‘O Vader, Die al ’t leven voedt’
De redactie overviel mij wel een beetje met het verzoek om een artikel te schrijven over de ‘Bedezang voor het eten’. Niet in het minst omdat ik dit gezang nog nooit heb opgegeven in de eredienst. De melodie klonk mij ook vreemd in de oren toen ik hem voor het eerst probeerde te spelen en te zingen.
Dat geldt overigens ook voor de ‘Dankzang na het eten’.
In Noord-Amerika zingen we ‘de enige gezangen’ niet, maar gezien de vele gezangmelodieën van de Psalters aan deze zijde van de oceaan zal ik mij hier maar niet op verheffen of verder over uitweiden…
Een tweede opmerking vooraf betreft meer de inhoud van dit gezang. Nog niet zo lang geleden lazen we het antwoord van ds. B. Labee over het stamelen van elke berijmer die zich ter wille van de rijm en van het metrum bepaalde vrijheden moet kunnen veroorloven: ‘Daarmee blijft het altijd wat stuntelen’, zo las ik. Van harte mee eens, zeker als je de Bedezang nog nooit hebt gezongen. In dit geval betrof het ‘stuntelen’ bij mij echter meer de melodie dan de woorden, want de woorden klonken me nog best bekend in de oren.
Bij ons thuis werd steevast het ‘Onze Vader’ gebeden. Maar als je als kind hier of daar eens op verjaardagsvisite meeat, hoorde je de Bedezang nogal eens opgezegd worden. Je keek er in ieder geval niet van op.
Formuliergebeden
Over formuliergebeden zijn de meningen verdeeld, ook onder onze oudvaders. Het is wel een heilige kunst om ze te gebruiken zonder sleur en of gewoonte! Laten we daarom in dit bestek, nu de biddag weer is aangebroken, wat regels van de Bedezang eens rustig nagaan. We laten de geschiedenis van dit gezang nu rusten en richten ons op enkele aspecten van de inhoud.
Het eerste wat opvalt, is de Vadernaam van God, genoemd in relatie tot een ‘milde hand’. Ik noem dit graag een opvallende parallel met de Catechismus! Want in Zondag 10 wordt ‘spijze en drank’ direct met het Vaderlijke van God én Zijn hand in verband gebracht: ‘De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods … gelijk als met Zijn hand…’. Wat is het groot om die hand te gedenken, niet alleen op de biddag, maar bij elke maaltijd. Het is Gods Vaderlijke hand die mens en beest voedt, zie Psalm 36:7 en Psalm 145:15 en 16. Het is een hand die zich onophoudelijk uitstrekt over bozen en over goeden. Wat is het goed om op de biddag hierbij stil te staan. Wat zou het rechtvaardig zijn als God Zijn hand zou terugtrekken in het seizoen dat voor ons ligt. Wat zouden wij, nietige mensenkinderen, kunnen inbrengen tegen God als Hij, Die al het leven voedt, Zijn zegen van onze tafels zou weren? Hoe vaak staan we hierbij stil?
Achterliggend seizoen
Laten we op de biddag ook niet vergeten om terug te zien. Want wat wás die hand het achterliggende seizoen toch weer mild als het gaat over wát er allemaal op onze tafel lag! Wie staat er nog bij stil? Er wordt zoveel geklaagd over kou en verwarming, ontbering en wat een mens allemaal maar wil, maar ik stel me zo voor dat niemand van ons dagelijks ook maar één warme maaltijd hoefde te missen, toch?
De vraag wordt weleens gesteld of de wereld ook uit Gods vaderhand te eten krijgt. Ik vind dit maar ingewikkelde vragen. Het is waar dat Gods kind brood en water krijgt vanuit het volbrachte werk van Christus. Zie Jesaja 33:16. In het genadeverbond liggen ook de tijdelijke zegeningen van Gods Kerk verankerd. Maar de Schrift toont ons ook overduidelijk: ‘Gij doet Uw hand open, en verzadigt al wat er leeft, naar Uw welbehagen’ (Ps. 145:16). Wat zal het zijn als al dat genadebrood in de dag der dagen tegen ons zal getuigen! Want het waren de handen waarmee Hij hemel, aarde, en alle schepselen onderhield. En dat zijn en waren tevens doorboorde handen. Dat waren dezelfde handen waardoor Hij alle dingen ons doet toekomen. Dat waren dezelfde handen waarmee Hij de schepselen zo regeert zodat zij zich tegen Zijn wil niet roeren noch bewegen kunnen. Geliefde lezer, aan deze Voorzienigheid Gods ligt een offer ten grondslag. Als we dat gaan zien, is alles wat ik krijg en kreeg boven de hel onverdiend en verbeurd.
Wachten voor overdaad
‘Leer ons voor overdaad ons wachten…’, zo vervolgt het lied. Tja, dat past er wel bij in onze tijd. Ik moest denken aan wat wijlen mijn vader ooit eens in de kerkbode van Gorinchem schreef, nu bijna 42 jaar geleden, onder het kopje ‘Brood over de balk gegooid!’. In het licht van biddag neem ik het maar over, ter overdenking en tot opscherping.
‘Zomaar een berichtje uit de krant van 13-11-81. Het gaat slecht met onze economie, maar dat is niet aan alles te merken. Per jaar verdwijnen er op zijn minst 78 miljoen broden in de vuilnisemmer. (…) Wellicht heeft het ook ons wat te zeggen. Laat een ieder voor zich in eigen huis eens aan de andere kant van de balk kijken. Vroeger zei men wel: kruimeltjes is ook brood. Het komt ook voor dat pakjes brood, die met zorg en liefde door de moeders worden klaar gemaakt, achteloos door scholieren worden weggegooid. De honger wordt dan bij patatkramen gestild’. Denk hier op de biddag ook eens over na. Misschien zijn er ouders die dit lezen en hierover eens een gesprekje met hun kinderen kunnen aanknopen. ‘Dat w’ ons gedragen als ’t behoort’!
Het hemelse betrachten
‘Doe ons het hemelse betrachten; sterk onze zielen door Uw Woord’, zo besluit de ‘Bedezang voor het eten’. Het eindigt dus met hemels brood. ‘Zij werden daag’lijks begenadigd, met manna, hemels brood, verzadigd. Gods hand bracht in dat dorre oord, rivieren uit een steenrots voort’, zo zingt de dichter van Psalm 105. De Heere Jezus zei tegen de Joden: Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel. Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft’ (Joh. 6:32-33).
Wat aangrijpend dat in dit hoofdstuk het hemels brood over de balk werd gegooid! Velen van Jezus’ discipelen gingen terug en wandelden niet meer met Hem.
Biddag in lijdenstijd
Laat op de biddag aards en hemels brood niet te veel gescheiden worden! Het komt immers uit dezelfde hand? Ja, laat ons vanuit het beeld van het aardse brood opklimmen tot het hemels Brood, Jezus Christus, Die het nam, dankte en brak voor hun ogen. Hij brak het Zelf, liet dat niet over aan Petrus of Johannes. En gedankt(!) hebbende, brak Hij het. Daarbij gaf de Zaligmaker aan: het is goed zo. Zoals de Vader het wil, zo wil Ik het.
Dan wordt het biddag in lijdenstijd: ‘Doe ons het hemelse betrachten, sterk onze zielen door Uw Woord’. Het vleesgeworden Woord Dat onder ons heeft gewoond, moest sterven om hongerige zielen te spijzen en te laven met het levende Brood, Jezus Christus. Laten we daarom bidden op de biddag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 2023
De Saambinder | 24 Pagina's
