Waar gaat dat heen?
Voor de Christelijke Gereformeerde Kerken wordt 2024 een belangrijk jaar.
Dit najaar vergadert de synode waarop onvermijdelijk de vraag aan de orde komt hoe het verder moet. Steeds meer gemeenten trekken zich immers niets aan van de besluiten van de vorige synode waarin de vrouw in het ambt werd afgewezen.
Volgende maand is in Veenendaal een bijeenkomst waar alle plaatselijke gemeenten voor zijn uitgenodigd om met elkaar te overleggen en te peilen hoe de standpunten liggen. Verschillende alternatieven komen dan aan de orde. Moeten alle kerken zich houden aan het meerderheidsstandpunt van de synode, of moet men toe naar een kerkverband dat plaatselijke gemeenten veel meer ruimte geeft? Of kan men zich beter gezamenlijk aansluiten bij een ander kerkverband? Maar bij welk dan?
Het is al wel duidelijk dat geen van die alternatieven op algemene instemming kan rekenen. Dan komt het vierde alternatief in beeld: een ordelijk uit elkaar gaan. Het is zeker een pluspunt wanneer een kerkscheuring niet leidt tot allerlei processen bij de wereldlijke rechter, zoals helaas het geval was in de Gereformeerde Gemeenten na de scheuring van 1953 en ook bij de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004.
Beginsel der scheiding
De Christelijke Gereformeerde Kerken zijn in 1892 ontstaan toen de Afgescheidenen en de Dolerenden samengingen in de Gereformeerde Kerken. Een klein deel van de Afgescheidenen wilde daarin niet meegaan. Zij hadden daarvoor verschillende motieven. Men vond dat het ‘beginsel der scheiding’ verloochend werd. De Afgescheidenen beschouwden zich als de ware kerk en vonden dat de Dolerenden zich na hun breuk met de Hervormde Kerk zonder meer bij hen hadden moeten aansluiten. Daarnaast waren er bezwaren tegen de Kuyperiaanse opvattingen over doop en wedergeboorte. Bij sommigen woog vooral het eerste punt zwaar, bij anderen waren het vooral de bezwaren tegen de leer van de veronderstelde wedergeboorte.
In de loop der jaren namen de onderlinge verschillen toe. Vooral na de Tweede Wereldoorlog werden die steeds groter. Op allerlei gebied kwam dat naar voren, zoals ten aanzien van Bijbelvertaling, liturgie, prediking, kerkbezoek en avondmaalsdeelname. Recent zijn vooral ook homoseksuele relaties en vrouwelijke ambtsdragers belangrijke strijdpunten geworden. Sommige christelijke gereformeerde kerken voelen zich duidelijk verwant met de Gereformeerde Gemeenten, anderen zijn daarentegen gefuseerd met de plaatselijke Nederlandse Gereformeerde Kerk. Dat verschil zegt wel wat.
Verbondsbeschouwing
Hoe is die ontwikkeling te verklaren? Onmiskenbaar heeft dat te maken met invloeden van onze geseculariseerde cultuur. De algehele emancipatie van de vrouw, de volledige acceptatie van lhbti-varianten en de sterke nadruk op de vrijheid en mondigheid van de mens werken ook door onder het kerkvolk, al biedt de ene kerk hiertegen meer verzet dan de andere. Er is dan hooguit plaats voor een God van liefde Die de mens alle ruimte geeft.
Van belang is ook dat de Christelijke Gereformeerde Kerken altijd veel minder afstand gehouden hebben van de Gereformeerde Kerken en in later jaren van de vrijgemaakten dan de Gereformeerde Gemeenten dat deden. Theologisch, maar bijvoorbeeld ook op het terrein van politiek en onderwijs. Dat bleef niet zonder gevolgen. Van de verbondsbeschouwing in de Christelijke Gereformeerde Kerken moet gezegd worden dat die gemakkelijk kon leiden tot een lichtvaardig geloof. Tot een geloofszekerheid die geen grond had voor de eeuwigheid. Niet zonder reden heeft ds. G.H. Kersten daar rond 1930 nadrukkelijk tegen gewaarschuwd. Tal van christelijke gereformeerde kerken die zich vroeger kenmerkten door een bevindelijk gereformeerde prediking zijn in de loop der jaren opgeschoven naar een heel ander geestelijk klimaat.
Vervreemding
De Christelijke Gereformeerde Kerken konden er altijd op wijzen dat zij, in tegenstelling tot de Gereformeerde Kerken, de vrijgemaakten of de Gereformeerde Gemeenten geen kerkscheuring hadden gekend. Maar dat kwam ook doordat er binnen het kerkverband veel getolereerd werd. De verschillen werden daardoor steeds groter en de onderlinge vervreemding nam toe.
Niet voor niets heeft de bevindelijke richting zich al jaren geleden verenigd rond het blad Bewaar het Pand. Vanuit deze kring wordt in de huidige discussie ook het sterkst beklemtoond dat het onaanvaardbaar is dat plaatselijke kerken zich niets aantrekken van het synodebesluit over vrouwelijke ambtsdragers.
Ongetwijfeld is het een pijnlijke zaak wanneer je ziet dat de kerk waar je toe behoort en die je wellicht ook al jarenlang als ambtsdrager dient, steeds meer de verkeerde kant uitgaat. Dat de Godsvreze gaat wijken en de eigenwillige godsdienst steeds meer de toon aangeeft. Maar ook voor ons kerkverband geldt: ‘Die meent te staan, zie toe dat hij niet valle’ (1 Kor. 10:12).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 2024
De Saambinder | 24 Pagina's
