Geef mij Jezus

Wat betekent de klacht: ‘Ik word onderdrukt’? Hizkia bedoelt ermee te zeggen: mij is bange. Zoals men iemand op de grond werpt en de knie op de borst zet, zodat hij niet kan ademen en zich niet kan bewegen, zo is het hier in geestelijke zin. Hij wil niet zeggen dat de mensen hem leed doen of dat zijn recht wordt verkort, maar hij bedoelt dat hem benauwdheid en angst aangrijpt. Hij is neergeworpen door God.

Maar kent u het bange zijn, het onderdrukt worden van Hizkia? Keert u het gelaat wel eens naar de wand? Zoekt u de eenzaamheid op om te wenen over uw zonde en schuld? Het geluk zit niet in het benauwd zijn, maar zonder ontdekking, zonder verbrijzeling van de ziel kan de zondaar niet tot de Verlosser komen. Wat zal ik met Jezus doen wanneer ik niet weet wat het zegt tegen God te hebben gezondigd?

Hizkia, het loopt op een eind met uw leven. U zult ondergaan. Gelukkig wie het aan de Heere gewonnen mag geven. Want nu ontdekt de Geest des Heeren Degene Die wij nodig hebben om voor God te kunnen bestaan.

‘… wees Gij mijn Borg'. Een borg neemt op zich te betalen voor een ander; hem vrij te kopen wanneer hij zijn vrijheid heeft ingeboet. Ook wordt van borg gesproken wanneer men instaat voor het leven van een ander. Hoe kan dit? Alléén doordat de Borg, schuldverzoenend en gerechtigheid aanbrengend, tussentreedt bij de eisende God.

Het is de ervaring van allen die het leven van hun hand verliezen moeten. Alles, maar dan ook alles ontvalt ons, opdat er plaats zij voor die Borg op Wie Hizkia nu geheel onverwachts het oog des geloofs mocht slaan. Hizkia heeft niet iets maar Iemand nodig om hem voor dood en verderf te behoeden. Nu begeert de koning dat God, Die zijn leven afeist, hem door Borgstelling zal redden. Die Goël heeft Hizkia nodig. In zijn ziel is iets van dat: ‘Geef mij Jezus of ik sterf, buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsverderf’.

God verschijnt als Rechter. En nu moet Hizkia een Pleitbezorger hebben, anders is zijn zaak verloren. Zijn hart smacht naar die Borg Die de Heere Zelf bij Zich stelt. Zeker, Hizkia ziet die Borg nog in schemerlicht en onder schaduwen; maar in wezen gaat het toch om Hem door het gebed dat de Geest van Christus uit zijn ziel doet opwellen. En hij ziet die Borg, bij het licht dat diezelfde Geest ontsteekt, in het nachtelijke donker van zijn ziel. Hizkia moet zijn doemwaardigheid voor God hebben beleefd, anders was hij niet tot deze bede gekomen. Voor de vierschaar des hemels kan alleen God bij God pleiten. God alleen kan zijn schuld bij God betalen en zijn leven verlossen van het verderf. Hij bidt zijn Rechter om genade door recht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen