De trouwe zorg van de Knecht des Vaders (1)
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken. Jesaja 42:3a
De tekstwoorden voor deze bidstond kunt uw aandacht vinden opgetekend in Jesaja 42:3a, waar Gods Woord en onze tekst aldus luidt: Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken.
We zetten boven onze overdenking: De trouwe zorg van de Knecht des Vaders
1. voor het gekrookte riet;
2. Hij zal het niet verbreken.
1. Het gekrookte riet
Mijne geliefden,
Als we vanavond zijn samengekomen voor een bidstond, dan gaat er veel door ons heen als we op deze preekstoel staan. Het is een groot wonder dat de Heere, ondanks wat er allemaal heeft plaatsgevonden in de twee jaren die achter ons liggen, het geeft dat we vanavond onze bidstond weer mogen houden. Dan denk ik vanzelf ook aan de oorlog in Oekraïne. Wie had ooit kunnen denken dat ook in ons werelddeel zulk een vreselijke oorlog zou losbarsten, waar dag aan dag honderden en duizenden sneuvelen? Wat zullen de gevolgen daarvan ook voor ons zijn? Maar dan zal het ook de vraag uitmaken: Verstaan wij ook waarom deze dingen over ons komen? Zien wij oorzaken bij onszelf liggen in ons persoonlijk leven, kerkelijk, maar ook landelijk? Als we daar een indruk van zouden hebben, dan waren we vanavond ook een gekrookt riet, een geknakt riet, een gekneusd riet. Want dan ligt er in deze enkele woorden van de profeet Jesaja zo ontzaglijk veel opgesloten tot lering, tot vermaning, maar ook tot vertroosting voor de Kerk des Heeren van alle tijden en van alle eeuwen. Denk aan hetgeen voorgelezen is uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 27. Hij is een eeuwige Koning en Hij zal nooit zonder onderdanen zijn. Hij heeft Zijn discipelen meegegeven toen Hij met hen in Galiléa was: En zie, Ik ben met ulieden al de dagen (dus ook de dagen van vandaag) tot de voleinding der wereld (Matth. 28:20).
Maar als we zien hoe alles verzondigd ligt, als we inkeren tot onszelf: zonde van bedrijf, zonde van nalatigheid. Wie behoorden we niet te zijn in heilige wandel en godzaligheid en hoe moeten we dan onszelf waarnemen. Daarom zijn er zoveel redenen om ook een gekrookt riet te zijn. We zullen vanuit ons tekstverband, maar ook uit het Nieuwe Testament, moeten gaan onderzoeken waar deze woorden geschreven staan en wat de betekenis daarvan is. In Matthéüs 12:20 vinden we diezelfde woorden en kunnen we lezen wat de betekenis daarvan is. Die betekenis is zo groot, zo vertroostend voor degenen die werkelijk onder God mogen komen.
Ik heb mijn thema genoemd: De trouwe zorg van de Knecht des Vaders. Dus daar loopt een trouwe zorg door dit hoofdstuk uit de profetie van Jesaja heen. Van wie? Van de Knecht des Vaders. Eerlijk gezegd, Jesaja wordt ook wel de evangelist van de oude dag genoemd. Ik zeg het u, hoor, hij was er een van het rechte soort.
Vanaf het veertigste hoofdstuk wordt hem een gezicht getoond wat er allemaal zal gaan gebeuren na de Babylonische ballingschap. Daarin ligt zoveel vertroosting voor de ware Kerk des Heeren hier op aarde. We zien daarin de zuivere grondslag die gelegd is in het eeuwig welbehagen bij God vandaan. We zien de zuivere grondslag verklaard in het verkiezend welbehagen, maar ook hoe hier in dit gedeelte de Vader van onze Heere Jezus Christus Zelf een getuigenis geeft van het werk van Zijn geliefde Schoot- en Wonderzoon. O gemeente, als we dan denken aan het eerste vers van ons teksthoofdstuk: Zie, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Denwelken Mijn ziel een welbehagen heeft. Hoort u het? Zie, Mijn Knecht. Ach, ontroerend nietwaar, als de profeet deze woorden heeft mogen neerschrijven. Het zal niet langs hem heengegaan zijn. Het is een Goddelijke sprake vanuit de hemel. Zie, let erop, Mijn Knecht; en dan wordt die Knecht des Vaders voorgesteld tijdens Zijn diepe vernedering en Zijn borgtochtelijke gang hier op aarde. Deze Knecht, een gewillige Knecht, Die altijd gericht was op de eer en verheerlijking van Vaders Naam en Vaders deugden. Maar deze Knecht had ook het werk op Zich genomen om een eeuwige verlossing te bereiden voor een doodschuldig en verdoemelijk Adamskind. Dan ligt er zoveel in verklaard, want dan lees ik in het vervolg van die tekst: Ik heb Mijn Geest op Hem gegeven, Hij zal het recht den heidenen voortbrengen. Dus er wordt iets aan toegevoegd. Het ziet vanzelf ook op de Kerk van het Nieuwe Testament en het is gebeurd na de Pinksterdag, dat de Heere er velen heeft toegebracht tot de gemeente die eenmaal zeker zal zalig worden. Daarom is zending ook nu nog een roeping voor de kerk.
We zien dat in het woord van onze tekst naar voren komen. Dat kan alleen als het gestoeld is op het werk des Vaders in de Zoon, door de Geest. De Knecht des Vaders komt hierin naar voren als Eén Die Zijn zorg heeft; Hij heeft Zijn zorg over het gekrookte riet en de rokende vlaswiek. Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek, die zal Hij niet uitblussen. Proeft u daar iets in? U proeft daarin de trouwe en nog eens trouwe zorg van de Vader in de Zoon over de Zijnen. Dat peilt zo diep, zo onbegrijpelijk diep. Maar dan zouden we daar ook aan kunnen toevoegen hoe nu de Knecht des Vaders Zijn werk doet, dat staat in het tweede vers van ons teksthoofdstuk: Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten. In één keer gezegd, Hij zal zijn werk doen op een gepaste wijze, niet op een wijze die de aandacht van de wereld vraagt, maar in het verborgene wil Hij dit geven aan al de Zijnen. Wonderlijk, het is de grote Herder der schapen, Die voor Zijn schaapjes en ook voor de lammeren zal zorgdragen, maar het komt erop aan of we er ook bij zouden mogen behoren.
Dan kom ik bij het riet, het gekrookte riet. Ik zeg het nog een keer, het is een riet. Wij leven in Nederland en ook in de streken waarin ik nu woon en waar ik opgegroeid ben, zijn veel rietkragen en rietvelden. Ik heb er in mijn kindse dagen heel vaak in gespeeld. Die rietkragen en dat riet groeit alleen op een ondiepte in het water met een drassige ondergrond. Als we Schrift met Schrift vergelijken, dan komt dat riet niet altijd in een positieve zin in de Schrift voor. Ik denk aan hetgeen de Heere Jezus van Johannes de Doper gezegd heeft: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? (Matth. 11:7b).
Maar Jezus heeft duidelijk verklaard wat Johannes mocht zijn; met eigen woorden gezegd, een pilaar en vastigheid der waarheid (1 Tim. 3:15).
(wordt vervolgd)
De gehouden synodepreek door ds. A. van Voorden op dinsdag 14 juni 2022 te Barneveld, zal in afleveringen in ons kerkelijk blad worden geplaatst. Hierboven is de eerste aflevering als meditatie opgenomen. De gezongen psalmen tijdens deze dienst waren: Ps. 84:3; Ps. 72:1, 5 en 6; Ps.103:3; Ps. 16:6. Uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis werd artikel 27 gelezen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's