Z2i2k Herrenberg in Colombia stinkt
Parool-raadsman in voortzetting kort geding:
. AMSTERDAM — Deze zaak stinkt, niet alleen naar cocaïne, maar ook naar een zeer onfrisse poging om met behulp van het Nederlandse recht inzake de persvrijheid ^e kroon te zetten op het onrecht van de onderdrukking ^an diezelfde vrijheid in Suritname. Dit zei Parool-raadsman mr. W. C. van Manen dinsdag in de voortzetting van het kort geding dat ambassadeur Herrenberg van Suriname heeft aangespannen tegen dit dagblad.
Paroolredacteur Grijpma had op 17 januari in zijn blad gesuggereerd dat Ülerrenberg samen met de zakenman fcuno Chin a Sen (een broer van de ' oud-president en -premier), „een bekend zakenman in Paramaribo met veel relaties in de Colombiaanse onderwereld", in Colombia contact had gelegd met de cocaïnemaffia, die Suriname een lening van 50 miljoen dollar wilde verstrekken tegen zeer lage rente. In ruil daarvoor zou Suriname de cocaïnehandelaren een vrije doorvoerroute geven voor cocaïne met bestemming Europa, zou de narcoticabrigade in Paramaribo worden opgedoekt en de narcoticawetgeving worden afgezwakt.
Herrenberg ontkent dit alles en eist dat het blad de bedoelde berichtgeving rectificeert. Mr. Van Manen zag in de getuigenverhoren van vorige week donderdag een bevestiging van wat Het Parool had geschreven. Een belangrijke figuur bij deze getuigenverhoren was de oud-directeur van de centrale bank van Suriname, Jules Sedney, die in januari naar Nederland is gevlucht nadat hij had geweigerd in Paramaribo een stuk te tekenen betreffende een „buitenlandse lening".
Louche zaak
Dr. Jules Sedney verklaarde tijdens de getuigenverhoren onder ede dat hij ondanks de druk die tijdens gesprekken met legerleider Bouterse, Herrenberg en de toenmalige directeur van het Surinaamse planbureau Winston Caldeira (nu minister van Financiën) op hem was uitgeoefend weigerde te tekenen omdat hij het een „louche zaak" vond. Hij dacht dat het een poging was zwart geld te witten. Hij voegde er aan toe dat in die gesprekken tegen hem met geen woord gesproken was over een lening van cocaïnehandelaren en ook niet dat die speciale voorwaarden zouden hebben gesteld.
Volgens Herrenbergs advocaat, mr. H. J. M. Boukema, is tijdens de getuigenverhoren „niets gebleken dat de juistheid van de aantijgingen" van Grijpma bevestigt. Er zijn drie feiten bekend: Herrenberg en Guno Chin a Sen hebben een reis naar Colombia gemaakt, Guno Chin a Sen heeft een twijfelachtige reputatie en de herkomst van de lening is onbekend. „De lening ging trouwens niet door". Op deze feiten zijn slechts vermoedens gebaseerd. Het is volgens mr. Boukema helemaal niet vreemd dat Herrenberg buitenlandse reizen maakt voor Suriname. Hij is adviseur en vertrouwensman van Bouterse en heeft wel meer binnen- en buitenlandse taken vervuld. En wat Guno Chin a Sen betreft, deze heeft voor zover bekend relaties met reguliere zakenlieden. Hij importeert onder meer cement en rijstpelmachines.
Kaartenhuis
Over het verband tussen de lening van 50 miljoen dollar en Colombia zei mr. Boukema in het duister te tasten. Er bestaat alleen een veronderstelling over bepaalde verbanden. De veronderstelling van Sedney dat de lening niet klopte steunt alleen maar op twee punten: Het was een ongebruikelijke lening en de herkomst was voorlopig onbekend. Ook noemde Herrenbergs raadsman de bedreiging van Sedney door Bouterse ongeloofwaardig omdat Sedney niet voor het aangaan van de leiding nodig was. De vermoedens van Sedney hebben geen feitelijke grondslag.
Het gehele samenweefsel van verftioedens die Het Parool als feiten presenteert, zakt in elkaar als een kaartenhuis, betoogde mr. Boukema. „Onder ede verklaarde Sedney, wat hij niet in een brief wilde bevestigen, namelijk dat er geen band is tussen Herrenberg en cocaïne", zei Boukema. Hij liet weten dat Herrenberg te zijner tijd stelde dat zijn cliënt bij niets betrokken is dat louche is. „Hij is integer". Mr. Boukema bleef bij zijn eis dat de „grove aantijgingen" van Het Parool gerectificeerd worden.
De president van de rechtbank in Amsterdam, mr. W. J. Borgerhoff Mulder, zal maandag 25 juli uitspraak doen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 juli 1983
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 juli 1983
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's