Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het zicht op de losser

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zicht op de losser

‘Van je familie moet je het maar hebben’, zo hoor je weleens mensen zeggen als ze door een van hun familieleden benadeeld zijn. God bedoelt het precies andersom. Hij wil dat we elkaar tot steun zijn.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorts zeide Naomi tot haar: Die man is ons nabestaande; hij is één van onze lossers. En Ruth, de Moabitische, zeide: Ook, omdat hij tot mij gezegd heeft: Gij zult u houden bij de jongens die ik heb, totdat zij de ganse oogst die ik heb, zullen hebben voleind. Ruth 2:20, 21

Naomi weet dat ook. Zij kent de wetten van Israël. Ze ziet er Gods ‘weldadigheid’, Zijn verbondstrouw in, dat Hij Ruth bij één van de lossers heeft gebracht. Haar ogen glinsteren. Ongekende perspectieven gaan voor haar open. ‘Luis- ter Ruth’, zegt ze, ‘Boaz is één van onze lossers’. Ruth heeft niet direct begrepen wat dat betekent, maar dat zal Naomi zeker aan haar schoondochter uitgelegd hebben.

Het losserschap houdt in dat de leden van eenzelfde familie elkaar moesten helpen en beschermen. Het familielid op wie in het bijzonder deze taak rustte, werd de ‘losser’ genoemd. Hij moest er volgens de wet van de HEERE voor zorgen dat de bezittingen van verarmde familieleden niet verloren gingen of dat deze teruggekocht konden worden. De HEERE wilde dat elke familie zijn ‘voorvaderlijk erfdeel’ zou behouden in het beloofde land. Dat was een onderpand van het hemelse Kanaän. De losser kocht voor een verarmd gezin dat zijn erfdeel had moeten verko- pen, dit alles weer terug. Zo zorgde God voor Zijn volk.

Met de taak van de losser kon het zwagerhuwelijk (leviraat) verbonden worden. Dat hield in dat een zwager of ander familielid de kinderloze weduwe huwde. Als er dan uit die verbin- tenis een kind werd geboren, stond dat op naam van de overledene. In hem leefde de kinderloos gestorven man dan toch voort. En zo zou zijn nageslacht de toekomst van de Messias kunnen meebeleven. Ook op deze instelling van de HEERE vestigt zich de stille hoop van Naomi.

Verlosser en Zaligmaker

Al deze ‘schaduwen’ in Israël zijn vervuld in de Heere Jezus. Hij werd onze bloedver- want. Hij nam ons vlees en bloed aan uit de maagd Maria. Hij is de grote ‘Losser’, de Verlosser en Zaligmaker, Die Zijn leven gegeven heeft ‘tot een losprijs voor velen’. Mocht u zo weleens hoop krijgen door het zicht op de gewilligheid van deze Losser? Het is zo heerlijk om met blijdschap ‘aren te mogen oplezen’ op de akker van de meerdere Boaz. Heerlijk is het om te mogen leven onder het vriendelijk oog van de Verlosser. Nog heerlijker is het om te mogen weten dat je Zijn eigendom bent. Voor de discipelen was dat tijdens de omwandeling van Christus op aarde ook niet allemaal direct duidelijk. Maar toen veel van Zijn volgelingen Jezus verlieten en de Heere aan Zijn discipelen vroeg of ze ook niet wilden heengaan, kwam toch het hoge woord eruit. Uit aller naam ant- woordt Petrus: ‘Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden van het eeuwige leven. En wij hebben geloofd en bekend dat Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’ (Joh. 6:68, 69).

Naomi noemt Boaz één van de lossers! Wij weten dat Christus de enige Losser is. Zoals Petrus het zegt: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God’. Toets uw eigen persoonlijk geestelijk leven eens aan die belijdenis: Heere Jezus, U bent mijn Profeet. Ik zit zo graag aan Uw voeten. Ik snak altijd weer naar Uw onderwijs. En als ik in Uw ogen vol diepe liefde kijk, roept mijn hart uit: ‘O, Liefste, mijn Liefste, mijn alles’.

Maar ik neem ook mijn toevlucht tot U als mijn Priester, barmhartige Hogepriester. Van Uw offer aan het kruis moet ik het hebben. Van Uw vergevende liefde moet ik leven, want ik heb zoveel zonden gedaan. Dan begeert u Hem echter ook tot Koning over uw leven. U wilt Hem dienen en voor Hem leven. Hij krijgt alles voor het zeggen in uw leven. En als u uw van verdriet over de zonde gebroken hart zo voor de Heere Jezus mag uitstorten, komt er ook iets van de ware aanbidding van deze Koning. Daar ontvangt u het zicht op de Losser en daar worden uw ogen zalig van het zien.

Geleid en gebracht

Als Naomi spreekt over de losser, komt er bij Ruth weer zoveel in haar gedachten: ‘O ja, hij heeft tot mij gezegd...’. Nu gaat er bij haar een licht op over die onbegrij- pelijk voorkomende houding van Boaz. Ruth bevestigt wat Naomi haar verteld heeft. Haar bevindingen op de akker van Boaz worden duidelijk door het onderwijs van Naomi.

Vanuit het woord van Boaz ziet Ruth de weg die de HEERE met haar ging. Hij had haar uit Moab geleid. Hij bracht haar op de akker van Boaz en zo in de tegenwoordig- heid van hem, die naar de wet een van de lossers was. Heilige blijdschap en verwon- dering doorstroomt haar hart. De HEERE zal Zijn werk, dat Hij in haar leven begon, ook voltooien. Ja, er is toekomst in Israël, ook voor haar. Zij hoopt op Zijn woord. Ziet u de lijn naar uzelf? Misschien voelt u zich wel een klein beetje zoals Ruth.

Wat is het rijk en heerlijk als u mag zien op de gewilligheid van de Heere Jezus om u voor Zijn rekening te nemen. Wat een diepe liefde en vaste hoop bloeit er op uit de bodem van Zijn belofte. Het woord van Boaz: ‘Hij heeft tot mij gezegd…’.

Onze bevinding komt op vanuit het Woord en rust op het Woord. Hij heeft gezegd! Het onderwijs van anderen mag licht geven over onze weg, maar het woord van Gods belofte is de enige grond van onze hoop. De belofte van het Evangelie houdt in: wie in de gekruiste Christus gelooft, heeft het eeuwige leven (Dordtse Leerre- gels, II,5). Hij is gewillig. Hij heeft gezegd: ‘Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verla- ten’ (Hebr. 13:5).

Ga maar gewoon door om dagelijks aren te rapen op de akker van Boaz, bukkend en bedelend, maar met Zijn toestemming en onder Zijn belofte. ‘Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvul- dige Verlossing mijns aangezichts, en mijn God’.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Het zicht op de losser

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2022

De Saambinder | 20 Pagina's