Is uw hart een huis des gebeds?

Geliefde lezer, is uw hart een moordenaarskuil of een huis des gebeds?

Toen de Heere Jezus aan het einde van Zijn omwandeling op aarde in Jeruzalem kwam, heeft Hij voor de tweede keer de tempel gereinigd. De tempel was het huis Gods. Daar woonde de HEERE, daar openbaarde Hij Zijn tegenwoordigheid en heerlijkheid. De tempel was het huis van licht en waarheid, de plaats van de offers der verzoening, de plaats van het gebed. Ook nu mogen we elke zondag in het huis des Heeren samenkomen. De plaats van het gebed, de plaats van Gods Woord en sacramenten, de plaats van heiligheid, waarheid en eerbied. Is dat te zien aan onze kleding en onze houding wanneer we in de kerk zitten?

We lezen in vers 12: En Jezus ging in den tempel Gods en dreef uit allen die verkochten en kochten in den tempel, en keerde om de tafels der wisselaars en de zitstoelen dergenen die de duiven verkochten.

De mensen uit andere streken en landen konden geschikte offerdieren kopen bij de tempel. De mensen uit het buitenland hadden niet de juiste joodse munten bij zich; ze konden geld wisselen bij de geldwisselaars. Dat was op zichzelf niet zondig; dat was nodig voor de tempeldienst. Maar nu gebeurde alles in de tempel. Nu was de rust en eerbied weg. Nu was het een huis van koophandel geworden; of een moordenaarskuil. De kanttekening zegt: ‘Want gelijk de rovers hun spelonken plachten te hebben in de rotsstenen, waar zij hun roof brachten en deelden, zo deden ook de priesters in den tempel.’ Elke zonde is verschrikkelijk en zielsverwoestend, maar zonde onder de vorm van godsdienst is dubbel gruwelijk. Jezus dreef hen allen uit. Vol majesteit. Niemand sprak Hem tegen. Als de Zoon des Vaders ijverde Hij voor de Naam en het huis van Zijn Vader. Toen werd het huis van koophandel een huis des gebeds.

Is uw hart een huis van God? In het paradijs zijn we goed en naar Gods beeld geschapen. Ons hart en lichaam was een tempel van God. Daar openbaarde de Heere Zijn deugden en werken. Ons hart was een plaats van licht, reinheid, offerande en gebed.

Maar door onze diepe val is het een huis van koophandel geworden: goddeloze koophandel of godsdienstige koophandel. Alles past in ons hart: de hele wereld, alle zondige begeerten, alle zonden van het eerste tot het tiende gebod. We zitten vol vijandschap tegen God. We zitten vol met hoogmoed en eigenliefde, vol met liefde voor de wereld, voor geld, goed en eer. We zijn geneigd God en onze naaste te haten: ons hart is daarom een moordenaarskuil. Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen (Matth. 15:19). Hebt u bovenstaande ingeleefd? Kent u die hartelijke droefheid over uw Godonterend hart? Kent u dat berouw over uw zonden? Tegen een rechtvaardig en een goeddoend God gezondigd!

Kent u de godsdienstige koophandel in uw hart? Om vanuit het werkverbond door goede werken zalig te worden. U probeerde God en uzelf te bedriegen. Maar de Heere kwam met de gesel van Zijn Goddelijke wet en dreef al die koophandel eruit. Toen riep u uit: ‘Het is buiten hoop! Het is verloren. Gij zijt volmaakt, Gij zijt rechtvaardig, Heere.’ Daar mocht u het met God eens worden.

O wonder van genade! Toen kwam Christus in uw hart. Zijn liefde vervulde u met licht, kracht, wijsheid, troost, reinheid en zaligheid. U mocht ervaren dat u een geestelijke tempel van de Heilige Geest bent (1 Kor. 3:16). Om de ware God te kennen en te dienen in uw hart: Zijn liefde, wijsheid, almacht, goedertierenheid, rechtvaardigheid, heiligheid, barmhartigheid. Dan is uw hart een huis des gebeds. Een huis van licht en reinheid. Een hart dat God mag vrezen, liefhebben en loven.

En nu is het elke keer in het leven van Gods volk nodig, dat Christus komt om hun hart te reinigen. Die handelaars en geldwisselaars kruipen steeds weer terug in hun hart. De liefde tot de wereld, de listen van satan, de godsdienstige hoogmoed, de zondige begeerten van het hart. Ze vallen zichzelf zo tegen. Hoe kleeft mijn ziel aan het stof! Dan roepen ze met Paulus uit: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam der zonde en des doods?’ (Rom. 7:22).

Elke keer is weer die Goddelijke kracht nodig, om hun hart van het aardse af te trekken en omhoog te heffen. Om te kunnen juichen: Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere (Rom. 7:25).

Ze mogen van alle omstandigheden afzien. Ze mogen van hun eigen bestaan afzien. Ze mogen zien op de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus. Hun hart is door Gods genade, door de kracht van de Heilige Geest opnieuw een huis des gebeds, een huis van liefde, een huis van offerande. Het afsterven van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens mag beoefend worden. Dan is Christus met Zijn majesteit, genade en Geest in het hart. Gij zijt de tempel des levenden Gods, gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen en Ik zal onder hen wandelen, en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn (2 Kor. 6:16). Lezer, hoe is uw hart? Nog een huis van koophandel, een moordenaarskuil? Een nette levenswandel, in Gods algemene genade, is noodzakelijk, maar niet genoeg om God te ontmoeten. Houd u de vrome schijn op dat u de Heere dient? Smeek, of de Heere u wil ontdekken aan uw hemelhoge schuld, of Hij uw hart wil ontgronden en ontledigen. Om het te vervullen met Zijn heil.

Volk des Heeren, wat een wonder dat Christus steeds weer terug komt op Zijn eigen werk. Dat Hij de Alfa en Omega is. Hij laat nooit varen het werk Zijner handen. Hij zal steeds uw hart blijven reinigen. Tot de dood komt. Dan zult u eeuwig een tempel Gods mogen zijn. Om in het eeuwige licht en in de eeuwige vreugde God altoos te loven en te prijzen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen