Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En dat bij de overgeblevenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En dat bij de overgeblevenen

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat betekent toch de aanvul- ling in Joël 2 vers 32b ‘en dat bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen’?

De oordelen aangezegd

De profeet Joël wordt door de Heilige Geest gedreven om op te schrijven: ‘En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat bij de overge- blevenen, die de HEERE zal roepen’. Om de slotwoorden te verstaan, moeten we het tekstverband nauwkeurig lezen. Eerst is de uitstorting van de Heilige Geest geprofeteerd: ‘En daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees…’ (vers 28a). Onmiddellijk daarop volgen donkere tonen in de volgende twee verzen: ‘En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed en vuur en rook- pilaren. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt’. Met de komst van de Pinkstergeest is de laatste bedeling aan- gebroken. Hij gaat - met eerbied gesproken - met kracht en vaart ‘heen-werken’ naar de voleinding van de wereld. Er zullen tekenen op aarde zijn. Wie denkt bij bloed, vuur en rook niet aan oorlogs- geweld, bombardementen, doden en gewonden?

Dan zullen de tekenen van de hemel volgen. Het is alsof er een geitenharen zak over de zon wordt getrokken waarop ze niet even wordt verduisterd maar ‘uit’ gaat. Als het grootste hemelli- chaam, de zon, geen licht meer geeft, kan de maan geen licht weerkaatsen. Ze wordt ‘rood’, ze ‘dooft’ en gaat eveneens ‘uit’. Dan zal de grote dag des HEEREN aanbreken. Dat is de ‘jong- ste’ dag, de oordeelsdag, de dag waarop ieder mens, vroom of goddeloos, de grootheid van God moet bekennen.

De verlossing uitgezegd

Dan volgt dat bijzondere slotvers van Joël 2. Er is nog ontko- ming voor albedervers, in een rechte weg. Niet buiten die berg waar Jeruzalem ligt. Daar, waar het altaar staat en er betaald moet worden. Waar alles roept om het bloed der verzoening... Joël had na vers 31 kunnen stoppen. Maar het is alsof de Heere zegt: predik de zekerheid en de vastheid van de genade die bij de HEERE te verkrijgen is, totdat de grote dag daar is. ‘Al wie de Naam des HEEREN zal aanroepen...’ Dat is de Naam van de Verbondsgod. Hij Die niet liegen kan, maar getrouw is in Zijn bedreigingen en beloften. ‘Al wie’ is zo’n ruim woord: in dit hoofdstuk horen we van nageslacht, jongeren, ouderen en dienstbaren, maar dit omspant elk Adamskind. Kan het ruimer gezegd worden? Niemand is te jong of te oud, te vuil of te hard, te zondig of te goddeloos. Dit vers uit Joël 2 wordt weleens het rijkste aanbod van genade genoemd, maar ook het laatste aanbod!

Dan volgen de woorden die vragen opriepen bij de vraagstel- ler: ‘en dat bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen’. De kanttekenaar schrijft bij die ‘overgeblevenen’ onder meer: ‘De voorzegde behoudenis en ontkoming zal zijn bij dege- nen, die God naar de verkiezing der genade in de gemene verderving, afval en verstoktheid der wereld, voor Zich zal bewaren en doen overblijven’ (kt. 8). En bij dat ‘roepen’, lezen we: ‘Dat is, naar Zijn vrij, genadig welbehagen door Zijn Woord en Geest krachtiglijk zal trekken en brengen tot de zalige gemeenschap van den Heere Christus en van Zijn kerk, beide uit Joden en heidenen’ (kt. 9). Eenvoudig gezegd: de nodiging tot de zaligheid gaat uit en niemand die onder dit Evangelie- woord kwam, kan zeggen het niet gehoord te hebben. Maar het is een ‘klein kuddeke’ dat - naar Gods verkiezend welbe- hagen - met Christus zal worden verenigd. Tegelijk, straks zal een schare die niemand tellen kan, staan op de berg Sion met het Lam. Lezer(es), zult u erbij staan?


Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2022

De Saambinder | 16 Pagina's

En dat bij de overgeblevenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2022

De Saambinder | 16 Pagina's