Zie, Ik kom
Wat kan vanuit Gods Woord een enkel woord of zinnetje soms diepten raken die het overdenken in de binnenkamer waard zijn. Elk woord is immers ingegeven door de feilloze inspiratie van de Heilige Geest. Dat geldt ook voor deze drie woorden uit Hebreeën 10:9: ‘Zie, Ik kom’. Zeker in de adventstijd geschikt om over te mediteren! Zomaar wat gedachten.
Zie, Ik kom… Hebreeën 10:9
‘Zie, Ik kom’. Dit zijn woorden uit een oude profetie - niet vooruitkijkend maar allereerst terugziend. Want deze woorden hebben geklonken in de stilte van de eeuwigheid, en de psalmist heeftft ze - door Gods Geest geleid - op schriftft gesteld. Daarom mogen wij deze woorden nu meezingen, uit Psalm 40: ‘Toen zeid’ Ik: ‘Zie, Ik kom, o HEER’, de rol des boeks is met Mijn Naam vervuld. Mijn ziel, U opgedragen, wil U alleen behagen, Mijn liefd’ en ijver brandt; Ik draag Uw heil’ge wet, die Gij den sterv’ling zet, in ’t binnenst’ ingewand’.
Wanneer was dat? Toen er geen uitzicht was op de terugkeer van een gevallen mens. En toen de vraag gesteld werd: ‘Want wie is hij die met zijn hart borg worde om tot Mij te genaken?’ (Jer. 30:21). Dat ís toch wat, dat er vóór de val reeds door God over de val is gesproken. Nee, niet in de zin van een overeenkomst in die hemelse troonzaal met mensen. Nee, dat niet, maar ook niet een afwachtende hou- ding óf er ooit iets zou gebeuren. Want dan zou er nooit iets gebeurd zijn. Maar wél dat onuitsprekelijke wonder dat er iets moest én zou gaan gebeuren.
‘Zie, Ik kom’ is hier dan de radicale opening en ten volle de openbaring van Gods raad en hart, verklaard in de dierbare Schootzoon, Jezus Christus. Hier mocht de oud- testamentische Kerk het mee doen. Hier klampte het geloof der heiligen zich aan vast. Hier mochten zij door het geloof rust vinden voor hun arme, verloren zondaars- bestaan voor God.
Uitzien en verlangen
‘Zie, Ik kom…’. Maar het moest nog wel gaan gebeuren. Jazeker! Wat heeft de Kerk van het Oude Verbond daarnaar uitgezien en verlangd. Hoe dat allemaal zou gaan, konden zij slechts weten vanuit de door sluiers bedekte woorden der profetie en de beloften hieromtrent. ‘Op Uw zalig- heid wacht ik, HEERE’, zei Jakob op zijn sterfbed. Abraham heeft Zijn dag gezien en is verblijd geweest (Joh. 8:56). Het was immers de belofte van hoop en redding waar het hier om ging, de vreugde van het komen tot een verzoende betrek- king met God.
Zo is het nog steeds. Maar als we nu met advent terugzien, mag het hart zelfs daarin van vreugde opspringen, want het ‘Zie, Ik kom’ is in de volheid des tijds ver- vuld geworden! Hij is gekomen, naar Zijn belofte aan de vaderen gedaan.
‘Zie, Ik kom…’. Wat kan een arm, uitgekleed en berooid zondaar, ontdaan van alle zelfingenomenheid en zelfgenoegzaam- heid, daarnaar uitzien! Dat Hij komt, in de verlorenheid van mijn bestaan, voor het eerst of weer opnieuw. Mensziel in Bunyans ”Heilige Oorlog” smeekte de prins Immanuël om in de stad te komen wonen. Herkent u het? Mijn ziel dorst naar God, naar de levenden God: wanneer zal ik ingaan en voor Gods aangezicht ver- schijnen? Dit ‘Zie Ik kom’ predikt dan: ‘Wat buigt gij u neder, o mijn ziel, en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God’ (Ps. 42:12 en 43:5).
Niet aangenomen
‘Zie, Ik kom…’. Wat is het ontzettend dat, terwijl Hij gekomen is, de Zijnen Hem niet hebben aangenomen (Joh. 1:11). Ja, dat moet ook gezegd worden. Met deze waar- heid, door Johannes zo scherp neergezet, wordt de mens ook in de adventstijd in zijn schuld gepreekt. Dat moet gebeuren, maar het wordt helaas weleens verge- ten. Dat het Licht in de duisternis heeft geschenen, maar dat de duisternis het- zelve niet heeft begrepen. Dat het Woord is vlees geworden, en onder ons gewoond heeft! Wat zal Zijn komst in het vlees ons dan eens toeroepen: Gij hebt niet gewild!
Geliefde lezer, zomaar wat gedachten bij ‘Zie, Ik kom’. Nu Hij gekomen is - niet vanuit een akkoord of onderhandeling met de mens - maar vanuit de Goddelijke raad, bidden wij u met de apostel van Christus’- wege: ‘Laat u met God verzoenen’.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
De Saambinder | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
De Saambinder | 20 Pagina's