Met een lege liefdestank is het lastig reizen
Hoe komt het dat maar zo weinig echtparen erin slagen om de liefde levend te houden als ze getrouwd zijn? Volgens de auteur van ”De vijf talen van de liefde” zien getrouwden één fundamentele waarheid over het hoofd. Ze spreken verschillende liefdestalen.
George en Femke bestaan niet echt. En toch ook weer wel. Hun huwelijk staat symbool voor relaties waarin de echtgenoten niet hebben geleerd elkaars taal te spreken. Elkaars liefdestaal, welteverstaan.
Dat mensen op verschillende manieren hun liefde uiten, is in 1992 beschreven door de Amerikaanse voorganger en relatietherapeut dr. Gary Chapman. Zijn boek ”De vijf talen van de liefde” mag inmiddels wel een klassieker heten. Wereldwijd zijn er al meer dan dertien miljoen exemplaren van verkocht. In Nederland verscheen vorig jaar de 28e druk van de oorspronkelijke editie. De schrijver heeft zelfs een eigen radioprogramma waarin stellen relatieproblemen aan hem voorleggen.
In de bestseller constateert Chapman dat het verlangen naar romantische liefde binnen het huwelijk diepgeworteld is in onze ziel. Hoe komt het dan, vraagt hij zich af, dat maar zo weinig echtparen het geheim vinden om na hun trouwdag de liefde levend te houden? Het probleem is volgens de schrijver dat we een fundamentele waarheid over het hoofd zien. Wij spreken verschillende talen der liefde.
Man en vrouw spreken zelden dezelfde liefdestaal. Als kind ontwikkel je een eigen ‘moedertaal’ die past bij je persoonlijkheid en —als je een liefdevolle opvoeding hebt gehad— bij de manier waarop ouders en anderen hun liefde voor jou hebben getoond. Je bent geneigd die ‘moedertaal’ te spreken en je raakt in de war als je huwelijkspartner niet begrijpt wat je communiceert. Je uit je liefde, maar de boodschap komt niet over omdat je —voor hem of haar— een vreemde taal spreekt.
In principe bestaan er vijf liefdestalen. We kunnen onze liefde laten blijken door het geven van het beste deel van onze tijd, bemoedigende woorden, cadeaus, hulpvaardigheid en lichamelijke aanraking. Binnen deze vijf categorieën is er sprake van allerlei ‘dialecten’ die mensen spreken.
1. POSITIEVE WOORDEN
Verbale complimenten, of woorden van waardering, zijn sterke middelen om liefde over te brengen. Op een dag loopt er een vrouw de spreekkamer van Chapman binnen. Ze probeert haar man al negen maanden zover te krijgen dat hij de slaapkamer verft. „Weet uw man dat u dit wilt?” vraagt de relatietherapeut. „Dat weet ik zeker”, zegt ze. „Ik zeur er al negen maanden om.”
„Doet uw man wel eens iets goeds? De vuilniszak buiten zetten, de rekeningen betalen, zijn jas ophangen?” „Ja”, zegt ze.
„Dan heb ik twee suggesties. De eerste is: zeg nooit meer dat hij de slaapkamer moet verven. Hij weet het al. De tweede is: Als uw man iets goeds doet, geeft u hem een verbaal compliment. Bob, ik vind het fijn dat je de vuilniszak buiten hebt gezet.”
Drie weken later is de vrouw terug. „Het werkte.” Haar complimenten motiveerden meer dan haar gezeur.
Liefde tonen, moet natuurlijk geen truc zijn om iets van iemand gedaan te krijgen. Het doel is dat je iets doet voor het welzijn van degene van wie je houdt. Maar het is een feit dat wanneer je positieve woorden ontvangt, je veel eerder wat terug zult doen.
Liefde is vriendelijk, schrijft de hulpverlener verder. Als we liefde verbaal willen communiceren, moeten we vriendelijke woorden gebruiken. Het is de toon die de muziek maakt. De uitspraak: „Ik voelde me gekwetst en teleurgesteld omdat je vanavond niet aanbood me te helpen”, uitgesproken op een eerlijke, vriendelijke manier, kan een uiting zijn van liefde. De man die zegt: „Die appeltaarten die jij bakt, zou je er deze week eentje van kunnen bakken? Ik ben gek op jouw appeltaart”, laat zijn vrouw zien hoe zij hem kan liefhebben en daardoor intimiteit op kan bouwen. De echtgenoot die zegt: „’k Heb sinds de baby geboren is geen appeltaart meer gehad en ik zal er de komende achttien jaar ook wel geen meer krijgen”, uit zich volgens Chapman niet op een volwassen manier.
2. SAMEN ZIJN
Met de liefdestaal ”samen zijn” wordt bedoeld dat je iemand je onverdeelde aandacht geeft. Bijvoorbeeld door iets te ondernemen waar de ander blij van wordt. (Een oppas regelen en uit eten gaan. Samen wandelen. Met de kinderen praten over school. Picknicken met het gezin.) Of door met elkaar te praten. Een echt gesprek hebben. De ander aankijken, niet intussen de krant lezen en niet meteen met oplossingen komen. Luister naar gevoelens, adviseert de schrijver. Weiger elkaar in de rede te vallen. Onderzoek heeft aangetoond dat iemand slechts zeventien seconden luistert voordat hij de ander in de rede valt en zijn eigen gedachten ertussen werpt.
Samen praten vereist niet alleen vriendelijk luisteren, maar ook jezelf blootgeven.
3. CADEAUS KRIJGEN
Een geschenk is iets wat je in je hand kunt houden en waarvan je kunt zeggen: „Kijk, hij heeft aan mij gedacht” of: „Ze was mij niet vergeten.” Een moeder kan zich de dag herinneren waarop haar kind haar een bloem uit de tuin gaf. Zij voelt dat haar kind van haar houdt, ook al was het een bloem die niet geplukt mocht worden. Zichtbare symbolen van liefde zijn voor sommige mensen belangrijker dan voor andere. Als het ontvangen van cadeaus je moedertaal der liefde is, zul je grote waarde hechten aan de ring die je van je partner krijgt, en je zult hem met trots dragen. Je zult geroerd zijn door andere geschenken die je in de loop van de jaren ontvangt. Je zult ze zien als uitingen van liefde.
4. DIENEN
Dienen is dingen doen die je man of vrouw fijn vindt. Eten koken, de afwas doen, haren uit het putje halen, de baby een schone luier geven, de garage schoonmaken, het gras maaien, de hond uitlaten. Je hebt er denkwerk, planning, tijd, inspanning en energie voor nodig. Als ze gedaan worden met een positieve instelling zijn het uitingen van liefde.
„Sommigen van ons zullen bij het aanleren van de liefdestaal ”dienen” hun stereotypen over de rol van man en vrouw opnieuw moeten onderzoeken”, aldus Chapman. We volgen namelijk al snel het rollenpatroon van onze eigen ouders. „Hoe u er ook over denkt, de kans is groot dat uw huwelijkspartner wat anders tegen rolpatronen in het huwelijk aankijkt dan u.”
5. LICHAMELIJK CONTACT
Voor sommigen is lichamelijk contact de moedertaal der liefde. Zonder aanraking ervaren zij geen liefde. Met lichamelijk contact zit hun emotionele tank vol en voelen zij zich veilig in de liefde van de huwelijkspartner. Het huwelijk van Patsy en Pete komt onder spanning te staan als hij zich begraaft in zijn werk. Patsy, wier moedertaal ”samen zijn” is, zoekt haar gezelschap daarom buitenshuis. Ze raakt Pete ook niet meer aan, zonder te weten dat fysiek contact zíjn liefdestaal is. Pas als ze in therapie gaan, leren ze elkaars taal spreken.
„Ik had haar nooit gezegd dat ik graag aangeraakt wilde worden”, zegt Pete achteraf.
„Hoewel mijn hart erom schreeuwde. In onze verkeringstijd had ik altijd het initiatief genomen om haar te omhelzen, te zoenen, haar hand vast te houden en ze had dat altijd beantwoord. Ik voelde dat ze van me hield. Maar nadat we getrouwd waren, reageerde ze soms niet op mijn aanrakingen. Ik trok mij dat persoonlijk aan. Ik dacht dat ze me niet meer aantrekkelijk vond. Toen besloot ik geen initiatief meer te nemen omdat ik niet afgewezen wilde worden.”
De beschrijving van de vijf liefdestalen geven woorden aan moeilijkheden die je in het huwelijk kunt ervaren, maar die lastig zijn om te benoemen, waardoor je soms zomaar in een wrokkige bui belandt en de verwijten heen en weer vliegen.
„Mensen hebben de neiging hun huwelijkspartner het meest te bekritiseren op het gebied waar zij zelf de grootste emotionele behoeften hebben”, leert Chapman. „Hun kritiek is een effectieve manier om naar liefde te vragen. Als we dit inzien, kan het ons helpen om beter met hun kritiek om te gaan. Een vrouw kan dan tegen haar man zeggen nadat hij haar kritiek heeft gegeven: „Dit is, geloof ik, vreselijk belangrijk voor jou. Kun je uitleggen waarom het zo belangrijk is?” Kritiek heeft vaak uitleg nodig. Door zo’n gesprek aan te gaan, kan de eis uiteindelijk omslaan in een verzoek.”
Even de emoties parkeren dus. Samen graven naar waar de pijn zit. Om opnieuw te ontdekken dat die ander van je houdt. Die liefde was er al wel, maar je zag haar niet. Omdat je man of vrouw een andere taal sprak.
Eten koken, haren uit het putje halen en de baby een schone luier geven, kunnen uitingen van liefde zijn
Femke
Onze trouwdatum komt eraan. De agenda is nog leeg op die dag. Ik kras met stevige halen een kruis door het wit. De penpunt groeft het papier. VRIJ HOUDEN. Voor een museumbezoek of een citytrip. Een wandeling over de hei. Een terras.
Ik voer mijn beste argumenten aan. De kinderen kunnen best een dag voor zichzelf zorgen, George. Ze hebben ons niet meer nodig. Ik heb zo naar dit moment uitgezien. We liepen elkaar voorbij, weet je nog? Tijdens de verbouwing was er geen tijd om er samen uit te breken. Geen geld ook, trouwens.
Je mompelt wat. Het vonkt niet in je ogen. O, kom op. Je hebt veel te doen? Een slap excuus. Het voelt alsof de pen nu mijn hart raakt. De punt is scherp.
Ik houd van je. Nog steeds. Ga met me mee.
George.
Ik haal mijn schouders op als je de agenda laat zien. Liefde is voor mij niet aan een datum gebonden. Ook niet aan een bepaalde plek trouwens. Op zaterdag pruts ik graag een beetje in de schuur. Dat moet ook wel, want er is altijd wel wat te doen. Het gras maait zichzelf niet. Bovendien ben ik de hele week al van huis. Doe mij een bak koffie aan m’n eigen keukentafel. Samen met jou, Fem.
Ik pak je even vast, terwijl je bezig bent. Ik zie je graag en ik voel je graag. Waarom draai je nu van me weg? Je bent bezig? Het zal wel. Ik wil je niet dwingen, natuurlijk niet. Als het niet vrijwillig is, hoeft het van mij niet. Maar ik kan niet ontkennen dat ik het koud heb. Die tank vanbinnen is leeg. Er zitten hooguit nog wat druppels in. Kom, Fem. Raak me aan. Als ik je hand voel, kan ik er weer tegen.
“VERSCHILLEN KUNNEN OOK EEN ZEGEN ZIJN”
Geurt en Gerjanne van Lagen proberen als het even kan samen de dag door te nemen. Als hij ’s middags rond vijven thuiskomt in hun jarendertighuis in Kampen-Zuid, ploffen ze even neer aan de keukentafel. Even, want het eten staat op en de kinderen dwarrelen om hen heen. Beiden werken op de Pieter Zandt Scholengemeenschap, hij als coördinator, zij als docent Nederlands. Gerjanne (35) is deze maanden met verlof. Half juli beviel ze van hun vijfde kindje, Fieke. Een meisje dat extra zorg vraagt omdat artsen een genetische afwijking vermoeden.
Samen praten is dus wel nodig, concludeert Gerjanne, „nu we allebei druk zijn met hoe het leven loopt. Geurt met school en studie, ik met Fieke, het ziekenhuis, sociale contacten, huishouden en gezin. Voor je het weet leef je langs elkaar heen. Je kletst wel over oppervlakkigheden, maar duikt dan je eigen leven weer in. Voor een week is dat niet erg, maar ik wil me ervoor hoeden dat zo’n situatie langer duurt. Dan vind ik er niets meer aan. Dan heb ik hem al zo lang niet écht gesproken.”
Gerjanne schetst hoe een gesprekje aan de keukentafel op zo’n moment zou kunnen verlopen.
„„Ik mis je”, zeg ik dan tegen Geurt.
„Doe normaal”, zegt Geurt. „Je ziet me toch elke dag?”
„Ja, maar mijn hart mist jouw hart. We praten wel, maar ik wil dieper contact. Meer dan: „het was koud op de fiets” en „Linde had een acht voor rekenen.” Daar laadt mijn liefdesbatterij niet van op.”
Het verdere verloop van het gesprek legde misschien wel een typisch verschil tussen man en vrouw bloot, denkt Gerjanne. „„Oké”, zei Geurt, „waar wil je het nu over hebben?” Tijdens zo’n gesprek merk je dat je elkaar niet helemaal verstaat. Ik heb de behoefte om van hart tot hart te spreken, voor Geurt is dat niet noodzakelijk.”
Het echtpaar weet na twaalf en een half jaar huwelijk dat een gesprek voeren op gevoelsniveau niet de liefdestaal van Geurt is. Dat ze een andere behoefte hebben als het over liefde gaat. En dat verwijten maken dus geen zin heeft. Na een paar jaar huwelijk stelden ze elkaar een belangrijke vraag: Wat heb jij nodig voor een volle batterij?
Gerjanne: „Hij zei: „Als ik jou een knuffel geef, ook al sta je te koken, dan vind ik het ijn dat je er voor mij bent.” Ik doe hem een groot plezier als ik een persoonlijk cadeautje voor hem koop en als ik hem spontaan een kus geef. Dat vindt hij heel ijn. Ten diepste begrijp ik het niet: iedereen kan een cadeau voor je kopen, dat is toch geen liefdesintimiteit of zo? Het is mij een groot raadsel waarom een cadeautje zoveel met je kan doen. Maar nu ik Geurts taal ken, spreek ik die uit liefde voor hem.”
Hoe je liefde uit, hangt vaak samen met je opvoeding en je persoonlijkheid. Gerjanne herkent dat. „Ik ben totaal niet kusserig opgevoed. Mijn ouders en ook mijn broers en zussen zijn niet op lichamelijk contact gericht. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor mijn niet zo grote behoefte aan lichamelijk contact. Het tonen van belangstelling naar anderen was wel belangrijk voor mijn ouders. Als iemand jou een vraag stelt, leerde ik van hen, dan stel je een wedervraag. Je moet niet altijd over jezelf praten.”
Dat man en vrouw elkaars behoefte leren kennen, is een mooi begin, maar je moet ook in die behoefte willen voorzien, vindt Gerjanne. „Dat betekent niet dat je elke week je man met cadeautjes hoeft te overladen, omdat hij dat graag wil, of elke dag een diepzinnig gesprek hoeft te voeren omdat je vrouw dat wil, maar wel dat je aanvoelt wat de ander nodig heeft. Dat zou de oplossing kunnen zijn voor veel huwelijksconlicten.”
Wat tot op de dag van vandaag een beetje wringt bij haar, is dat partners die elkaar willen liefhebben door de taal van de ander te spreken, dat in zekere zin niet van harte doen. „Als ik dolgelukkig met thee op de bank zit omdat we een ijn gesprek hebben gehad, kan die gedachte bij me opkomen. Stel dat Geurt denkt: Zo, Gerjannes batterij is opgeladen, dat is ook weer afgevinkt? Ergens zou dit gesprek dan een gekunstelde poging zijn. Je wilt dat iets echt is. Tegelijk maakt de liefde waarmee de gevende partij iets doet veel goed. Dat de ander zich opoffert, mag je als een geschenk ontvangen.”
Een van de dingen die het stel in de achterliggende jaren leerde, zegt Gerjanne, is dat in de verscheidenheid tussen man en vrouw de kracht van de eenheid ligt. Een wijsheid die ze graag had bezeten aan het begin van hun huwelijk. „God schiep man en vrouw bewust verschillend. Geurt heeft wat ik niet heb en andersom. We benadrukken soms het lastige aspect hiervan, terwijl je de verschillen ook als een zegen kunt zien. Juist door de verscheidenheid ben je in staat elkaar aan te vullen en in elkaars behoeften te voorzien.” Dat geldt als het aan haar ligt ook voor de soms betwiste aanwijzingen in het huwelijksformulier dat je als vrouw niet heerszuchtig moet zijn over je man, maar in wijsheid moet zwijgen. „Ik vind dat ik mijn mening mag geven over serieuze zaken, maar als het erop aankomt heeft de man beslissingsbevoegdheid. Dat ervaar ik eerder als een verademing dan als een last.”
LEES OP TERDEGE.NL GERJANNES BLOG
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 oktober 2020
Terdege | 162 Pagina's
