Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reformatie ontwikkelde nieuwe huwelijksen gezinsmoraal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reformatie ontwikkelde nieuwe huwelijksen gezinsmoraal

Protestantisme bracht ‘seksuele’ revolutie in kerk én samenleving

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Reformatie was niet alleen een geestelijke beweging die op een nieuwe manier naar de verhouding tussen God en mens keek. Ze heeft ook voor het alledaagse leven belangrijke consequenties gehad. De Reformatie veroorzaakte een seksuele revolutie: na eeuwen waarin het celibaat als een hogere levensstaat was beschouwd, werd het huwelijk de nieuwe norm en het gezin de door God gewilde samenlevingsvorm.

Nu bestonden er voor de zestiende eeuw natuurlijk ook al gezinnen. In vrijwel alle culturen zijn sinds mensenheugenis kinderen opgegroeid bij hun eigen vader en moeder. Maar de waardering voor het gezin als samenlevingsvorm is in de loop der geschiedenis aan de nodige verandering onderhevig geweest.

In het jodendom stonden huwelijk en gezin hoog aangeschreven. Ze toonden de goedheid van Gods schepping. Het verkrijgen van nageslacht had ook een bijzondere betekenis als doorgaande lijn naar de komende Messias. Mede onder invloed van het Griekse denken van Plato en andere filosofen ontwikkelde het christendom een andere, negatieve visie op lichamelijkheid. Het rijk van de geest werd als ver verheven gezien boven het zien- en zinlijke. Paulus heeft daar ook een bijdrage aan geleverd.

De waardering voor maagdelijkheid boven het huwelijk leidde in het westerse christendom tot het celibaat voor kloosterlingen. In de twaalfde eeuw werd een verplicht celibaat voor de gehele geestelijkheid afgekondigd. “Alle liefde voor de vrouw van een ander of te veel liefde voor de eigen vrouw is een schande. Een man die veel van zijn vrouw houdt is een overspelige”, schreef de dertiende-eeuwse Franse dominicaan Vincent van Beauvais, die daarmee het standpunt van de Kerk zuiver verwoordde. Een en ander vond zijn uitdrukking in de verering van het Heilig Maagschap. Grootmoeder Anna, moedermaagd Maria en het kindeke Jezus stonden bekend als Anna te Drieën. Ze werden als zodanig vereerd en aangeroepen.

Wending bij Reformatie

De Reformatie bracht daar op revolutionaire wijze verandering in. Dat maagdelijkheid hemels was en het huwelijk aards, werd verworpen. Als voormalige kloosterling gaf Maarten Luther het goede voorbeeld door met een uitgetreden non in het huwelijk te treden. De waardering voor huwelijk, gezin en seksualiteit nam sterk toe. Het gezin werd daarmee een plaats die als microcel fungeerde waar God gediend en aangeroepen kon worden – evengoed als in kloosters en kerken.

Met de afschaffing van het celibaat voor de geestelijkheid heeft de Reformatie ook het instituut van de kloosters van hun verheven karakter ontdaan. Man en vrouw vonden in het huwelijk hun hoogste bestemming. Waar katholieken het huwelijk als een ‘noodzakelijk kwaad’ voor de voortplanting zagen, kreeg het nu een waarde in zichzelf, los van eventuele kinderen.

Het Concilie van Trente bevestigde in reactie op de Reformatie de traditioneel katholieke standpunten. Tegelijkertijd werd de oude moederkerk beïnvloed door de seksuele revolutie die de Reformatie had ontketend. Het Heilig Maagschap van Anna, Maria en Jezus maakte in de zestiende eeuw plaats voor het Heilig Huisgezin. De plaats van grootmoeder Anna werd verdrongen door Jozef die als huisvader zijn plek op kwam eisen. Anna mocht nu hooguit nog als grootmoeder haar wijze opvoedkundige lessen aanbieden, maar speelde voortaan in de devotie geen hoofdrol meer.

Tegelijkertijd weerspiegelde de opkomende devotie van Sint Jozef en het Heilig Huisgezin de economische werkelijkheid aan de vooravond van de Reformatie. De opkomst van economische specialisatie in ontwikkelde en geürbaniseerde gebieden leidde tot veranderingen in de samenstelling van veel huishoudens. Gezinnen vormden niet langer grote, deels zelfvoorzienende gemeenschappen met drie of meer generaties plus nog een reeks personeelsleden onder één dak. Dergelijke overblijfselen uit feodale tijden werden in de loop van de vijftiende eeuw afgeschaft.

Het zogenaamde kerngezin, bestaande uit twee generaties (ouders en kinderen), werd het nieuwe model waarmee de samenleving werd ingericht. Dit schiep ook nieuwe, meer emotioneel geladen relaties tussen deze twee generaties. Gezinshistorici zijn het er over eens dat drie onlosmakelijk met elkaar verbonden factoren hebben geleid tot de geboorte van het kerngezin: het kapitalisme en de daarmee gepaard gaande economische specialisatie, het protestantisme en de nieuwe huwelijks- en gezinsmoraal, en tenslotte de opkomst van de burgerij, een nieuwe groep in de samenleving die los van feodale banden en dankzij het kapitalisme zelfstandig een welvarend bestaan wist op te bouwen.

Gezin als kleine kerk

De Reformatie had sterk ingezet op het huwelijk. Die missie werd in de tweede helft van de zeventiende eeuw met hernieuwde ijver opgepakt door geestelijke leiders die verder wilden werken in het kielzog van de Reformatie. Engelse puriteinen en Nederlandse ‘nadere reformatoren’ verlangden naar een samenleving die meer beantwoordde aan de geboden van God, die meer liet zien van, zoals zij dat graag uitdrukten, de kracht der godzaligheid.

Mannen als Petrus Wittewrongel en Jacobus Koelman maakten het gezin mondig. Ze droegen daarmee bij aan een emanciperende rol voor ‘gewone’ vaders en moeders, voor leken, die een eigen rol en positie kregen ten opzichte van de kerk, van predikanten en ouderlingen. Het was hún taak om hun kinderen godsdienstig te vormen, als priesters in het huisgezin. De primaire opvoedingstaak lag bij de ouders, daarna volgden kerk en school. Het gezin kreeg een symbolische rol toebedeeld als “kleijne kercke”, het spiegelbeeld van Gods huis. De katholieken zagen dat anders: de clerus behield graag het primaat aan zichzelf en wantrouwde de ouders een beetje wat de godsdienstige opvoeding betrof.

Desnoods, zo schreven Wittewrongel en Koelman, moet de roede gehanteerd worden. Maar dat is het uiterste middel; als woorden niet meer helpen, kan een stevig pak slaag wellicht uitkomst bieden. Zo’n tuchtiging diende gepaard te gaan met Bijbelse vermaningen. In drift erop los timmeren werd als een kwade zaak gezien; weloverwogen tuchtiging daarentegen zagen zij als geoorloofd voor halsstarrige kinderen. “Daer moet dan hier wesen de roede in de handt”, aldus Wittewrongel, “ende het woordt in den monde.”

Koelman was zo mogelijk nog strenger. In zijn geschriften pleitte hij voor vroege godzaligheid: je kon er niet vroeg genoeg mee beginnen. In zijn adviesboek De pligten der ouders uit 1679 gaf hij voorbeelden uit het Engelse puritanisme ter navolging. Ook vervaardigde hij catechismussen voor de huisgodsdienst. Zo kregen kinderen kennis van de geloofsleer, de bijbelse geschiedenis en de godzaligheid.

In zijn voorwoord tot de ouders zette hij de zaak op scherp. Het doel van de godzalige opvoeding was voor Koelman alles in het werk stellen wat in ’s mensen vermogen ligt om kinderen te behouden: “Gryptse uit het vier, uit de vlammen van de hel”, zo vermaande hij. Dat was taal die de zeventiende-eeuwer verstond. Maar algehele bijval vond Koelman niet. De Gouden Eeuw was minder streng dan de Nadere Reformatie. Het was de eeuw van Jacob Cats, die met erasmiaanse gematigdheid stelde dat pubers eerst een paar narrenschoenen moesten verslijten voor ze “recht wijs” zouden zijn. Laat ze eerst maar een beetje puberen, als ze volwassen zijn komt het wel goed. Zo liepen binnen het protestantisme in de opvoedingsidealen de wegen uiteen. De huwelijksethiek werd breed gedeeld, waarin trouw, liefde en gedeelde zorg voor nakroost centraal stond.

Cultus van huiselijkheid

Veranderingen in de mentaliteit rond het huwelijk zouden met name vanaf de negentiende eeuw zichtbaar worden. De verburgerlijking van de samenleving ging gelijk op met een nieuwe huiselijkheidscultus waarbij de vrouw meer dan voorheen haar taak binnenshuis en in de zorg voor het gezin vond – in de zeventiende eeuw had ze relatief veel handelingsvrijheid gehad in de publieke ruimte. Het beginnende individualiseringsproces leidde tot een romantisering van relaties: waar je vroeger vooral een verstandige (of verstandelijke) keuze deed voor een huwelijkspartner, koos je nu uit liefde (of verliefdheid). Een en ander werkte door in het gezinsleven waarin een zogeheten vertederingsproces plaatsvond.

Schrijvers van dagboeken ontwikkelden een talig repertoire over het innerlijk familieleven dat we niet eerder hadden gelezen. Dat vertederingsproces ging natuurlijk moeilijk samen met een hard bestaan in de fabriek, dus speelde zich voor een belangrijk deel in de hogere standen af. De Réveilman Willem de Clercq is daar een goed voorbeeld van. Hij was een fenomenaal dagboekschrijver die de ontwikkeling van zijn zoon Gerrit nauwgezet administreerde. Tot in kleine details werd alles vastgelegd, vanaf de geboorte van Gerrit, hoe zijn vrouw begon “te kraken”, hoe de pijn toenam, welke “ontzettende ogenblikken” er volgden, en dan de euforie over de geboorte van “mijn Gerrit” en hoe “allerliefst” hij er uit ziet.

Bij het opgroeien verzuchtte de vader vele klachten over de “lelijke ondeugden” die zich in zijn zoon openbaarden. Maar vader Willem registreerde ook zijn gewetensvorming en legde daarmee zowel het vertederingsproces als de praktijk van protestantse opvoeding vast: “Toen hij een stukje lekkers gedeeld had, zeide hij: ‘Ik heb altijd zulk een plezierig gevoel als ik iets goeds gedaan heb, veel plezieriger alsof ik nog zoveel lekkers gegeten had. En als ik gulzig ben geweest dan spijt het mij, want dan is alles toch op. Is dat nu het geweten?’”

Actualiteit

Huwelijk en gezin kregen door de Reformatie een nieuwe betekenis. Reproductie was niet het primaire doel van de echtverbintenis. Het ging om het samenleven van man en vrouw waarin beiden tot hun bestemming kwamen. De kinderzegen was de bekroning daarvan, maar het huwelijk werd niet als mislukt beschouwd als die zegen uitbleef. De huwelijksethiek van trouw, liefde en gedeelde zorg voor de kinderen was niet specifiek protestants maar eerder algemeen-christelijk ingekleurd.

Aanvankelijk onderscheidde het protestantisme zich door het ontketenen van een seksuele revolutie, waarin het huwelijk een eervolle plaats kreeg toebedeeld. In later tijd kreeg het christelijke huisgezin als specifiek protestantse invulling van samenlevingsvormen een eigen accent in de voortgang van het evangelie onder nieuwe generaties.

Echtscheidingen zijn er altijd geweest, evenals gebroken gezinnen. Maar met de romantisering en individualisering van de relaties is dit fenomeen sterk toegenomen, met een versnelling eind twintigste, begin eenentwintigste eeuw. Bezinning op het belang van huwelijk en gezin is voor het protestantisme anno 2022 geen overbodige luxe. In de kakafonie van deze dagen over vrije seksuele relaties, huwelijken voor mensen van gelijk geslacht, LHBT- QI-rechten en de tegenbeweging Bijbels Beraad M/V is het voor de erfgenamen van de Reformatie zaak om ook dit deel van het erfgoed van de Reformatie opnieuw in overweging te nemen.


Verder lezen

David Bos en John Exalto (red.), Genot en gebod. Huwelijk en seksualiteit in protestants Nederland vanaf 1800 (Utrecht 2019).

Dirk Damsma, Familieband. Geschiedenis van het gezin in Nederland (Utrecht/Antwerpen 1999). Leendert Groenendijk, De nadere reformatie van het gezin. De visie van Petrus Wittewrongel op de christelijke huishouding (Dordrecht 1984).

Leendert Groenendijk en Benjamin Roberts (red.), Losbandige jeugd. Jongeren en moraal in de Nederlanden tijdens de late middeleeuwen en de vroegmoderne tijd (Hilversum 2004).

Susan Karant-Nunn, ‘Reformation Society, Women and the Family’ in: Andrew Pettegree (red.), The Reformation World (London 2000) pp. 433-460.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 2022

Protestants Nederland | 44 Pagina's

Reformatie ontwikkelde nieuwe huwelijksen gezinsmoraal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 2022

Protestants Nederland | 44 Pagina's