Profiel van de Koning
Zo zingt een bekend Kerstliedje. Maar wat voor koning is dat dan? Wat doet hij en hoe ziet zijn profiel eruit? Met die vraag was ook de anonieme kunstenaar in de weer, die rond 1517 in Antwerpen dit drieluik maakte. Gelukkig kon hij daarbij terugvallen op de Biblia Pauperum, de Bijbel der armen. Dit boek werd vooral door monniken gebruikt bij het onderwijs in kloosterscholen. Juist in de late Middeleeuwen is deze Armenbijbel heel populair geworden en nagevolgd. Zo ook door deze schilder.
Zo’n drieluik bestaat uit een middenstuk met aan weerszijden een zijpaneel. Het grote middenpaneel is het hart, het centrum, de blikvanger: de aanbidding van de drie wijzen uit het Oosten (Matth. 2:11). We zien Maria, traditioneel in maagdelijk blauw, met het Kind Jezus op schoot. Jozef, die met de hoed in de hand terzijde achter Maria staat, ziet verwonderd toe, hoe de oudste wijze neerknielt voor het Kind. Zijn kroon met hoed ligt voor de voeten van Maria.
Op het linkerpaneel zie je een tafereel uit het Oude Testament (2 Sam. 23: 13-18). David staat onder een baldakijn met naast zich waarschijnlijk een raadsheer en voor hem drie vrienden, die hem zojuist een kruik water hebben overhandigd. David had namelijk in een mix van heimwee en nostalgie uitgeroepen: “Wie zal mij water te drinken geven uit de put van Bethlehem?” De drie vrienden reageren onmiddellijk en met gevaar voor eigen leven waren ze ’s nachts naar het door de Filistijnen bezette Bethlehem gelopen om een kruik water te halen. David is zo ontroerd dat hij het als een dankoffer uitgiet voor de Here God.
Op het rechterpaneel zie je de koningin van Sheba in het wit, gevolgd door drie hofdames. Zij was zo geraakt door de roem van Salomo’s wijsheid, dat zij de verre reis ondernam om de jonge koning een geschenk aan te bieden (1 Kon. 10: 1-13). Achter en naast Salomo staan enkele lakeien.
Wat hebben deze twee oudtestamentische verhalen te maken met de wijzen uit het Oosten? Nu komen wij in aanraking met een Bijbelinterpretatie, die zijn oorsprong heeft in vroege kerkvaders als Augustinus en Ambrosius. Men zag het Oude Testament als prefiguratie, voorafbeelding van het Nieuwe Testament. De voettocht en het geschenk van de vrienden van David en de reis en het cadeau van de koningin van Sheba worden hier een symbool, een prototype van de lange reis en koninklijke geschenken van de wijzen uit het Oosten. David en Salomo verwijzen in het Oude Testament naar ‘Davids Zoon, lang verwacht’ in het Nieuwe Testament: Jezus, die meer is dan Salomo (Matth. 12:42). In David en Salomo zien wij iets van het profiel van de Messiaanse koning zoals God die had bedoeld: rechtvaardig, wijs en zacht. Heel Psalm 72 klinkt hier in mee. Want wat is het profiel van die koning?
Hij zal de redder zijn der armen,
hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen
hun eenzaamheid nabij.
Uiteraard hadden David en Salomo nog veel zonden en gebreken. En toch licht er in hun manier van doen iets op van het Messiaanse koningschap. De vólle allure hiervan breekt door in Christus. Hij geeft de ware vrede en in Hem ziet de schilder de ultieme vervulling van de genade van David (2 Sam. 9: 3 en 7) en van de wijsheid van Salomo. Wat bij David en Salomo in beginsel aanwezig was, komt er bij Jezus helemaal uit: Hij is vol genade, wijsheid en waarheid (Luc. 2:40 en Joh. 1: 14). In Hem krijgt dat nieuwe Koninkrijk een gezicht. Dat is het wat deze schilder in dit drieluik wil overbrengen.
Opmerkelijk, dat het getal drie hierbij een belangrijke rol speelt. Drie wijzen uit het Oosten, drie vrienden van David en de koningin van Sheba met haar drie hofdames. Ook opvallend, dat David en Salomo ieder onder een baldakijn zitten, terwijl het Kind Jezus met Maria onder een rond koepelgewelf gesitueerd zijn. En daarboven zweven drie engelen als om aan te geven hoe uniek deze Koning is: niet zomaar een kind, maar een Kind van hemelse komaf, de Zoon van God!
Dit drieluik laat ons ook zien, dat de bevrijding door Christus niet los verkrijgbaar is; niet los van het Oude Testament en ook niet los van het Joodse volk. Eén detail maakt dit nog extra duidelijk. Het gebouw achter de in het rood geklede wijze heeft iets van een ruïne. Helemaal op de voorgrond is zelfs een afgebroken sokkel te zien. Dit slaat op het vervallen Huis van David na de ballingschap. Maar het is ook een prototype dat verwijst naar Jezus als de Verlosser die alles zal herstellen.
Denk aan de profetie van Amos 9:11:
‘Dan zal Ik het vervallen huis van David herbouwen,
Ik zal de muren herstellen en opbouwen wat is neergehaald,
Ik zal het in zijn vroegere luister herstellen.’
Een geweldige belofte! Het nodigt ons uit, de wijzen in aanbidding te volgen.
Kom, laten wij aanbidden, die Koning!
Bronnen:
Alte Meister, Städel Museum, Frankfurt am Main, 2011 Noordmans,O: Gestalte en Geest in: Verzamelde Werken, deel 8, Kampen, 1980
Timmers, J.J.M.: Symboliek en iconographie der christelijke kunst, Roermond-Maaseik, 1947
Dit nummer van Ecclesia is een dubbelnummer. De lezer treft er onder meer een kerstverhaal in van Joke Verweerd dat zij voor Ecclesia schreef. Daarnaast is er een artikel van de hand van de heer H. Boele over de kerstprediking van Kohlbrugge. Ondergetekende besteedt in zijn artikel over de lofzang van Maria aandacht aan het boek De Kerk, het hart van de wereldgeschiedenis van dr. W. Aalders. Dit laatste hangt samen met het feit dat het werk van dr. Aalders opnieuw wordt uitgegeven. D.V. vrijdag 20 januari a.s. zal in Vianen de presentatie ervan plaatsvinden. De uitnodiging voor deze dag vindt u op de laatste pagina van dit nummer.
De redactie wenst de lezer een gezegend Kerstfeest toe en een goede jaarwisseling!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022
Ecclesia | 12 Pagina's
