Vol - in welk opzicht?
Het aardrijk is vol van Uw goederen. Psalm 104:24c
Is Nederland vol? Jazeker! Dit was altijd al zo, in 2000 al, en in alle eeuwen daarvoor. Niet alleen Nederland trouwens, maar heel de wereld. ‘Het aardrijk is vol van Uw goederen.’ Dat is de onveranderlijke en wereldwijde waarheid. Een heerlijke waarheid. ‘De aarde is des HEEREN mitsgaders haar volheid’ (Psalm 24:1). Er is niets wat niet onder Gods beheer en bestuur is. Niets ontgaat Hem, niets kan aan Hem worden onttrokken. En… nergens kan men aan de boodschap daarvan ontkomen. Alles getuigt van Zijn bestaan, zoals Psalm 19 bezingt: ‘Geen spraak en geen woorden zijn er waar hun stem niet wordt gehoord’. De aarde is vol van Gods goederen, majesteit en goedheid.
Vol van wrevel
Het is ook een beconcurreerde waarheid. Overal waar mensen zijn is de wereld ook vol ‘met wrevel’ (Gen. 6:11). Dat geldt helaas ook van ons land. Hoe meer mensen er komen en hoe meer Gods wetten worden losgelaten, hoe sterker dit zich doet gelden. Hierdoor raakt die andere volheid steeds meer uit beeld. Steeds minder wordt er gezien, dat de aarde vol is van Góds goederen. Dit wordt niet ontkracht maar wel ontkend.
Zo komt er een antwoord op de vraag, of Nederland steeds voller wordt. Wel als we letten op de menselijke ‘wrevel’. Helaas niet wat betreft de erkenning van God. In dat opzicht wordt ons land leger en leger. God is verdwenen of aan het verdwijnen uit Jorwerd, uit de grachtengordel, uit Den Haag, uit winkelstraten, uit schaftketen, uit heel wat kerken zelfs. Dichterbij. Is Hij verdwenen of aan het verdwijnen uit Barneveld of Barendrecht, uit Arnemuiden of IJsselmuiden? Is Hij verdwenen uit koeienstal, kotter of komkommerkas?
Scheppingswerk
Natuurlijk stel ik die vraag vanwege het thema van dit nummer. Er is echter ook een heel directe link met de tekst ‘Het aardrijk is vol van Uw goederen’. In de context gaat het immers over Gods scheppingswerk: ‘Hoe groot zijn Uw werken, o HEERE; Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt’ (Psalm 104:24a-b). Alles wat wij zien is van de HEERE, maar het meest wordt dat zichtbaar in wat Hij Zelf gemaakt heeft. Om zo te zeggen: de komkommer getuigt meer van God dan de kas, de koe meer dan de stal, de schol meer dan de kotter. Ook al zijn technische gaven ook van God gegeven, daarbij kunnen we zomaar blijven steken in ons kunnen (Dan. 4:30). Gods schepselen wijzen ons op de Bron van het leven. Hoe eindeloos rijk! Zie de groei van een plant, de spijsvertering van een koe, de leefwijze van een platvis. Verwonder u over de vele soorten cellen en de onvoorstelbare complexiteit van alle onderdelen van een Cero ipsam, quibus dolu cel. Tot in de kleinste details zijn deze ‘goederen’ vol van Gods goedheid en wijsheid en macht. Maar hoe meer wij bouwen en digitaliseren, hoe minder we daar nog van zien. 20 miljoen inwoners van Nederland en 10 miljard mensen op deze wereld – dát is het probleem niet. Het probleem is dat de mens zichzelf steeds groter maakt, zoals in de tijd van de torenbouw van Babel. Wij maken de aarde en het land vol van onze goederen. Zie hoe in 10 jaar tijd het aanzien van veel gebieden veranderd is. Megastallen, bedrij- venterreinen, windturbines en zonneparken domineren het landschap. Stallen liggen niet langer verscholen tussen de houtwallen, windturbines zijn minstens vier keer hoger dan de hoogste boom.
Lege hemel
Dat kun je mooi of lelijk vinden, maar het punt is dat de horizon vol wordt en de hemel leeg. Hoewel een windturbine in zichzelf niet slecht is, geldt mede hierdoor: ‘De aarde raakt steeds voller met wrevel’. Met onze werken die Gods werken naar de marge duwen. Zoals dat ook binnenshuis gebeurt. Hier domineren steeds meer de apparaten en speelt onze tijdsbesteding zich toenemend af achter schermen. Daar kun je goede dingen doen, maar het effect is dat we vooral gericht zijn op het menselijke, het aardse, het tijdelijke. We bouwen met al onze techniek als het ware een grote afscherming tussen ons en de onzichtbare dingen. Moeten we het dan vreemd vinden als we weinig van Gods aanwezigheid merken? ‘God is dood en wij hebben Hem vermoord’ (Nietzsche).
pta VOL voloreh VAN WONDEREN eniatur?
Is God ook werkelijk dood? Welnee! Nog steeds vertellen de hemelen Gods eer. Nog steeds laat Hij Zijn grootheid zien in de kleinheid van een mier. Nog steeds blijft Hij uit de mond van kinderen en zuigelingen Zijn sterkte grondvesten. De aarde is en blijft vol van Zijn goederen. Alleen is de vraag of wij het nog wel kunnen zien.
Dat zien is een gave. ‘Ontdek mijn ogen, dat zij aanschouwen de wonderen van Uw wet’.
Alleen de Heilige Geest leert ons de werkelijkheid te zien met geestelijke ogen. ‘De Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis, [om te geven] verlichte ogen des verstands’ (Ef. 1:17- 18). Hij ontdekt ons aan onze schuld en Zijn heiligheid. Aan de betrekkelijkheid van dit leven en de ontzaglijkheid van de eeuwigheid. Aan de gebrekkigheid van onze werken en de grootheid van Zijn werken. Begenadigd is de mens die Paulus leert bijvallen: ‘Dewijl wij niet aanmerken de dingen die men ziet, maar de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet zijn eeuwig’ (2 Kor. 4:18).
Opgave
Hier ligt dan ook een opgave. Om te zoeken naar ruimte in ons leven om Gods werk te zien. Zodat we niet altijd maar druk zijn met onze werken en Cero ipsam, quibus dolu goederen maar meer met de Zijne. Om te voorkomen dat er hooguit nog een plaatsje voor God is als we uit de Bijbel lezen of in de kerk zitten en niet meer onderweg of in ons werk. Ik geloof dat er maar één weg vooruit is, en dat is in zekere zin een weg terug. Terug naar een leven van eenvoud en bescheidenheid. Laten we ons consumptiepatroon onderzoeken op de vraag hoe veel beslag we leggen op Gods aarde. Laten we onze tuin bekijken met de vraag hoe veel ruimte daar is voor Gods scheppingswerk. Laten we onze nieuwbouwplannen onderwerpen aan de toets of zij Gods goederen verdringen of niet.
Ootmoed
Dat moet ons, paradoxaal, argwanend maken over de globalistische klimaatlobby, waarin de mens God terzijde schuift. Waarin velen boeren liever kwijt dan rijk zijn en die bol staat van loze beloften van ‘groene energie’. Een christen kan echter evenmin meedeinen op de golven van groei. Boeren, de grootste bewerkers van Gods aardrijk, hebben een grote verantwoordelijkheid. Hun aanwezigheid is een gedurig getuigenis dat iedereen van het veld wordt gevoed (Pred. 5:8). Daarom is het hun roeping om te zoeken naar een weg om daarbij zo veel mogelijk van Gods werk zichtbaar te maken.
Dat is tegelijk een gezamenlijke verantwoordelijkheid. We moeten allen leren dat de aarde niet van ons is maar van de Schepper. Dat vraagt om ootmoed tegenover Hem. Om zorgzaamheid tegenover Zijn schepselen. Om een verwonderend oog. Ook in dezen moeten we worden als een pta voloreh eniatur? kind! Niet een verwend kind maar een vergenoegd kind (Psalm 131). Dit alles vraagt om een vernieuwd hart. Niet langer vervuld met onze wrevel maar met Zijn werken. Is uw hart vol van Zijn genade voor u? Dan zúlt u oog krijgen voor Zijn goederen rondom u.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2021
Zicht | 97 Pagina's
