Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het einde van de zwerftocht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het einde van de zwerftocht

Mozes nu was honderd en twintig jaar oud, als hij stierf… Deuteronomium 34:7a

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Toen ging Mozes op’, zo lezen we als inleiding op de geschiedenis over het heengaan van de oude leidsman van Israël. ‘Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God, de bron van vreugd’, zo gaat de bruidskerk van Jezus Christus naar Huis. Mozes sterft zoals hij heeft geleefd: in grote eenzaamheid en tegelijk dicht bij God.

Er r zijn heel wat mensen afgereisd in de bewogen periode die achterligt. Aangrijpend, als er slechts een enkeling bij het zieken sterfbed mocht komen. Wat een wereld van verdriet is er doorleefd. O, dat we toch de genade mochten kennen van Mozes: eenzaam maar niet alleen. Alleen en tegelijk dicht bij God!

Mozes sterft alléén en dat ‘alleen-zijn’ is voor hem geen onbekende zaak. Eens lag hij alleen in het biezen kistje in de Nijl, omringd door de wateren van de dood. Alleen had hij aan het hof van de Farao gewoond, een kleine joodse jongen - ver van huis - tussen de Egyptenaren. Alleen was hij naar Midian gevlucht om als balling te zwerven met de kudden van Jethro in de woestijn. Alleen had hij voor God gestaan, Die hem riep uit de brandende braambos. Alleen, toen zijn vrouw Zippora hem de voorhuid van zijn zoon Eliëzer voor de voeten smeet. Alleen was hij op de Sinaï, waar God tot hem sprak en Zijn heilige wet gaf. Alleen, ontzaglijk alleen moet hij zich gevoeld hebben toen hij van de berg afdaalde en zag hoe zijn geliefde volk danste om het gouden kalf, gemaakt door z’n broer Aäron.

Alléén. Pelgrims naar Sion, dat is toch geen onbekende zaak? Als de Heere je bekeert, kom je vaak alleen te staan. Het is vaak zo’n smal pad naar het hemelse Jeruzalem. Elke ware pelgrim zal dat ondervinden: door de wereld gehaat, door de godsdienst niet begrepen, jezelf soms een raadsel en je huisgenoten kunnen je vijanden zijn. Lezer(es), wilt u wel een kind van de Heere zijn? Dat is een vleeskruisigend bestaan. Mensen willen wel bekeerd zijn maar dan op hun eigen manier. Vroom, maar wel met wat uitzonderingen...

Gods kinderen gaan vaak alleen, net als Mozes. En tegelijk: nooit alleen! Eenzaam, maar met God gemeenzaam. Want als deze eenzame man zijn laatste reis maakt, mag hij - boven gekomen - zijn God ontmoeten. En het is hem goed geweest nabij God te zijn.

De laatste gang

‘Toen ging Mozes op’. Na zijn afscheidswoorden en nadat hij zijn reisjournaal heeft moeten inleveren. Misschien nog één keer zijn volk overzien en toen de beklimming begonnen. Daar ging hun leidsman, profeet, voorspreker, wetgever, historieschrijver en dichter. De laatste reis van een arme zondaar die alleen op kosten van genade ook het laatste stukje kan gaan. Het lijkt erop dat zijn taak nog niet klaar is, maar de man van de wet moet sterven. Een ander, Jozua, zal het overnemen. De wet moet sterven en de genade gaat het overnemen.

Opnieuw klemt een vraag: zijn wij door de wet aan de wet gestorven? Kwamen wij aan het einde van al onze werken? Want de wet brengt niet in het geestelijke Kanaän. Mozes komt op de hoogte van Pisga, de bergtop Nebo. En daar wacht hem niet alleen een laatste blik op het Beloofde Land, maar is er de laatste ontmoeting als pelgrim met zijn God. Heerlijk moet de blik geweest zijn op het land van de belofte. Nog heerlijker dan de belofte ooit had doen vermoeden. Dat land had de HEERE eens beloofd aan Abraham, Izak en Jakob. Daar wilde Jozef dat zijn beenderen begraven zouden worden. Daar zou de geschiedenis van zijn volk voortgaan. Daar zal de Christus der Schriften geboren worden. ‘Maar gij zult daarheen niet overgaan’. Eens had Mozes in ongeloof niet geluisterd en was de toegang tot het aardse Kanaän voor hem gesloten. Ook Gods kinderen moeten luisteren...

Zou Mozes het erg hebben gevonden? Of zou alles verbleekt zijn en het verlangen ontbonden te worden en met Christus te zijn, alles overstemd hebben? De bruidskerk van Christus gaat - in de nabijheid van God - weleens verlangen ontbonden te worden en met Christus te zijn. Verlost van een lichaam der zonde en des doods. ‘Maar ’t is mij goed, mijn zaligst lot, nabij te wezen bij mijn God’.

De laatste plaats

Het overlijdensbericht is zo sober: alzo stierf Mozes. De zwerftocht eindigt na 120 jaar. Niet omdat hij zo oud is. Vader Amram werd 137 jaar, grootvader Kehath 133 jaar en overgrootvader Levi 137 jaar. Nee, Mozes is niet uitgeleefd, want zijn oog is niet donker geworden en zijn kracht niet vergaan. Maar het is Gods tijd om dit kind binnen te halen. ‘Alzo stierf Mozes, de knecht des Heeren’. Een knecht die heen wijst naar de komende Knecht van de Vader.

We lezen niet hoe het ging, maar de Heere handelt zo zachtkens met de Zijnen. Ze zijn immers gekocht met dierbaar bloed? Wellicht heeft het geklonken: ‘Mozes, ben je uitgekeken? Dan zal Ik je verlossen van je laatste zielenkwalen. Ik zal je het land der belofte voor heel de bruidskerk doen zien. Ik zal betonen de Verbondsgod te zijn’. Daar heeft Mozes zijn onafscheidelijke staf neergelegd en hebben de dagen van zijn treuring een einde genomen.

De Heere Zelf begraaft Mozes op een voor ons onbekende plaats. Dat laat Hij aan niemand anders over en daar hoeft niemand bij te zijn. Als een Vader, Die Zijn kind en knecht begraaft. Schoner lijkstoet is niet denkbaar. Geen geween in dit dal en geen rouw. Begraven op kosten van Hem, Die straks geboren zal worden in een beestenstal, om armen op te richten uit het slijk. Op kosten van de Meerdere van Mozes, Jezus Christus, heeft Mozes geleefd, de strijd gestreden en de aardse loopbaan gelopen.

God geve dat de keuze van Mozes en de genade hem geschonken, ons aller deel zou zijn op reis naar onze eeuwige bestemming.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Saambinder | 24 Pagina's

Het einde van de zwerftocht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 2020

De Saambinder | 24 Pagina's