Petrus, een visser van mensen
16. Petrus op de Pinksterdag
In afwachting zaten de discipelen eensgezind in een opperzaal van Jeruzalem. De Heere Jezus had toen Hij hen ging verlaten beloofd de Heilige Geest te zenden. Die Geest kon alleen maar komen als de Heere Jezus eerst naar de hemel zou zijn teruggekeerd, want Hij had gesproken: Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster (dat is de Heilige Geest) tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden (Joh. 16:7).
Toen de Heere Jezus opvoer naar de hemel, schonk de Vader Hem als loon op Zijn werk de Heilige Geest. Tien dagen later zond de Heere Jezus de Heilige Geest op de pinksterdag naar Zijn kinderen.
Op die feestdag was het een drukte van belang in Jeruzalem. Niet alleen de Joden uit het eigen land, maar zelfs uit de omringende landen waren er veel Joden naar Jeruzalem gekomen om dat grote feest te vieren. In de Bijbel lezen we dat er wel Joden uit zo’n twintig landen naar Jeruzalem waren gekomen! Juist op die drukke feestdag werd de Heilige Geest zichtbaar en hoorbaar uitgestort op de apostelen, want er staat in de Bijbel: En er geschiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen gedreven wind, en vervulde het gehele huis waar zij zaten (Hand. 2:2). Bovendien werden er gezien verdeelde tongen als van vuur (vers 3) op de hoofden van de apostelen. Door die tekenen werden de apostelen erop gewezen dat ze straks niet alleen aan de Joden, maar ook aangegord door de Heilige Geest aan de heidenen het Evangelie moesten gaan verkondigen.
Tijdens de prediking zou de Heere Zijn Geest aan het gepredikte Woord verbinden, zodat door Zijn krachtdadige werking veel mensen een nieuw hart zouden mogen ontvangen. De taal om het Evangelie aan allerlei volkeren te verkondigen behoefde helemaal geen belemmering voor hen te zijn, want reeds op de dag van de uitstorting van de Heilige Geest hoorden de mensen in hun eigen taal de grote werken Gods (vers 11) door de apostelen verkondigen. ‘De grote werken Gods‘ waren de heerlijke daden die de Heere door Zijn Zoon Jezus Christus gedaan had tot zaligheid van de mensen’ (kanttek. 34). De Heilige Geest legde de apostelen de woorden in de mond en de mensen in Jeruzalem begrepen er helemaal niets van hoe het mogelijk was dat zulke ongeleerde Galileeërs ineens in vreemde talen konden spreken. Een groot deel van hen verwonderde zich hierover, maar een ander deel begon te spotten en zei dat ze dronken waren. Toen nam Petrus het woord, want we lezen: Maar Petrus staande met de elve, verhief zijn stem en sprak tot hen (vers 14).
Vijftig dagen eerder had hij de Heere Jezus nog verloochend en gezegd: ‘Ik ken de Mens niet’. Maar nu stond hij in Gods kracht en bezield door Gods Geest als een onverschrokken en moedige getuige van de Heere Jezus op en sprak vol overtuiging: ‘Mensen, wat hier vandaag gebeurt, is reeds voorzegd door de profeet Joël. Zoals de Heere Jezus in het Oude Testament werd voorzegd, zo werd ook de uitstorting van de Heilige Geest voorzegd. U kunt dat lezen in Joël en de vervulling van die profetie vindt vandaag plaats. Door Gods Geest bezield moet ik spreken over het werk van de Heere Jezus. Hij is op aarde gekomen, heeft gepreekt en wonderen gedaan, maar u hebt Hem aan het kruis gehangen en gedood. U bent schuldig aan Zijn dood. Daarna werd Hij begraven, maar de Heere Zelf heeft Hem opgewekt uit de doden, zoals reeds David in Psalm 16 had voorspeld. Wij zijn getuigen geweest van Zijn dood, opstanding en hemelvaart. Nu zit Hij aan de rechterhand van Zijn Vader en heeft volgens Zijn belofte de Heilige Geest op ons uitgestort. Nee, wij zijn niet dronken, want het is pas negen uur in de morgen, maar het is de Heilige Geest Die ons ingeeft om thans en in de toekomst aan Joden en heidenen te vertellen dat de zaligheid alleen in Hem te vinden is. Buiten de Heere Jezus is er geen zaligheid. De Geest laat ons niet alleen in vreemde talen spreken, maar Hij spoort ons ook aan om de mensen te verkondigen dat ze alleen door Jezus Christus behouden kunnen worden.’
In vier en twintig verzen mocht Petrus in Gods kracht de mensen wijzen op de noodzakelijkheid van de waarachtige bekering. Hij begon zijn toespraak met de woorden: Gij Joodse mannen (…) laat mijn woorden tot uw oren ingaan (vers 14). En tijdens zijn predicatie opende de Heilige Geest de harten van vele hoorders, zodat hun blinde zielsogen werden geopend voor hun hemelhoge schuld in het vermoorden van Gods Zoon. Het gevolg hiervan was dat zij radeloos uitriepen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? (vers 37).
Daarop nodigde Petrus de berouwvolle zondaars tot de Heere Jezus Die gesproken had: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt (van uw zonden), en Ik zal u rust geven (Matth. 11:28). Op die dag mochten er drieduizend mensen rust voor hun zielen vinden, want zij ontvingen vergeving van zonden en werden voor eeuwig een kind van de Heere Jezus.
Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand;
Uw goede Geest bestier’ mijn schreden,
En leid’ mij in een effen land (Ps. 143:10).
(Volgende keer D.V. 17. De genezing van de kreupele man)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 2021
De Wachter Sions | 12 Pagina's