Wolk van getuigen
4. Het tweede getuigenis van Abel (2)
We lezen in Hebr. 11:4 het laatste gedeelte: En door hetzelve geloof spreekt hij (dat is Abel) nog, nadat hij gestorven is. De Heere gaf getuigenis aan Abels offer in zijn leven door hem een voor ons onbekend teken te geven dat hij een rechtvaardige was. Dat teken was de aanleiding dat hij door zijn broer Kaïn vermoord werd. Maar de Heere gaf een tweede getuigenis van Abel en wel na zijn sterven.
We lezen van Abel dat hij spreekt nadat hij gestorven was. Vanzelfsprekend kan iemand na zijn dood niet meer met zijn mond tot ons spreken. Toch wordt van de vermoorde Abel gezegd dat hij tot ons spreekt nadat hij gestorven is. We begrijpen dat we die uitdrukking niet in eigenlijke zin hebben te verstaan. Er staat in Matth. 23:35: Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten is op de aarde, van het bloed des rechtvaardigen Abels af, tot op het bloed van Zacharia, den zoon van Baráchia, welken gij gedood hebt tussen den tempel en het altaar.
In genoemde tekst spreekt de Heere Jezus over de rechtvaardige Abel, van wie we in het vorige artikel vernamen dat hij door Kaïn werd gedood uit haat tegen het werk van de Heere dat in zijn hart verheerlijkt was. Maar Abel bleef niet de enige die om zijn geloof werd gedood. De Heere
Jezus noemt in de bovenstaande tekst ook Zacharia, de zoon van Baráchia. Deze Zacharia behoorde tot één van de laatste profeten van het Oude Testament, die om zijn geloof gedood werd en op bevel van koning Joas werd gestenigd. Vlak voor hij onder een regen van stenen bezweek, riep hij stervende het profetische getuigenis uit: De HEERE zal het zien en zoeken. Hij sprak daarmee het oordeel van de Heere uit over het onschuldig vergoten bloed van hem en tevens van al Gods kinderen. De Heere zou het ombrengen van Zijn kinderen met Zijn straf en wraak bezoeken (zegt kanttek. 56 op 2 Kron. 24:22). Alle om hun geloof omgebrachte kinderen van God uit het Oude Testament, van Abel af tot Zacharia, de zoon van Baráchia, en verder al de omgebrachte kinderen Gods uit het Nieuwe Testament, ja uit de hele wereld, roepen tot de Heere om vergelding.
In Openb. 6:10 lezen we dat de heiligen die om hun geloof omgebracht zijn, met grote stem roepen: Hoe lang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet van degenen die op de aarde wonen? De kanttekening zegt van deze uitroep van de verheerlijkte heiligen in de hemel ’dat die uitroep niet voortkomt uit enige wraakgierigheid, maar uit een heilige ijver, die deze heilige geesten hebben tot bevordering van Gods eer, en een begeerte dat God Zijn rechtvaardigheid en hun goede zaak bekendmake onder de mensen, gelijk David ook spreekt tot Saul (1 Sam. 24:13), en Paulus van een vijand der kerk van Christus (Alexander de kopersmid, 2 Tim. 4:14) en wij altezamen als wij bidden: Verlos ons van den boze’ (kanttek. 20). Zo ligt er in de dood van Abel een tweeërlei getuigenis: 1). een getuigenis ín zijn leven dat hij een rechtvaardige was en 2.) een getuigenis ná zijn leven dat zijn dood en de dood van al Gods omgebrachte kinderen eenmaal gewroken zal worden in de dag des oordeels. Hun bloed roept om vergelding en daarom spreken zij nog nadat zij gestorven zijn. Het zal bevestigd worden wat de gestenigde Zacharias stervende uitriep: De HEERE zal het zien en (be)zoeken. Met deze woorden wil de apostel Paulus de gelovige Hebreeën troosten dat het ware geloof moed en kracht geeft. Door dat geloof kunnen we leven en sterven en de zwaarste beproevingen doorstaan. Als de apostel Johannes over Kaïn en Abel schrijft, zegt hij: Want dit is de verkondiging die gij van den beginne gehoord hebt, dat wij elkander zouden liefhebben. Niet gelijk Kaïn die uit den boze was, en zijn broeder doodsloeg. En om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken boos waren en die van zijn broeder rechtvaardig (1 Joh. 3:11,12). En iets verderop schrijft hij over het wereldoverwinnend geloof, als hij zegt: En dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof (1 Joh. 5:4).
De Heere Jezus heeft in Zijn omwandeling op aarde meer dan eens Zijn kinderen bemoedigd. We lezen in Joh. 15:20: Gedenkt het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen. Maar zij mochten tot hun versterking en moedgeving ook horen: In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen (Joh. 16:33). Bij de laatste woorden merkt de kanttekening op: ’Namelijk niet alleen (overwonnen) voor Mij, maar ook voor u, daar gij door het geloof met Mij verenigd zijt’ (kanttek. 64).
Ondanks alle wederwaardigheden in dit leven, mogen Gods kinderen weten: Maar in dit alles (namelijk in alle vervolgingen e.d.) zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem Die ons liefgehad heeft (Rom.8:37). Op dat rotsvaste geloof wijst de apostel Paulus de Hebreeën. Terecht is wel opgemerkt dat de lijdensgeschiedenis van Gods Kerk begint in Genesis en eindigt met het boek der martelaren in Openbaring. Zo mogen Gods kinderen weten: Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid (Ps. 73:26).
’t Zachtmoedig volk zal eens de volle vrede
Genieten, in de zoetste rust verblijd,
En erven d’ aard’. Hoe ook de booz’ en wrede
Op d’ onschuld loer’, de tanden kners’ van spijt;
Hoe listig hij op haar zijn aanslag smede,
De HEER’ belacht het wrokken van dien nijd (Ps. 37:6).
(Volgende keer D.V. 5. Henochs wandel met God)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's