aanklevende onzuiverheid van de mens. Buiten de hogepriester kunnen priesters en volk dan ook niet voor God bestaan. We mogen hier van Christus wel uitroepen: Meer dan Aäron is hier! Door een bittere weg van vloek en oordeel, van lijden en sterven heeft de grote Hogepriester het recht op de koninklijke hoed met de gouden plaat gekregen. Als de grote Overwinnaar is Hij verrezen en Hij zal niet alleen de schuld verzoenen, maar Zijn Kerk ook van alle onreinheid zuiveren.
Weet u wie troost put uit dit onderwijs? Geen rijke jongeling vol van goede werken, maar zij die hun ongeluksstaat inleven en van wie de kroon van het hoofd gevallen is. Het brengt zulken zo laag bij de grond. Zelfs in het tere leven kunnen ze niets voor de Heere voortbrengen. O, die ongerechtigheid van de heilige dingen. Kent u dat? Wat leeft in het hart als u voor Gods aangezicht met het allerheiligste bezig bent? Hoe is het in de binnenkamer, in het Bijbellezen, in het mediteren, in de gebeden? ‘Heere’, zucht de Kerk, ‘reinig mij toch van die verborgen afdwalingen’. En de Hogepriester zál ze heiligen en met Zijn volmaaktheid al hun onvolmaaktheid volkomen bedekken, heiligen en reinigen. In het stervensuur zullen ze heilig voor het aangezicht van de Vader gesteld worden. En dan? Dan zullen ze de eerkroon, die ze ontvingen, voor de troon werpen om de Hogepriester eeuwig te kronen en te verheerlijken.
Vragen:
1. Welke betekenis heeft het opschrift op de gouden plaat?
2. Wat wordt bedoeld met de woorden: Meer dan Aäron is hier?
3. Wat is de troost voor Gods kinderen om door Christus geheiligd te worden?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 2024
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 2024
De Saambinder | 20 Pagina's