Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

4. In de woestijn Sin (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. In de woestijn Sin (1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Israëlieten waren in de woestijn Sin gekomen. Zoals het in de vorige woestijn was geweest, zo ging het ook hier. Al gauw hadden ze weer gebrek aan eten en drinken. Maar hadden ze dan niets geleerd van hun verblijf in Mara? Daar had de Heere hen beproefd om te zien of het volk in alle omstandigheden op Hem zou vertrouwen. Nadrukkelijk had Hij tot hen gesproken: ‘Vertrouw altijd op Mij, want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester.’

Maar het scheen dat het volk niets geleerd had. Nauwelijks deden zich nieuwe moeilijkheden in de woestijn Sin voor of het volk begon opnieuw te murmureren en kwaad van de Heere en Zijn knechten Mozes en Aäron te denken. In de Bijbel staat dat de ganse vergadering der kinderen Israëls tegen Mozes en tegen Aäron in de woestijn murmureerde (Ex. 16:2). Klein en groot stonden tegen Gods knechten op en spraken: Och, dat wij in Egypteland gestorven waren door de hand des HEEREN, toen wij bij de vleespotten zaten, toen wij tot verzadiging brood aten! Want gijlieden hebt ons uitgeleid in deze woestijn om deze ganse vergadering door de honger te doden (vers 3). Wat waren het verschrikkelijke woorden die ze hier spraken! Terwijl de Heere in de paasnacht alle eerstgeborenen van Egypte had gedood en Zijn volk door middel van het bloed had behouden, schreeuwden ze nu: ‘Och, waren wij toen ook maar gestorven, dan hadden we de ellende van deze woestijn niet behoeven te beleven. Waren we maar met de Egyptenaars omgekomen!’ Verder deden ze net of ze het zo goed in Egypte hadden gehad door te spreken: ‘Wij zaten toen bij de vleespotten en hadden volop eten en drinken!’ Maar het was een halve waarheid. Ook al hadden ze toen eten en drinken, ze waren arme slaven die door Farao en zijn knechten werden afgebeuld en uitgebuit. In de Bijbel staat dat de Egyptenaars de kinderen Israëls deden dienen met hardigheid (Ex. 1:13). Ja, Egypte was ‘een diensthuis’ en een ‘ijzeroven’ voor hen geweest! Wat een vreselijke zonde van leugen en ondankbaarheid om nu het tegenovergestelde te beweren door te zeggen: ’Wat hadden wij het in Egypte toch goed!’ Maar bij die woorden bleef het niet. Verwijtend spraken de Israëlieten tot Mozes en Aäron: ‘Jullie hebben ons uitgevoerd om ons in deze woestijn te laten sterven!’ Alsof de verlossing uit Egypte een werk van Mozes en Aäron was geweest!’

Achter de beschuldiging zat vanzelfsprekend een zware aanklacht tegen het beleid van de Heere Zelf.

Het volk wist heel goed dat de vuur- en wolkkolom hen voorging en hen in deze woestijn van Sin had gebracht. Het waren in één woord lasterlijke woorden direct gesproken tot Gods knechten maar indirect (via een omweg) gesproken tot de Heere. In plaats dat Mara het volk had geleerd nooit meer tegen de Heere op te staan, was hun optreden in de woestijn van Sin nog bozer en goddelozer.

Wat was het antwoord van de Heere op de goddeloze woorden van het brutale volk? Wilde Hij hen in een ogenblik verteren? Wilde Hij nooit meer naar hen omzien? Het tegendeel bleek! Wat is het waar, wat wij zingen: ‘Barmhartig is de HEER’ en zeer genadig, Schoon zwaar getergd, lankmoedig en weldadig; De HEER’ is groot van goedertierenheid’ (Ps. 103:4). De Heere antwoordde: Zie, Ik zal voor ulieden brood uit de hemel regenen (vers 4). De Heere zou voor brood in de wildernis zorgen en het volk laten zien hoe Hij, ondanks hun boze woorden, voor hen goed zou blijven zorgen. Op een morgen zagen de Israëlieten toen de dauw opgetrokken was kleine ronde korreltjes in de woestijn liggen en verwonderd zeiden ze tegen elkaar: ‘Manná!’ Dat woord betekende in hun taal: ‘Wat is dat?’ Naar die vraag werden de korrels voortaan ‘manna’ genoemd. De Heere had Zijn volk bezocht door het brood uit de hemel te geven.

De Israëlieten kregen de opdracht voor hun gezin zoveel manna te verzamelen dat ze voor één dag genoeg hadden. De Heere zou zorgen dat er ook de volgende dagen steeds manna zou vallen. Hieruit bleek dat de Heere Zijn volk heel afhankelijk van Hem wilde maken, zodat ze iedere dag zouden vragen: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Maar er waren Israëlieten die het zekere voor het onzekere namen en -uit ongeloof- ook manna verzamelden voor de volgende dag. ‘Stel je voor dat er de andere dag geen manna zou vallen!’ dachten ze. Maar wat lezen we in de Bijbel? Toen wiesen er wormen in en het werd stinkende; dies werd Mozes zeer toornig op hen (vers 20). De Heere bestrafte hun ongeloof en Mozes werd heel boos omdat ze uiteindelijk de Heere gewantrouwd hadden. Hoewel Mozes een zeer lankmoedig man was, zo lezen we dat hij om hun zonde van ongeloof zeer toornig werd. Hij vond het Godonterend en Hem beledigend! Daarom trokken de Israëlieten er elke morgen op uit om manna op te rapen. Als ze dat verzuimden en bijvoorbeeld tegen de middag gingen rapen, was er niets meer te zien want als de zon heet werd, zo versmolt het (vers 21). Zij moesten dus gebruikmaken van de door de Heere geschonken gelegenheid! Alleen de dag voorafgaand aan de sabbat mochten zij twee keer zoveel manna verzamelen, want op de heilige sabbat mocht er niet verzameld worden. Het wonderlijke was dat het manna dat ze voor de zondag bewaarden niet stonk en er geen worm in was (vers 24).

Zij werden daag’lijks begenadigd;

Met manna, hemels brood, verzadigd (Ps. 105:22).

(Volgende keer D.V. In de woestijn Sin-2)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

4. In de woestijn Sin (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juli 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's