David, de man naar Gods hart
7. Het verbond tussen David en Jónathan
Toen David merkte dat Saul ook naar Najoth bij Rama was gekomen en hij zich bij Samuël en de profeten had gevoegd, maakte hij zich gauw uit de voeten. Terecht vreesde hij voor de koning die weliswaar een hele dag en nacht in een soort van extase (geestvervoering) verkeerde, maar hem daarna ongetwijfeld het leven zou willen benemen. In zijn nood vluchtte hij naar het paleis in Gibea waar zich zijn vriend Jónathan bevond.
Toen David hem vertelde dat zijn vader Saul hem wilde doden, geloofde Jónathan het niet. ‘Nee David’, zo sprak zijn vriend, ‘als mijn vader dát van plan was, had ik het vast wel van hem vernomen.’ Maar David antwoordde: ‘Jónathan, uw vader weet maar al te goed dat wij vrienden zijn en daarom heeft hij die zaak voor u verborgen. Maar zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, er is maar als één schrede tussen mij en tussen de dood‘ (1 Sam. 20:3).
Daarna vroeg Jónathan wat hij in deze omstandigheden voor David betekenen kon. ‘Jónathan,’ sprak David, ‘u weet dat morgen het feest van de nieuwe maan wordt gevierd. Gewoonlijk ben ik er ook, maar deze keer zal ik er niet bij zijn en mij tot aan de avond van de derde dag ergens in het veld verbergen. Als de koning mij mist, vertel hem dan dat ik het feest van de nieuwe maan met mijn familie in Bethlehem vier. Kijk dan hoe de koning op die woorden zal reageren. Vindt hij het goed dat ik niet aanwezig ben, dan is alles in orde. Maar wordt de koning boos als hij mij mist, zo weet dat het kwaad bij hem ten volle over mij besloten is (vers 7) en hij mijn dood zoekt.’
Een maanfeest duurde drie dagen en het volk werd in het begin van de zevende maand aangespoord om tijdens zo’n feest de Heere te erkennen voor de weldaden die zij in het gehele jaar genoten hadden (zie kanttek. 32 op Lev. 23:24). Er mocht verder niet gewerkt worden en op de tiende dag van diezelfde maand werd de heel belangrijke verzoendag gehouden: ‘een feest bij de Israëlieten waarin zij zich verzoenden met de Heere over hun zonden en zich vernederden door vasten en bidden’ (kanttek. 34 op Lev. 23:27).
Jónathan beloofde zijn vriend dat, als zijn vader tijdens de maaltijd op het nieuwe maanfeest boos zou worden en het duidelijk zou blijken dat Davids leven in gevaar liep, hij het hem dan meteen zou laten weten. Ook vroeg Jónathan aan David of hij altijd aan hun vriendschap zou willen blijven denken, ook als hij later koning zou worden. We lezen in 1 Sam. 20:15: Ook zult gij (David) uw weldadigheid niet afsnijden van mijn huis (van Jónathans geslacht) tot in eeuwigheid; ook niet, wanneer de HEERE een iegelijk der vijanden van David van de aardbodem zal afgesneden hebben (vers 15). David beloofde zijn vriend Jónathan en zijn nageslacht altijd goed te zullen blijven doen en hij legde zelfs in het veld een eed af. Alzo maakte Jónathan een verbond met het huis van David, zeggende: Dat het de HEERE eise van de hand van de vijanden van David (vers 16).
Hierna verborg David zich in het veld en vertrok Jónathan naar het paleis van zijn vader om het feest van de nieuwe maan te gaan vieren. Afgesproken was dat Jónathan zijn vriend David op de hoogte zou brengen van Sauls houding ten opzichte van David in de buurt van de wegwijzer, de steen Ezel. Als de uitslag op het feest van de nieuwe maan gunstig voor David uitviel, zou Jónathan hem dat laten weten en als Saul inderdaad het plan had David te doden dan zou hij het ook onmiddellijk tegen zijn vriend zeggen. Jónathan zou zogenaamd met een knechtje gaan jagen in het veld waar David zich verborgen hield. Als hij een pijl wegschoot en tot zijn knecht zou roepen: ‘De pijl ligt dichter bij’, dan zou dat betekenen dat de koning geen kwaad met David in de zin had. Maar als Jónathan zijn knechtje zou toeroepen: ‘De pijl ligt verderop’, dan zou dát het teken zijn dat koning Saul inderdaad het plan had om David te doden.
Hierna kwam Jónathan nogmaals terug op het gesloten verbond tussen hun beiden en sprak: En aangaande de zaak waarvan ik en gij gesproken hebben, zie, de HEERE zij tussen mij en tussen u tot in eeuwigheid (vers 23). Daarna vertrok Jónathan naar het paleis om het driedaagse feest van de nieuwe maan te gaan vieren en ging David naar het afgesproken veld in de buurt van de wegwijzer Ezel om zich aldaar te verbergen.
Op de eerste dag van het feest zat Jónathan aan tafel naast koning Saul en Abner. Davids plaats was onbezet, maar de koning scheen het nauwelijks te merken en hij verwachtte David op de tweede dag van het feest te zien. Maar toen David de tweede dag ook niet kwam opdagen, kreeg de koning argwaan en vroeg hij aan zijn zoon Jónathan: Waarom is de zoon van Isaï noch gisteren noch heden tot de spijze gekomen? Uit de minachtende woorden bleek al duidelijk dat hij David niet goedgezind was.
Jónathan antwoordde dat David hem toestemming had gevraagd om met zijn familie in Bethlehem het feest van de nieuwe maan te mogen vieren. Wat werd de koning woedend toen hij dát hoorde. Hij schold zijn eigen zoon op een vreselijke manier uit. Meteen gaf hij Jónathan bevel om David te halen, want hij is een kind des doods, sprak hij. Maar Jónathan vroeg: Waarom zal hij gedood worden? Wat heeft hij gedaan? (vers 32).
Bij het horen van die woorden greep Saul woedend zijn spies en wierp die met kracht naar zijn zoon om hem om het leven te brengen. Toen begreep Jónathan dat zijn vader vast van plan was David te doden. Heel boos verliet hij de feestzaal en haastte zich naar het veld waar David zich verborgen had.
Laat nooit mijns vijands wens gelukken;
Roei z’ allen uit, die mij doen bukken,
Om Uwe gunst, mij toegezegd;
Verdelg hen, die mijn ziel verdrukken;
Want ik, o HEER’, ik ben Uw knecht (Ps. 143:12).
(Volgende keer D.V. 8. David vlucht naar de Filistijnen)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's